direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Park Hoog Lede
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0205bpPahl2009-0040

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Park Hoog Lede' van de gemeente Vlaardingen;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0622.0205bpPahl2009-0040

met de bijbehorende regels;

1.3 verbeelding

de verbeelding van het bestemmingsplan 'Park Hoog Lede' bestaande uit kaart 211x02937;

1.4 aanbouw

een afzonderlijke ruimte die is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens

grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 aaneengebouwd

blokken van meer dan twee aaneengesloten woningen;

1.8 bebouwde oppervlakte

de oppervlakte van een gebouw, gemeten overeenkomstig het bepaalde in 2.5;

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.10 bedrijf aan huis

het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig daarin verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door de beperkte omvang ervan in een woning en/of daarbij behorende uit-/aanbouw kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.11 beroep aan huis

het door de bewoner van een woning daarin uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de beperkte omvang ervan in een woning en/of daarbij behorende uit-/aanbouw, kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.14 bijgebouw

een op zichzelf staand gebouw, dat door vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.17 bouwlaag

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond;

1.18 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.19 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel;

1.20 bouwvlak

een aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.21 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.22 calamiteitenroute

een route waar, in het geval van ongelukken, brandweer, politie en ambulances gebruik van kunnen maken;

1.23 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct gelegen is bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van het hoofdgebouw en de regels van het bestemmingsplan deze inrichting niet verbieden;

1.24 erker

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een "lichte" constructie met een overwegend transparante uitstraling;

1.25 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.26 geluidwerende voorziening

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, naast een weg om de geluidshinder te beperken van die weg in het gebied aan de andere zijde van dat bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.27 gestapelde woning

een woning, onderdeel uitmakende van een gebouw dat meerdere geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en uit twee of meer bouwlagen bestaat;

1.28 gevellijn

de voorgevelrooilijn, zijnde de op de verbeelding aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd;

1.29 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie functie, of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.30 kap

constructie, onder een bepaalde hoek, om dakbedekking te dragen;

1.31 kelder

een geheel of nagenoeg geheel beneden peil gelegen ruimte onder het hoofdgebouw, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op tenminste 1,75 meter beneden peil;

1.32 kunstwerken

civieltechnische bouwwerken ten behoeve van weg- en waterbouw inclusief constructieve voorzieningen;

1.33 ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van een) bouwwerk, dat is gelegen beneden peil, met uitzondering van onderbouw in de zin van kruipruimte en van fundering;

1.34 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;

1.35 patiowoning

een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing;

1.36 peil
  • voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.37 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.38 straatmeubilair

bij of op de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, verkeersgeleiders, zitbanken, reclamezuilen en bloembakken, glasbakken, voorzieningen voor de verzameling van vuilcontainers en abri's;

1.39 twee-aaneengebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;

1.40 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.41 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw, eventuele daaraan aangebrachte erkers en/of serres buiten beschouwing latende, op of aan de zijde van de op de verbeelding aangegeven gevellijn;

1.42 voorkant

de zijde van het hoofdgebouw waar de voorgevel is gelegen;

1.43 voorzieningen van algemeen nut

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;

1.44 vrijstaande woning

een woning, die niet met een naastgelegen woning en/of de daarbij behorende aan- en uitbouwen is verbonden;

1.45 warmte-koudeopslag

het opslaan van thermische energie (in water) in de ondergrond voor verwarming en koeling van individuele woningen;

1.46 waterkering

alle dijken, kaden, natuurlijke hoogten en ophogingen, bestemd om in het openbaar belang water te keren, met ingbegrip van het gehele lichaam van de dijk en kaden;

1.47 wet/wettelijke regelingen

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;

1.48 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.49 zijgevel

gevel, links of rechts, die meestal haaks op de voorgevel van het bouwwerk staat.