Plan: | Landgoederen en sportvelden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.2012LandgoedSport-BP40 |
Beleid/normstelling
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een uitgebreide verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Risicovolle inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Aan grenswaarden moet altijd worden voldaan, van richtwaarden kan om gewichtige reden worden afgeweken. Zowel de grenswaarde als de richtwaarde liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan de grenswaarde worden voldaan en met de richtwaarde rekening worden gehouden, ongeacht of het een bestaande of een nieuwe situatie betreft. Voor het GR geldt een verantwoordingsplicht bij ruimtelijke ontwikkelingen in het invloedsgebied rondom de inrichting.
Kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten
Voorbeelden van kwetsbare objecten zijn woningen, ziekenhuizen en gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn (zoals kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object). Voorbeelden van beperkt kwetsbare objecten zijn kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van maximaal 1.500 m² per object. Ook een bedrijf is in principe een beperkt kwetsbaar object. Bedrijven vallen echter onder het begrip kwetsbaar object indien in het gebouw doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn. Het Bevi zelf specificeert niet wat onder 'grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag' moet worden verstaan. Uit de Nota van Toelichting bij het Bevi en informatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (www.infomil.nl) blijkt dat het gaat om een bedrijf met meer dan 50 medewerkers. |
Vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoor
In december 2009 is de aangepaste Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.
Vervoer gevaarlijke stoffen door leidingen
Sinds 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Bevi. Daarbij worden de toetsings- en bebouwingsafstand vervangen door een afstand voor het plaatsgebonden risico en een afstand voor het invloedsgebied van het groepsrisico. Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR geldt, indien er objecten binnen het invloedsgebied liggen, een verantwoordingsplicht. In een aantal situaties kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het GR. Het betreft de volgende situatie:
In verband met de bescherming en het beheer van de leiding, wordt rond de leiding tevens een belemmeringenstrook bestemd. Binnen deze afstand is in beginsel geen bebouwing toegestaan.
Onderzoek
Inrichtingen
Binnen het plangebied ligt aan de Hofweg een tankstation met lpg-installatie. De vergunde jaardoorzet bedraagt maximaal 1.000 m3 LPG per jaar. Voor een dergelijk tankstation gelden verschillende PR 10-6-risicocontouren. De grootste is die rond het vulpunt. Deze bedraagt 35 m. Binnen de PR 10-6-risicocontour liggen geen kwetsbare objecten. Ook maakt het bestemmingsplan dergelijke objecten hier niet mogelijk. Wel ligt in het plangebied een bestaand beperkt kwetsbaar object binnen de PR 10-6-risicocontour, namelijk (een deel van) het garagebedrijf/showroom aan de Hofweg 39. Aan het eind van deze paragraaf wordt onderbouwd waarom de ligging van dit beperkt kwetsbare object binnen de PR 10-6-risicocontour geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Voor een tankstation met lpg-installatie geldt een invloedsgebied van het GR van 150 m. Een deel van het plangebied ligt binnen dit invloedsgebied. Gelet op de personendichtheid in het invloedsgebied van het LPG tankstation wordt aangenomen dat het groepsrisico beneden de oriëntatiewaarde is gelegen. Aangezien het bestemmingsplan consoliderend is, heeft vaststelling van dit bestemmingsplan geen invloed op de hoogte van het GR. Een nadere verantwoording van het GR kan daarom achterwege blijven.
Op de bedrijfslocatie aan de Hofweg is een Gasontvangstation aanwezig dat wordt beheerd door de Gasunie. Dit station valt niet onder de werking van het bevi, op dit station zijn generieke veiligheidsafstanden van toepassing op grond van het Activiteitenbesluit. Op basis van het activiteitenbesluit dient voor deze inrichting, bij een veronderstelde aanvoerdruk van 40 bar en een doorstroomcapaciteit van minder dan 40.000 Nm2/u, een veiligheidsafstand van 15 m te worden aangehouden ten opzichte van kwetsbare objecten. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een veiligheidsafstand van 4 m. Aan deze afstanden wordt voldaan. Er bevinden zich bedrijfsgebouwen op een afstand van circa 10 m van het gasontvangstation, deze worden aangemerkt als beperkt kwetsbaar object. Voor een definitie van (beperkt) kwetsbare objecten wordt in het activiteitenbesluit verwezen naar het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi).
