direct naar inhoud van 4.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Buitengebied Voorschoten (2010)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP50

4.3 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" (2010)

Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten de provinciale Structuurvisie,de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vast. In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. De nieuwe integrale Structuurvisie voor de ruimtelijke ordening komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.

De kern van de Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke peilers. Gestreefd wordt naar een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Kenmerkende kwaliteiten zijn een goede bereikbaarheid en een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur.

In de structuurvisie wordt aangegeven welke zaken de provincie Zuid-Holland van provinciaal belang vindt. De basis daarvoor ligt in de integrale hoofdopgaven die zijn benoemd in de provinciale structuurvisie. Die vijf integrale hoofdopgaven en de bijbehorende provinciale belangen betreffen:

  • 1. Concurrerend en aantrekkelijk internationaal profiel
  • 2. Duurzame en klimaatbestendige Deltaprovincie
  • 3. Divers en samenhangend stedelijk netwerk 2020
  • 4. Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap
  • 5. Stad en land verbonden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP50_0003.jpg"

Figuur 4.1) Uitsnede uit Provinciale Structuurvisie

Met name de hoofdopgaven 4 en 5 zijn van belang voor het bestemmingsplan.

Ten aanzien van hoofdopgave 4, 'Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap', is de Vlietzone als transformatiegebied benoemd. Dit gebied zal gedurende de planperiode van het streekplan een andere functie krijgen. De Vlietzone heeft een belangrijke positie in de schakeling stad - land, als onderdeel van de corridor De Vlietlanden bij Voorschoten naar Midden-Delfland en als uitloop c.q. groengebied van het stedelijk gebied Haaglanden. De Vlietzone zal zich verder ontwikkelen als onderdeel van het stedelijk gebied van Haaglanden. Hier komt het karakter van Haaglanden tot uiting: een gebied waarin dynamische stedelijke gebieden en rustige woon- en recreatiegebieden op korte afstand van elkaar te vinden zijn. Het gebied wordt ontwikkeld tot een robuust en aantrekkelijk gebied voor groen, natuur, recreatie en sport, gecombineerd met verstedelijking. Dit in relatie tot verbinding met Midden-Delfland en De Vlietlanden. Een en ander zal worden uitgewerkt in een integrale gebiedsvisie, op te stellen door Den Haag in samenwerking met de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Rijswijk.

Ten aanzien van hoofdopgave 5 'Stad en land verbonden', heeft de provincie voor de groene ruimte in en nabij de stad een nieuw concept ontwikkeld: de Zuidvleugelgroenstructuur. De groenstructuur omvat alle provinciale landschappen, regioparken en recreatieve verbindingen in de stedelijke invloedssfeer, alsmede de grotere eenheden stedelijk groen. Het gebied van de Duivenvoordecorridor behoort tot het provinciale landschap "Duin, Horst en Weide". In de structuurvisie worden provinciale landschappen beschreven als regio-overschrijdende en begrensde landschappen in de stedelijke invloedssfeer en liggen tussen stedelijke agglomeraties. Ze hebben een unieke landschappelijke identiteit en ze zijn multifunctioneel van karakter (verbrede landbouw, recreatie, natuur, water, cultuurhistorie, dorpen).

Het gebied Duin, Horst en Weide vormt ecologisch en landschappelijk een belangrijke verbinding tussen de kustzone en het Groene Hart. Ondanks de nabijheid van de stad is de invloed van het stedelijk gebied relatief beperkt. Ten aanzien van de Duivenvoordecorridor wordt aangegeven dat in deze corridor wordt gewerkt aan kwaliteitsverbetering door het opruimen van verouderd glas. Deze transformatie vindt plaats op basis van de zevende herziening (2008) van het streekplan West. Een aantal van toepassing zijnde gebiedsopgaven zijn de bescherming en versterking van het duingebied en landgoederenzone, sanering van verspreid glas, goede inpassing van de Rijnlandroute en het opruimen van de verrommeling in de Duivenvoordecorridor.

Verordening Ruimte, "Visie op Zuid-Holland" (2010)

Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten de Verordening Ruimte vastgesteld.

