Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Herontwikkeling Campina-terrein
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0632.Campinaterrein-bVA1

Artikel 9 Algemene bouwregels

9.1 Bijbehorende bouwwerken op voor- en achtererf
9.1.1 Algemeen
Op ieder perceel met een woning mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
  1. als het gaat om het achtererf gebied:
    1. 50% van het achtererfgebied onbebouwd dient te blijven;
    2. de hoogte buiten de zone van 3 meter vanaf het oorspronkelijke hoofdgebouw is maximaal 3 meter;
    3. binnen deze zone van 3 meter is de hoogte:
      1. maximaal de hoogte van het hoofdgebouw;
      2. niet hoger dan 4 meter;
      3. niet hoger dan 30 centimeter boven de hoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw;
    4. dakterrassen niet zijn toegestaan, zulks met uitsluiting van dakterrassen op gestapelde woongebouwen;
  2. als het gaat om het voorefgebied naast de zijgevellijn:
    1. het voorerfgebied dat ligt naast de zijgevellijn blijft voor 50% onbebouwd;
    2. het is gelegen binnen een zone van 3 meter van het oorspronkelijke hoofdgebouw;
    3. binnen deze zone van 3 meter is de hoogte:
      1. maximaal de hoogte van het hoofdgebouw;
      2. niet hoger dan 4 meter;
      3. niet hoger dan 30 centimeter boven de hoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw.
    4. het is geplaatst op minimaal 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens;
    5. het is geplaatst op minimaal 1,5 meter achter de voorgevellijn;
  3. als het gaat om het voorerfgebied voor de voorgevellijn:
    1. vrijstaande bouwwerken zijn niet toegestaan;
    2. de breedte van het bouwwerk is maximaal ⅔e van de voorgevel tot een maximum van 4 meter;
    3. de afstand tussen het bijbehorend bouwwerk en de voorste perceelsgrens is minimaal 2 meter;
    4. de diepte van het bouwwerk is maximaal 1,4 m;
    5. de hoogte is maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag.
9.1.2 Afwijken voor bouw van een kap
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning  afwijken van de regels voor de bouw van een kap op een aanbouw, uitbouw of bijgebouw op het zij- en/of achtererf, mits:
  1. de nokhoogte van een vrijstaand bijgebouw niet meer bedraagt dan 6 m;
  2. de nokhoogte van een aanbouw, uitbouw of aangebouwd bijgebouw niet meer bedraagt dan 7 m;
  3. de belangen van naastgelegen percelen niet onevenredig worden benadeeld;
  4. binnen één bouwvlak en/of bij een identieke woning in een vergelijkbare situatie voor een vergelijkbare bouwwerk een omgevingsvergunning is verleend (trendsetter) en de bouw om ruimtelijke reden aanvaardbaar is.
9.1.3 Afwijken voor erfbebouwing
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor het bouwen in de erfgrens grenzend aan openbaar gebied, mits dit uit oogpunt van beeldkwaliteit en verkeersveiligheid aanvaardbaar wordt geacht.
9.2 Ondergronds bouwen
9.2.1 Algemeen
De regels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
  1. gebouwd mag worden tussen peil en 3,5 m onder peil;
  2. ondergrondse bouw is uitsluitend toegestaan onder de oppervlakte van bovengronds gelegen vergunde of vergunningsvrije gebouwen (bij een verticale projectie), alsmede ter verbinding van gebouwen;
  3. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter;
  4. de ondergrondse bouw mag niet worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel;
  5. het gebouwde deel van de toegang tot de ondergrondse bouw (trap of hellingbaan) niet op het voorerf mag worden gebouwd;
  6. het oppervlak van de het ondergrondse deel van de ondergrondse bouw telt niet mee bij het maximaal te bebouwen bebouwingspercentage.
9.2.2 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde de regels ten behoeve van ondergrondse bouw (kelder) buiten de oppervlakte van de bovengronds gelegen vergunde of vergunningsvrije gebouwen, mits:
  1. het zij- en achtererf van de woning voor niet meer dan 50% bebouwd wordt;
  2. de oppervlakte van de kelder totaal niet meer dan 100 m2 bedraagt;
  3. de kelder rechtstreeks bereikbaar is vanuit de woning of een bijgebouw.