Vervoer van gevaarlijke stoffen over (spoor)wegen
In het westen grenst het plangebied aan de spoorlijn Leiden-Den Haag. Uit de marktverwachting vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor van Prorail (ProRail spoorontwikkeling, 2007) blijkt dat over deze spoorlijn geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Er vindt ook geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over wegen in het plangebied.
Buisleidingen
In het zuiden van het plangebied liggen twee hogedrukaardgastransportleidingen, beide lopen door een deel van het plangebied. De kenmerken van deze leidingen staan in tabel 5.2.
Tabel 5.2 Eigenschappen leidingen gevaarlijke stoffen
leiding | druk (bar) | diameter (inch) |
PR 10-6
contour (m) |
invloedsgebied GR (m) | afstand tot plangebied (m) | ||||
A-560-KR | 66,2 | 36 | 0 | 430 | 0 | ||||
W-535-01-KR | 40 | 8 | 0 | 95 | 0 | ||||
W-535-07-KR | 40 | 12 | max 45 m | 140 | 0 |
Plaatsgebonden risico
Ten behoeve van het voorliggende bestemmingspan is een risicoberekening (QRA) uitgevoerd voor de risico's van de beide aanwezige hogedruk aardgastransportleidingen in het plangebied. Het volledige rapport is opgenomen in Bijlage 4. Uit de QRA blijkt dat de PR 10-6-risicocontour van de leidingen A-560- KR en W-535-01-KR niet buiten leiding is gelegen. Voor de leiding W-535-07-KR geldt dat de PR 10-6 contour wel buiten de leidinge is gelegen. De afstand tot de PR 10-6 contour bedraagt maximaal 45 m. Binnen deze afstand bevinden zich geen kwetsbare objecten, deze worden ook niet mogelijk gemaakt. Het plan voldoet aan de normstelling ten aanzien van het plaatsgebonden risico. De Gasunie is op grond van het Bevb als leidingbeheerder verantwoordelijk voor het terugbrengen van de PR 10-6 contour binnen de belemmerende strook van de leiding.
Groepsrisico
Een groot deel van het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van het GR. Uit de QRA blijkt dat voor de leiding A-560-KR het groepsrisico 0,019 maal de oriëntatiewaarde bedraagt en dat voor leiding W535-01-KR het groepsrisico 0,0073 maal de oriëntatiewaarde bedraagt. Voor leiding W 535-07-KR geldt een groepsrisico van 0,001 maal de oriënterende waarde. Gezien de consoliderende aard van het bestemmingsplan en de zeer lage groepsrisico wordt in dit plan niet nader ingegaan op het groeprisico. Milieudienst West Holland geeft in de QRA ook aan dat een verantwoording van het groepsrisico achterwege kan blijven. Het plan voldoet aan de normstelling ten aanzien van het groepsrisico.
Toelaatbaarheid bestaand beperkt kwetsbaar object binnen de PR 10-6-contour
De bedrijfsbebouwing aan de Hofweg 39 is als een bestaand beperkt kwetsbaar object te beschouwen. Het gaat hier om een bedrijfsbestemming. De vloeroppervlakte van het deel van het bedrijf dat binnen de PR 10-6-risicocontour van het LPG tankstation is gelegen, bedraagt minder dan 1.500 m2, namelijk 1.200 m2. Het deel van het bedrijf dat binnen de PR 10-6-risicocontour ligt is in gebruik als showroom. Hier zullen in de huidige situatie relatief weinig medewerkers, zeker minder dan 50, aanwezig zijn.
De PR 10-6-contour is een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Van deze richtwaarde kan, om gewichtige reden worden afgeweken. In dit geval zijn er twee redenen om van deze richtwaarde af te wijken, namelijk:
Hierom vindt de gemeente het toelaatbaar dat het bestaande beperkt kwetsbare object aan de Hofweg 39 binnen de PR 10-6-contour ligt.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect externe veiligheid geen belemmering oplevert voor de vaststelling van het plan. Er liggen geen kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-risicocontour en er is onderbouwd waarom het aanvaardbaar is dat een deel van een bestaand beperkt kwetsbaar object binnen de PR 10-6-risicocontour van het LPG tankstation is gelegen.