direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene aanduidingsregels
Plan: 370.402.00 (Schilderskwartier)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0632.schilderskwartier-bOH1

Artikel 22 Algemene aanduidingsregels

22.1 Monumenten en karakteristieke bebouwing
  • a. Binnen de aanduiding "monument" tevens voor behoud van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing waarbij primair de Monumentenwet van toepassing is.
  • b. Binnen de aanduiding "karakteristiek" is het overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening, verboden bouwwerken te slopen.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 22.1 onder b indien handhaving van de bestaande bebouwing in redelijkheid niet van de eigenaar kan worden gevergd.
  • d. Alvorens ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 22.1 onder b wordt voorafgaand een advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.
  • e. Het verbod als bedoeld in lid 22.1 onder b geldt niet voor zover het betreft bouwwerkzaamheden ten behoeven van het onderhoud van het pand.
22.2 Geluid

Binnen de aanduiding "Geluidszone - Industrie" is de bouw van geluidsgevoelige objecten uitsluitend toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in de Wet geluidhinder gestelde grenswaarden of de verleende hogere waarden.

22.3 Waardevolle bomen
  • a. Binnen de aanduiding "waardevolle boom" geldt dat op deze gronden niet mag worden gebouwd.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in het vorige lid voor zover uit onderzoek gebleken is dat de instandhouding van de boom niet wordt bedreigd en nadat ter zake advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen natuur- en landschapsdeskundige.
  • c. Het bepaalde in lid 22.3 a is niet van toepassing voor het normale onderhoud van de boom.
22.4 Grondwaterbeschermingsgebied

Binnen de aanduiding "milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied", is het bepaalde in de Provinciale Milieuverordening Utrecht van toepassing.