direct naar inhoud van 3.6 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Meerzicht - Westerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00032-0004

3.6 Cultuurhistorie en archeologie

Cultuurhistorie

Het gebied waarin de wijk Meerzicht is gebouwd, behoort tot het cultuurlandschap van de droogmakerijen. De veengrond was eeuwenlang afgegraven tot op de kleigrond en het land was in een grote waterplas veranderd. De Voorweg kwam als overgebleven bovenland met bebouwing en erven in het plassengebied te liggen. In 1668 werd vergunning tot droogmaking van het gebied ten zuiden van de Voorweg verleend. Het drooggemaakte gebied werd Driemanspolder genoemd. Als naam voor de nieuwe wijk koos men voor Meerzicht. De naam is ontleend aan de monumentale hofstede 'Meerzigt' uit 1672/1677 die aan de Voorweg staat. Het startsein voor de bouw werd op 4 december 1969 gegeven. Daarna is het kale polderlandschap in hoog tempo in ongeveer vijf jaar tijd volgebouwd.

De wijk is onderverdeeld in vier afzonderlijke woonbuurten die door groene zones van elkaar gescheiden zijn: de Bossenbuurt, de Waterbuurt, de Landenbuurt (met de koepelwoningen) en de Bergenbuurt. De hoogbouw is in het noordoostelijke deel (de Bossenbuurt) geconcentreerd. Van de oude verkavelingsinrichting die min of meer haaks op de Voorweg stond is in Meerzicht niets meer terug te vinden. Het wegenstelsel is gebaseerd op de boomstructuur. Er is één verbindingsweg waarop de buurtwegen (de takken) aansluiten die vervolgens doodlopen op pleinen en voetpaden. Dit concept van een labyrintische wegenstructuur hoort bij de intimiteit en kleinschaligheidsgedachte van de jaren zeventig.

Een apart buurtje in de Landenbuurt vormt de Koepeltjesbuurt, een complex van 116 woningen, in 1971/9172 gebouwd naar ontwerp van architect Benno Stegeman. De buurt ontleent haar naam aan de oranje koepels boven de trappenhuizen. De woningen behoren tot het structuralisme, een architectuurstijl met als kenmerk harmonieus geschakelde volumes en in elkaar overlopende binnen- en buitenruimtes. Gebouw en omgeving vormen een geheel. De koepeltejsbuurt is zeer waardevol als gaaf voorbeeld van de ontwerpprincipes uit de jaren zeventig.

Aan de westkant ligt het Westerpark dat vanaf 1970 tegelijk met de wijk Meerzicht is aangelegd. De aanleg is landschappelijk met heuvels die bescherming bieden tegen het verkeerslawaai van de A12, bosachtige gedeelten, open vlakten en grillig gevormde waterpartijen. In het Westerpark ligt de Natuurtuin, een modeltuin met miniaturen van landschappen die thuishoorden in deze waterrijke streek. Het park herbergt een bunker uit de Tweede Wereldoorlog die nu onderdeel uitmaakt van een speeltuin. Het ontwerp van het Westerpark is van J. Harberts.


Monumenten

In het plangebied bevinden zich geen rijksmonumenten. Er bevindt zich één gemeentelijk monument. Het betreft hier de bunker op het perceel Heuvelweg 4.


Beeldbepalende panden

De wijk Meerzicht kent een aantal beeldbepalende panden. Een beeldbepalend pand is een pand dat niet als monument is beschermd maar dat een kenmerkend onderdeel vormt van de cultuurhistorisch waardevolle omgeving en door zijn uiterlijk het historische beeld mede bepaalt. Het betreft in het plangebied de woondekken in de Bergenbuurt-Noord. Bijzonder aan deze dekken is de verhoogde ligging ten opzichte van het maaiveld.


Beschermd stadsgezicht

De Koepeltjesbuurt is aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Dit betekent dat het beleid gericht is op het behoud en de versterking van de bestaande structuur en het bebouwingsbeeld. De toelichting op het gemeentelijk beschermd stadsgezicht is opgenomen in Bijlage 2.


Archeologisch waardevol gebied

Op de provinciale kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur is het Westerpark aangeduid als een gebied met 'redelijke tot grote kans op archeologische sporen'. Dit gebied staat niet op de gemeentelijke kaart met archeologisch beschermde monumenten.

Het gaat hierbij om een grote en diepe getijdengeul. Deze getijdengeul staat bekend als het Rijswijk-Zoetermeer systeem en was actief tussen ongeveer 7.000 en 5.000 jaar geleden. Een getijdengeul is permanent gevuld met stromend water, tussen uitgestrekte wadplaten die twee maal per dag onder water lopen bij vloed. Na de sluiting van de Nederlandse kust verandert het landschap zeer snel in een uitgestrekt nat veenmoeras. Pas vanaf de middeleeuwen is het zeker dat er mensen gaan wonen in het veengebied van Zoetermeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00032-0004_0014.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00032-0004_0015.png"

Fragment provinciale kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur


Bij verstoring van de grond in dit gebied dieper dan 50 cm dient aan de hand van een bureau-onderzoek door een erkend archeologisch bureau te worden bepaald of verder archeologisch onderzoek in de vorm van een opgraving nodig is. Wanneer een opgraving wordt uitgevoerd, dan stelt het college van burgemeester en wethouders een programma van eisen vast, waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van de opgraving. Voorafgaand aan de opgraving overlegt de verstoorder een plan van aanpak ter goedkeuring aan het bevoegd gezag (de gemeente).

In de gemeentelijke Rapportage "Archeologisch waardevolle gebieden in Zoetermeer" zijn in het plangebied geen waardevolle archeologische gebieden aangegeven.

Het nabij het plangebied gelegen bebouwingslint Voorweg is aangewezen als een archeologisch beschermd gebied. In deze gebieden is het op grond van de Monumentenverordening Zoetermeer verboden om zonder vergunning graafwerk te verrichten op een diepte van meer dan 50 cm onder het maaiveld. Ook mogen er geen aanwezige (delen van) fundamenten of andere, met de archeologische structuren verband houdende zaken af worden gebroken, worden verplaatst of in enig opzicht worden gewijzigd. Ook mag er niet met een metaaldetector worden gezocht tussen 0 en een halve meter onder het maaiveld. Het archeologisch monument ligt voor een zeer beperkt deel binnen het plangebied. Hiervoor is de bestemming Waarde- Archeologie opgenomen in dit bestemmingsplan.