Plan: | Buitengebied Voorschoten (2010) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP50 |
Op 22 april 2008 hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland het bestemmingsplan op basis van artikel 28 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gedeeltelijk goedgekeurd. In hun besluit hebben zij geconstateerd dat uit het oogpunt van rijks- en provinciaal beleid tegen het bestemmingsplan geen bezwaren bestaan. In totaal hebben negen personen of instanties bedenkingen tegen het vastgestelde bestemmingsplan ingediend. In twee gevallen hebben Gedeputeerde Staten de bedenkingen gedeeltelijk gegrond verklaard. De uitspraak van Gedeputeerde Staten is in bijlage 7 van dit bestemmingsplan opgenomen.
Wijzigingsbevoegdheid Sportvoorzieningen/ Volkstuincomplexen
De gronden waar de wijzigingsbevoegdheid op rust hebben in het streekplan de aanduiding 'Agrarisch gebied plus'. Het gebied is gelegen buiten de rode contour. Sportvoorzieningen en Volkstuincomplexen zijn functies die niet binnen de streekplanaanduiding passen en dienen in principe binnen de rode contour gevestigd te worden. De bepalingen in de wijzigingsbevoegdheid maakt bebouwing ter plaatse mogelijk. Gedeputeerde Staten achten het niet uitgesloten dat de beoogde functiewijziging consequenties heeft voor de landschappelijke waarden en openheid van dit gebied. Daarom heeft de provincie niet ingestemd met deze wijzigingsbevoegdheid.
Bestemming Primair Leidingen
In het bestemmingsplan zou voor de hoofdaardgastransportleiding op 5 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding een medebestemming worden toegekend. In het bestemmingsplan heeft deze medebestemming echter een strookbreedte van 4 meter gekregen. Hierdoor ontbreekt voor de volledig vereiste bestemmingsbreedte een omgevingnvergunnigenstelsel. Gedeputeerde Staten hebben goedkeuring onthouden aan artikel 26 'Primair Leidingen' van de voorschriften en aan de (dubbel)bestemming 'Primair Leidingen L(g), L(h), L(w)' en bijbehorende toetsingszones op de plankaart.
Ten aanzien van de onthouding van goedkeuring heeft Gedeputeerde Staten de gemeente Voorschoten gewezen op artikel 30 uit de WRO, de reparatieplicht. Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wro in werking getreden en is de reparatieplicht komen te vervallen.
In dit bestemmingsplan wordt ten aanzien van de bestemming Primair Leidingen het bestemmingsplan gerepareerd. Ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid van de sportvoorzieningen en volkstuincomplexen is gekozen om de eerder opgenomen regeling in stand te houden. Ten behoeve van de aanleg van de Rijnlandroute is in dit bestemmingsplan een ruimtereservering opgenomen voor het eventueel verplaatsen van de sportvelden en volkstuinen. Binnen de stedelijke contour van Voorschoten is geen ruimte aanwezig voor het verplaatsen van deze functies. Realisatie van deze wijzigingsbevoegdheid is alleen aan de orde wanneer daadwerkelijk de Rijnlandroute wordt aangelegd.
Op 15 juli 2009 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) uitspraak gedaan over de goedkeuring van het bestemmingsplan 'Buitengebied'. In totaal hebben drie belanghebbenden beroep aangetekend tegen het besluit van Gedeputeerde Staten. In twee gevallen heeft de Afdeling de beroepen, gedeeltelijk, gegrond verklaard. De uitspraak van de Raad van State is in bijlage 8 van dit bestemmingsplan opgenomen.
Gedeelten van artikel 11 en artikel 12 uit de planvoorschriften
In artikel 11, tweede lid, aanhef en onder e, en artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e van de voorschriften is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders bij de uitwerking van de bestemmingen 'Uit te werken Buitenplaats II' en 'Uit te werken Buitenplaats III' ten behoeve van de verbetering van de architectonische kwaliteit, dan wel de inpassing van bebouwing in het landschap, kan afwijken van het bepaalde ten aanzien van de hoogte resp. goot- of boeiboordhoogte van hoofdgebouwen. Het plan schept hiermee echter geen duidelijkheid over de maximale hoogten en is in zoverre vastgesteld in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Door de Afdeling is goedkeuring onthouden aan deze bepalingen.
Het plandeel met de bestemming Water (WA) betreffende de ligplaatsen van de woonschepen in waterloop tussen de hoeve Veurseweg 215 en de Vliet
De Afdeling heeft geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de bestemming 'Water (WA)' voor de waterloop tussen de hoeve Veurseweg 215 en de Vliet binnen de planperiode zal worden gerealiseerd, in die zin dat de ter plaatse aanwezige woonschepen zullen worden verwijderd. De Afdeling neemt hierbij mede in aanmerking dat in het gemeentelijk "Plan van aanpak in hoofdlijnen woonschepen Voorschoten" uit 2003 nog beoogd is uitvoering te geven aan de beslissing in de 'Beleidsnota Woonschepen gemeente Voorschoten' uit 1997 dat de woonschepen worden opgenomen in de actualisering van bestemmingsplannen.
De vernietiging van het besluit van Gedeputeerde Staten betekent dat de uitspraak van de Afdeling in plaats treedt van het besluit van 22 april 2008 van Gedeputeerde Staten.
Ten aanzien van de planvoorschriften uit artikel 11 en 12 (goot- en boeiboordhoogte) is besloten om deze voorschriften te verwijderen. Afwijken van de maximaal toegestane hoogte is niet mogelijk.
De woonschepen binnen de bestemming 'Water (WA)' worden in het actualiseringsplan als functieaanduiding opgenomen. De bestaande woonschepen ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan zijn via deze functieaanduiding in het plangebied toegestaan. Met uitzondering van één woonschip aan de noordzijde van deze locatie (boot 1). De oorspronkelijke woonboot is na het van kracht worden van het bestemmingsplan Buitengebied (2008) gezonken. Binnen de termijn van dit nieuwe bestemmingsplan zal een boot met de oorspronkelijke maten worden afgemeerd. In afwijking van het bepaalde in de planregels ten aanzien van de woonschepen zal op de planverbeelding voor deze woonboot de maximale toegestane afmetingen worden opgenomen.