Plan: | Clarissenhof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0620.bp0013-VG01 |
het bestemmingsplan Clarissenhof met identificatienummer NL.IMRO.0620.bp0013-VG01 van de gemeente Vianen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het terrein dat op grond van het bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt. Dat kan een op de kaart van het bestemmingsplan aangegeven begrensd bouwvlak zijn, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten of een begrensd bouwperceel waarop zelfstandige bij elkaar horende bebouwing is toegestaan;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een bedrijf dat vanwege zijn kleinschalige omvang en geringe invloed op de omgeving kan worden uitgeoefend in een gedeelte van de woning, door de gebruik(st)er van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, waaronder mede een bed&breakfast is begrepen;
een dienstverlenend of kunstzinnig beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, door de gebruik(st)er van die woning, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een gebouw dat architectonisch ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk in gebruik is en/of als zodanig valt aan te merken;
onder een huishouden wordt verstaan een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren (zie hoofdstuk 6 toelichting voor handhavingscriteria);
een gevel, waar de geluidsbelasting (ten gevolge van de afzonderlijke geluidsbronnen) niet hoger is dan 48dB, zijnde de in de Wet geluidhinder genoemde voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai;
een gebouwde voorziening voor het algemeen nut;
de naar de openbare weg gekeerde, èn op de openbare weg georiënteerde zijde van een gebouw;
de denkbeeldige lijn waarin de voorgevel van een gebouw geplaatst is;
een gebouw, bestaande uit hoofdgebouwen en de bijgebouwen/aan- en uitbouwen, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden;
een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond van een perceel, inclusief perceelsgedeelten die niet voor bebouwing in aanmerking komen, zoals gronden met een tuinbestemming en een later aangekochte groenstrook enz. (dat deze gedeelten mee gerekend moeten worden in het bebouwingspercentage, wil niet zeggen dat deze gronden ook mogen worden bebouwd).
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn uitsluitend met de bestemming verband houdende bouwwerken geen gebouwen zijnde, met een hoogte van maximaal 3 meter toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde onder 3.2 voor speeltoestellen en beeldende kunstwerken tot een hoogte van maximaal 5 meter, mits het gebruik op de aangrenzende bestemmingen daardoor niet onevenredig wordt gehinderd.
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde in 3.4 onder b, voor een verbreding van de aangrenzende weg mits deze weg met niet meer dan 2 meter wordt verbreed.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen.
Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1 meter, met dien verstande dat:
De voor Verkeer - Verblijfsgebied'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden mag worden gebouwd met in achtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2, onder a, voor speeltoestellen en beeldende kunstwerken tot een hoogte van maximaal 5 meter, mits:
Een voor 'Verkeer - Verblijfsgebied'aangewezen perceel mag worden gebruikt voor kleinschalige evenementen met een maximum aantal van 3 per jaar (per locatie) en een duur van ten hoogste 24 uur per evenement.
De voor Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op de voor Wonen' aangewezen gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' de bouwhoogte de aangegeven hoogte mag, dan wel moet bedragen.
Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, mits:
Met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' het gehele aangegeven aanduidingsvlak mag worden aangewend, inclusief eventuele verdiepingsvloeren.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels en bij een woning bedrijfsactiviteiten met een werkplaats toestaan, mits vooraf aan de hand van onderzoek is aangetoond dat het woon- en leefklimaat in de directe omgeving niet wordt aangetast.
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van de regels van dit plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in dit artikel mag alleen plaatsvinden voor zover het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Clarissenhof van de gemeente Vianen.