direct naar inhoud van Artikel 33 Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Plan: Buitengebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0217bpBuwe2010-0130

Artikel 33 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

33.1 Bestemmingsomschrijving
33.1.1 Algemeen

De voor Waterstaat - Waterstaatkundige functie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, primair bestemd voor (de bescherming van) het (stroomvoerend deel van het) rivierbed, watersystemen als fysiek systeem van waterlopen en andere met de waterhuishouding samenhangende voorzieningen en waterbergingsgebieden.

33.1.2 Prioriteitenstelling

Indien er strijd ontstaat tussen het bepaalde in de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie en het bepaalde in de overige daar voorkomende bestemmingen, prevaleert het bepaalde in de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie.

33.2 Bouwregels
33.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 33.1.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van gebouwen de volgende bouwregels:

  • a. Er mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming als bedoeld in lid 33.1.1.
  • b. Voor de andere daar voorkomende bestemmingen geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
33.2.2 Andere bouwwerken

Ten aanzien van de in lid 33.1.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van andere bouwwerken de volgende bouwregels:

  • a. Er mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming als bedoeld in lid 33.1.1.
  • b. De maximale bouwhoogte voor het bouwen van andere bouwwerken bedraagt 5 meter.

33.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken bepaalde in lid 33.2.1 sub a en lid 33.2.2 sub a toestaan dat ten behoeve van en volgens de regels van de secundaire bestemming en (eventuele) dubbelbestemming gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:

  • a. er sprake is van:
    • 1. een zodanige situering van de bestemming dat het veilig en doelmatig gebruik van het oppervlaktewaterlichaam gewaarborgd blijft;
    • 2. geen feitelijke belemmering voor de vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier;
    • 3. een zodanige situering van de bestemming dat de waterstandverhoging of afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
    • 4. een zodanige situering van de bestemming dat de ecologische toestand van het oppervlaktewaterlichaam niet verslechtert.
  • b. er vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende vaarweg.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
33.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructie, installaties of apparatuur;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
33.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen
  • c. werken of werken die betrekking hebben op reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
33.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
  • a. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de waterkering.