In artikel 2 van de Provinciale Verordening Ruimte wordt ingegaan op de bebouwingscontouren. Hierin is bepaald dat er geen verstedelijking buiten de bebouwingscontouren mag plaatsvinden. Er zijn echter uitzonderingen opgenomen waarbij buiten de bebouwingscontouren ontwikkelingen mogelijk zijn. Dit wordt ook wel de 'ruimte-voor-ruimte' regeling genoemd.

'Ruimte voor ruimte'

De 'ruimte-voor-ruimte' regeling is bedoeld om de kwaliteit van het landschap in de provincie Zuid-Holland te vergroten. Daartoe stimuleert de regeling afbraak van voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen en kassen, met in ruil daarvoor de bouw van woningen met een veel kleinere bouwmassa. Belangrijke voorwaarde is dat de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse wordt verbeterd. De (overige) voorwaarden:

  • de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse wordt verbeterd;
  • voor de sloop van iedere 1000 m2 gebouwen of iedere 5000 m2 kassen, mag één compensatiewoning worden gebouwd;
  • het aantal compensatiewoningen bedraagt maximaal drie;
  • de nieuwe woningen brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
  • de te slopen gebouwen of kassen zijn opgericht voor de peildatum van 1 januari 2003 én
  • de te slopen kassen zijn gelegen buiten de glastuinbouwgebieden zoals aangeduid op kaart 3 behorende bij de provinciale verordening.

'EHS'

In de Verordening Ruimte heeft de provincie in artikel 5 Ecologische hoofdstructuur (EHS) beschreven. Delen van het plangebied van dit bestemmingsplan maken onderdeel uit de de toekomstige Ecologische Hoofdstructuur die in 2018 gerealiseerd moet zijn. Binnen die delen die zijn bestemd ten behoeve van de ecologische verbinding geldt dat er geen nieuwe ontwikkelingen mogen worden toegelaten die de uiteindelijke realisatie van de EHS onmogelijk maken. Dit bestemmingsplan is conserverend van aard en maakt geen ontwikkelingen mogelijk die de uiteindelijke realisatie van de EHS onmogelijk maakt. Voor de realisatie van de EHS is in dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming 'Natuur' opgenomen.

'Landgoedbiotoop'

In de Verordening heeft de provincie in artikel 14 regels opgenomen met als doel het beschermen en versterken van de historische landgoederen en landgoederenzones. De landgoedbiotoop is een middel om de cultuurhistorische en ruimtelijke ontwikkelingen van de landgoederen te beschermen en versterken. Onder een landgoedbiotoop wordt een buffer verstaan die als contour om buitenplaatsen of een groep van buitenplaatsen heengetrokken kan worden en waar voor de planvorming dezelfde uitgangspunten gelden. Een landgoedbiotoop kan bestaan uit:

  • de buitenplaats zelf en daaromheen
  • de koppeling van het landgoed aan een structuur
  • het panorama
  • het blikveld
  • de zichtlijn

De uitgangspunten bij bescherming van de biotoop: de ruimte vrij en openhouden en niet bebouwen, tenzij dat tot verbetering van de biotoopwaarden leidt. Binnen een landgoedbiotoop kan sprake zijn van nieuwbouw in het geval van versterking of verbetering van de aldaar aanwezige waarden (een 'neen, tenzij'-beleid). Gemeenten dienen in hun bestemmingsplannen voor nieuwe ontwikkelingen voor gronden gelegen binnen de biotoop van een landgoed een beeldkwaliteitsparagraaf op te nemen, waarin het effect/ de invloed van deze ontwikkeling op de landgoedbiotoop wordt beschreven.

In het plangebied van dit bestemmingsplan zijn een tweetal landgoedbiotopen gelegen. Dit zijn Duivenvoorde en Ter Horst. Beide landgoederen kennen een ruim blikveld. Dit gehele blikveld behoort tot de landgoederenbiotoop. Beide landgoederen zijn een rijksbeschermd buitenplaatscomplex. In hoofdstuk 5 is een beeldkwaliteitsparagraaf opgenomen ten aanzien van deze twee landgoederen.

Zevende partiële herziening streekplan Zuid-Holland West 2003 Duivenvoordecorridor/ Westland c.a.

