Plan: | Buitengebied Voorschoten (2010) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP40 |
De voor 'Agrarisch met waarden - Open gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale hoogte |
Erf- en perceelsafscheidingen op tenminste 1 meter achter de voorgevelrooilijn | 2 m. |
Overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 m. |
Ooievaarsnesten | 7 m. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 , ten behoeve van het gebruik van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen voor het stallen dan wel aan derden bieden van gelegenheid tot stallen van paarden en pony's, mits:
Het is verboden op de in artikel 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap van Rijnland, etc.
Het bevoegd gezag kan ter plaats van de nadere aanduiding op de planverbeelding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemming van deze gronden te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat:
Alvorens te besluiten omtrent de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.6.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een agrarisch deskundige, bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorie en bij een deskundige op het gebied van landschappelijke waarden en landschapsarchitectuur.