5.1 Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van de Wro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijke besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van de omgevingsvergunning echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
- het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
- het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
- het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
In hoofdstuk 8 van het geldende bestemmingsplan 'Dorpskernen' wordt met zekerheid gesteld dat de bestemmingen, en dus ook de woonbestemming van het plangebied, financieel sluitend zijn. Het opstellen van een exploitatieplan is derhalve niet noodzakelijk.
Door het verschuiven van de voorgevelrooilijn kan er echter wel sprake zijn van planschade. Om deze reden is voor de ontwikkeling een planschaderisicoanalyse uitgevoerd om de eventuele planschade inzichtelijk te krijgen. Met de gemeente is een overeenkomst gesloten hoe om te gaan met mogelijke planschade.