direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Leverterrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0224bpLever2010-0130

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 4.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens laboratoria en onderzoeksinstellingen;
  • g. bijbehorende voorzieningen, zoals toegangswegen, voet- en fietspaden, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en kantines.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen, geen kantoorgebouwen zijnde, en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de bouwhoogte van kantoorgebouwen bedraagt ten hoogste 15 m;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak bedraagt 80% van het bouwvlak van het bouwperceel;
  • e. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m.
  • f. in afwijking van het bepaalde onder b en c mag de bestaande bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' niet worden gewijzigd;
  • g. in aanvulling op het bovenstaande geldt ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' dat de kapvorm van gebouwen niet mag worden gewijzigd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van kranen en tanks bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum bouwhoogte kranen en tanks (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -1' kranen toegestaan met een bouwhoogte van 50 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
1.   van erfafscheidingen en vrijstaande reclamezuilen   2,5 m;  
2.   van lichtmasten   15 m;  
3.   van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast   15 m;  
4.   van antenne-installaties die op bouwwerken worden geplaatst, niet zijnde schotelantennes   5 m;  
5.   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   6 m.  

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijken bij karakteristieke waarde

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder f en g, indien de karakteristieke waarde van het gebouw daardoor niet onevenredig wordt aangetast en daarover schriftelijk advies is ingewonnen bij de Commissie voor welstand en monumenten.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. kwetsbare objecten zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' en de aanduiding 'veiligheidszone - gasontvangstation - 2';
  • c. beperkt kwetsbare objecten zijn, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten, niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' en de aanduiding 'veiligheidszone - gasontvangstation - 1';
  • d. bedrijven die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn aangeduid met verkeersindex 3G zijn niet toegestaan;
  • e. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • f. op onbebouwde gronden is opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 10 m niet toegestaan;
  • g. per bedrijf is kantoorvloeroppervlak die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • h. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Omgevingsvergunning afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.5.2 Omgevingsvergunning bedrijven met verkeersindex 3G

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4 onder d, indien reconstructie van de Marathonweg heeft plaatsgevonden door middel van:

  • a. ondertunneling van het spoor;
  • b. verbreding naar 2 x 2 rijstroken;
  • c. opheffing van de gelijkvloerse kruisingen.

3.5.3 Omgevingsvergunning beperkt kwetsbare objecten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4 onder c, indien sprake is van gewichtige redenen en het plaatsgebonden risico ter plaatse niet meer bedraagt dan 10-5.

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden gebouwen te slopen.

3.6.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 3.6.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, onder de volgende voorwaarden:

  • a. bij sloop van het gehele gebouw: indien dit gaat gepaard met herbouw van een vergelijkbaar gebouw;
  • b. bij sloop van een gedeelte van het gebouw: indien het te slopen gedeelte zelf niet beschermenswaardig is en de bescherming van het resterende gedeelte is gewaarborgd.

Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning voor het slopen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie voor welstand en monumenten.