direct naar inhoud van Artikel 8 Groen
Plan: West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2010West-BP41

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. waterbergbezinkbassin, ter plaatse van de aanduiding 'waterberging';
  • c. ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • d. speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
  • e. onder- en/of bovengrondse voorzieningen ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval;
  • f. nutsvoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • g. gebouwen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • i. paden en voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • j. waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. evenementen.

8.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

8.2.1 Gebouwen
  • a. Gebouwen zijn toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. oppervlakte maximaal 15 m²;
    • 2. bouwhoogte maximaal 3 m;
    • 3. afstand tot een bestemmingsgrens minimaal 3 m.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 10 m voor palen en masten;
  • b. maximaal 5 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2.3 Uitzondering
  • a. In afwijking van het bepaalde in 8.2.1 en 8.2.2 zijn ter plaatse van de aanduiding 'groen' geen bouwwerken of gebouwen toegestaan.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. een evenwichtig straat- en bebouwingsbeeld.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 voor het realiseren van een parkeervoorziening met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de locatie voor de parkeervoorziening mag geen deel uitmaken van de hoofdgroenstructuur en/of wijkgroenstructuur.