direct naar inhoud van Artikel 17 Maatschappelijk
Plan: Voorschoten Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2011Oost-BP50

Artikel 17 Maatschappelijk

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal' voor een sporthal en sportvelden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne' voor een brandweerkazerne;
  • d. speel- en ontmoetingsvoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • e. gebouwen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. erven en terreinen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

17.2.1 Gebouwen
  • a. Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%) ' dan wel 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bouwvlak tot maximaal het vermelde percentage worden bebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' dan wel 'maximale bouwhoogte (m)' dan wel 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is aangeduid;

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel;
    • 2. maximaal 2 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. maximaal 7 m voor palen en masten alsmede sport- en speelvoorzieningen;
    • 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. overkappingen zijn niet toegestaan voor de voorgevel of het denkbeeldig verlengde daarvan.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in verband met het ruimtelijk beeld en de verkeersveiligheid.