Op 30 januari 2008 is de Zevende partiële herziening van het Streekplan Zuid-Holland West 2003 vastgesteld. Hierin is bepaald dat het streekplan het realiseren van woningbouw in de Duivenvoordecorridor niet in de weg staat, mits verzekerd is dat:

  • door middel van deze woningbouw financiële middelen gegenereerd worden die nodig zijn om de thans hier gelegen kassen en bedrijfsgebouwen te verwijderen en die gemoeid zijn met het toevoegen van natuurvriendelijke oeverzones, natte graslanden, bosschages en open water. Dit teneinde de beoogde transformatie van dit gebied tot een hoogwaardig coulissenlandschap te realiseren;
  • de ruimtelijke kwaliteit van dit gebied wordt verbeterd door het vervangen van de in het gebied liggende kassen en bedrijfsgebouwen die thans een oppervlak van in totaal 33 hectare innemen, door enerzijds een aantal woongebouwen met een grondoppervlak van maximaal 5 hectare en anderzijds minimaal 28 hectare die benut zullen worden voor het realiseren van bij het bufferzonekarakter van het gebied passend, extra groen. Het bij de woongebouwen behorende groen zal hierbij zo gesitueerd en bestemd moeten worden dat ook dit groen een bijdrage zal leveren aan de voor dit deel van de Rijksbufferzone Den Haag, Leiden, Zoetermeer nagestreefde ruimtelijke kwaliteit;
  • de aan de Duivenvoordecorridor toe te voegen natuurvriendelijke oeverzones, natte graslanden, bosschages en water een substantieel aantal hectares zullen omvatten.

Er wordt een mogelijkheid geboden om het gebied van de Duivenvoordecorridor te transformeren tot een gebied met grote landschappelijke kwaliteiten door middel van een optimale afwisseling van natuur, water, landbouw, bestaande en nieuwe bebouwing, zonder dat daar het opstellen van een streekplanuitwerking aan vooraf zal moeten gaan. De in het kader van de beoogde transformatie op te stellen uitwerkingsplannen zullen alle ter verkrijging van goedkeuring voorgelegd moeten worden aan het college van Gedeputeerde Staten.

Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) / Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS)

Ter vervanging en vereenvoudiging van een aantal Rijksregelingen hebben de Rijksoverheid en de Provincie Zuid-Holland in de afgelopen jaren een nieuwe beleidsregeling ingesteld onder de noemer 'Investeringsbudget Landelijk Gebied'. Doelstelling is een effectievere aanpak en een voortvarende realisatie van de groenontwikkeling in en rond de stedelijke agglomeraties en de realisatie van oude beleidsdoelstellingen op het gebied van landschap, ecologie en cultuurhistorie. In het verlengde hiervan is op 5 december 2005 door het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de vijf regio's binnen de provincie een convenant getekend, waarmee het groenprogramma op het vlak van recreatie en cultuurhistorie uitgevoerd moet worden. Voor de Duivenvoordecorridor voorziet dit programma in 29 ha aan recreatie en bosherstel op het grondgebied van Voorschoten en 8 ha op het grondgebied van Leidschendam-Voorburg. Op 17 april 2009 is hiervoor een uitvoeringsconvenant door de provincie Zuid-Holland, gemeente Leideschendam-Voorburg en de gemeente Voorschoten ondertekend. Een en ander vraagt om een passende groenbestemmingen in het bestemmingsplan.

Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland

Op 24 juli 2009 is de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland vastgesteld. In deze structuurvisie wordt inzicht gegeven in de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020 (met doorkijk naar 2030). Deze structuurvisie heeft geen wettelijk karakter, maar door vaststelling van de visie worden de deelnemende gemeenten van het samenwerkingsverband wel verbonden om de afspraken uit het document uit te voeren. De besluiten in de structuurvisie zijn leidend voor structuurvisie's en nota's van de gemeenten. Eén van de zeven kernbeslissingen is 'Groene kwaliteit en landschap'. Hierin is bepaald dat het groen-blauwe netwerk centraal staat bij alle ruimtelijke ontwikkelingen. De Duivenvoordecorridor maakt deel uit van de te creëren ecologische en recreatieve groene verbinding tussen kust en Groene Hart. Om deze verbinding te realiseren is in de structuurvisie opgenomen dat de gemeente Voorschoten in samenwerking met Leidschendam-Voorburg de kassen uit het gebied verwijderen. In de plaats hiervan komt er beperkte woningbouw terug in de stijl van de bestaande boerderijen en landhuizen in het gebied.