direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer
Plan: West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2010West-BP41

Artikel 13 Verkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeerswegen, bestaande uit maximaal 2 rijstroken (uitgezonderd voorsorteerstroken) en voorts met inachtneming van het dwarsprofiel in bijlage 5 van deze regels, geldend ter plaatse van de aanduiding 'dwarsprofiel';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens voor de aanleg en/of instandhouding van een brug;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ondergrondse opslag motorbrandstoffen' tevens voor de bestaande ondergrondse opslagtanks voor motorbrandstoffen zonder LPG ten behoeve van het aansluitend gelegen verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats ambulante detailhandel' tevens voor standplaatsen ten behoeve van ambulante detailhandel;
  • e. openbaar vervoersvoorzieningen;
  • f. parkeerplaatsen en -terreinen;
  • g. autoboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • h. pleinen, woonerven, voet- en fietspaden, bermen en trottoirs;

met daarbij behorende:

  • i. gebouwen;
  • j. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. voorzieningen voor afvalinzameling;
  • m. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. kabels en leidingen;
  • o. evenementen.

13.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

13.2.1 Gebouwen
  • a. Als gebouwen zijn uitsluitend toegestaan:
    • 1. autoboxen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
    • 2. fietsenstallingen, wachthuisjes e.d. bij haltes en stations van het openbaar vervoer;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 3 m bedragen.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • c. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 10 voor verkeers- en openbaar vervoersvoorzieningen, waaronder bruggen;
    • 2. maximaal 15 m voor palen en masten;
    • 3. maximaal 5 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.3 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1, sub d voor het toestaan van standplaatsen voor ambulante handel buiten de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats ambulante detailhandel'.
  • b. Een afwijking als bedoeld onder a. is slechts toelaatbaar indien de verkeersfunctie binnen de bestemming, alsmede de functie en/of het gebruik van dubbel- en/of aangrenzende bestemmingen niet onevenredig wordt beperkt of geschaad.