direct naar inhoud van Artikel 5 Tuin
Plan: Park Hoog Lede
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0205bpPahl2009-0040

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. erfafscheidingen, behorende bij patiowoningen;
  • c. bouwwerken;

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Op of in de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van voor de gevellijn van en aansluitend aan woningen gelegen erkers en serres;

met dien verstande, dat:

  • a. de maximale bouwhoogte voor erkers en serres 3 meter bedraagt;
  • b. de maximale oppervlakte van erkers en serres 15 m² bedraagt.

Voor erkers en serres geldt dat tot een diepte van maximaal 1,5 m en een breedte van maximaal 2/3 van de betreffende voorgevel mag worden gebouwd, een en ander voor zover de afstand tot de voorste perceelsgrens grenzend aan de openbare ruimte niet kleiner wordt dan 1 meter.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van muren ter afscherming van de patio bij de patiowoningen, een balkon en/of luifel aan de voorgevel van een woning;

met dien verstande dat:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - patiomuur' op de verbeelding, patiomuren zijn toegestaan;
  • b. de maximale bouwhoogte van een patiomuur 2 meter bedraagt;
  • c. de maximale bouwhoogte voor balkons 4 meter bedraagt;
  • d. de maximale bouwhoogte voor luifels 3 meter bedraagt.

Voor het bepaalde onder c en d geldt dat tot een diepte van maximaal 1,5 m en een breedte van maximaal 2/3 van de betreffende voorgevel mag worden gebouwd, een en ander voor zover de afstand tot de voorste perceelsgrens grenzend aan de openbare ruimte niet kleiner wordt dan 1 meter.

5.2.3 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Tuin' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' op de verbeelding, gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te realiseren.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.