Plan: | Buitengebied Voorschoten (2010) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP40 |
De groenontwikkeling in de corridor wordt in de eerste plaats gestimuleerd door de ontwikkeling van de nieuwe buitenplaatsen op terreinen, die thans nog voor de glastuinbouw worden gebruikt. Minimaal 75 procent van deze gronden zal in de toekomst een groene functie krijgen als weiland, bos siertuin of oppervlaktewater. De verwachting bestaat dat deze uitbreiding van het groenareaal niet alleen een bijdrage levert aan de recreatiemogelijkheden voor de omwonende stedelingen. Het biedt ook mogelijkheden voor een versterking van de in het plangebied aanwezige flora en fauna. Bestaande landerijen worden immers verruimd, waardoor het leefmilieu voor weidevogels wordt verbeterd en met de nieuwe bosschages ontstaan nieuwe vestigingsmogelijkheden voor broedvogels en betere foerageermogelijkheden voor tal van knaagdieren.
De ecologische waarden in het plangebied worden vanzelfsprekend ook veilig gesteld door de handhaving van bestaande natuurgebieden zoals de weidegronden in de Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder en in de Papenwegsepolder, waarvan de open ruimte zich uitstrekt tot aan Wassenaar en de stadsrand van Leiden. Hier zal het beheer van de gronden afgestemd blijven op de hoofdfunctie als natuurgebied, hetgeen agrarische medegebruik niet uitsluit. Hetzelfde geldt voor een 16 ha grote strook langs de Vliet tussen het oude buiten Haagwijk en de omgeving van de Kniplaan. Deze gronden zullen in de toekomst conform het Natuurgebiedbeleidsplan van de Rijksoverheid sterker als natte graslanden worden ontwikkeld, waardoor hun ecologische betekenis zal toenemen.
Mede door de hoge landschappelijk kwaliteiten heeft het buitengebied van Leidschendam-Voorburg en Voorschoten een hoge aantrekkingskracht voor recreanten. In het verlengde hiervan streven de gemeenten dan ook naar een versterking van de recreatieve functies in het buitengebied waar dit de lange termijn ontwikkeling niet gaat frustreren. Voorbeelden hiervan zijn:
In mei 2010 is het Masterplan Rosenburgh opgesteld. Dit naar aanleiding van het feit dat het landgoed Rosenburgh in diverse beleidsstukken is aangewezen voor het toevoegen van diverse functies. Door een intensief interactief proces is er een plan geschreven dat recht doet aan het landgoed Rosenburgh. In het nieuwe ontwerp van Rosenburgh zijn de ruimtelijke uitgangspunten vertaald. Er is gezocht naar een versterking van het natuurlijke karakter van het landgoed met een vleugje nostalgie in verwijzingen naar een roemrucht verleden van het landgoed.
Het landgoed bestaat uit een 'lijst', de buitenring, en een 'eiland', de binnenruimte. De lijst behoudt haar natuurlijke karakter. De lijst wordt ingericht met natuurlijke oevers die aangevuld en beplant worden met inheemse beplanting. De visplekken langs het water worden verbeterd, de bestaande bomen blijven bestaan en worden adequaat beheerd. De entree aan de Boschwijk zijde wordt teruggebracht in oude staat. Het eiland krijgt één hoofdingang. Bij het parkeerterrein komt er naast de bestaande entree van de begraafplaats een eigen hoofdentree voor het theehuis, de kinderboerderij, de werf, diverse speelaanleidingen en educatieve tuin met landjes en tuinen. Het eiland kent een natuurlijk karakter en krijgt in de vormgeving en uitwerking fragmenten mee van het vroegere landgoed, zoals een symmetrie as, een brug, boomgroepen en klinkerverharding. Naast de hoofdingang komt er een secundaire entree door middel van een smalle voetgangersbrug aan de zuidoostzijde, op de plek van de huidige duiker.
Ten behoeve van de herinrichting van het terrein is door Van der Helm Milieubeheer een quickscan flora en fauna "Begraafplaats Rosenburgh", met projectcode VORO100447, uitgevoerd. Hierin wordt geconcludeerd dat uit literatuurstudie blijkt dat er in het projectgebied mogelijk beschermde grondgebonden zoogdieren, vleermuizen, amfibieën, vogels en vaatplanten voorkomen. Enkele van deze beschermde soorten zijn tijdens het veldbezoek ook waargenomen en is een geschikt habitat voor beschermde dieren en planten vastgesteld. Om beschermde soorten vast te stellen of uit te sluiten binnen het projectgebied is aanvullend onderzoek nodig.