direct naar inhoud van Artikel 6 Recreatie
Plan: Waddinxveen Noord-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0627.bpnoordwest-0401

Artikel 6 Recreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bosgebied;
  • b. gras- en ruigtegebieden;
  • c. het behoud, herstel en ontwikkeling van de actuele en potentiĆ«le natuur- en landschapswaarden;
  • d. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • e. speelweides en speelbos;
  • f. houtoogst als vorm van medegebruik;

alsmede voor:

  • g. wandel-, fiets- en ruiterpaden, inclusief bijbehorende bruggen, onderdoorgangen en viaducten;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. water, inclusief bijbehorende bruggen en duikers;
  • j. parkeervoorzieningen, inclusief bijbehorende ontsluiting.

6.2 Bouwregels
  • a. Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
    • 2. de bouwhoogte van masten ten behoeve van vlaggenmasten, ooievaarsnesten, lantaarns et cetera mag niet meer bedragen dan 15 m;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
    • 2. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
    • 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    • 4. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
    • 5. het aanbrengen van verharde wandel- en fietspaden en overige verhardingen;
    • 6. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen.
  • b. Het verbod als bedoeld in sub a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. De werken of werkzaamheden als bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.