direct naar inhoud van Artikel 14 Tuin
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2010Centrum-BP40

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;

met daarbij behorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. toegangspaden;
  • e. waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
14.2 Bouwregels
  • a. Ten aanzien van gebouwen, overkappingen en fietsenbergingen geldt dat uitsluitend bestaande gebouwen, overkappingen en fietsenbergingen zijn toegestaan;
  • b. windmolens, reclamezuilen en overkappingen zijn niet toegestaan;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 2 m voor pergola's;
    • 2. maximaal 7 m voor vlaggenmasten;
    • 3. maximaal 1 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (waaronder erf- en terreinafscheidingen worden begrepen).
14.2.1 Erker

Ten aanzien van het bouwen van een erker aan een woning gelden de volgende regels:

  • a. de breedte mag niet meer dan 60% van de breedte van de betreffende gevel van de woning bedragen;
  • b. de diepte uit de betreffende gevel van de woning mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de erker met een maximum van 1,8 m, met dien verstande dat de voortuin over een diepte van ten minste 60% onbebouwd dient te blijven;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens of de zijgevel van de woning mag niet minder dan de diepte van de erker bedragen, tenzij het betreft de zijdelingse perceelgrens of zijgevel tussen twee aaneengebouwde woningen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c, mag de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minder dan 2 m bedragen, indien het naburige erf een openbare weg of een openbaar water is, ook nadat die weg of dat water zijn openbare bestemming heeft verloren;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,25 m.
14.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in verband met het ruimtelijk beeld en de verkeersveiligheid.