direct naar inhoud van 5.3 Planregels
Plan: Schoolstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpsc-vg99

5.3 Planregels

De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 geeft de planregels behorende bij de in het plangebied voorkomende bestemmingen zoals hierboven benoemd. Hoofdstuk 3 bevat de algemene, voor het hele plangebied geldende bepalingen en hoofdstuk 4 bevat tot slot de overgangsregels en slotregel. In deze paragraaf worden de planregels kort toegelicht.

5.3.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe de hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht dienen te worden genomen, moeten worden gemeten.

5.3.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer-Verblijfsgebied

De wegen, voet- en fietspaden en verblijfsgebieden binnen het plangebied hebben de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied gekregen. Verder vallen binnen deze bestemming de openbare ruimten en de groenvoorzieningen die niet worden gerekend tot structureel groen. Binnen de bestemming zijn tevens nutsvoorzieningen (waaronder afvalvoorzieningen), parkeervoorzieningen en speeltoestellentoegestaan.

Artikel 4 Wonen

De voornaamste functie in het plangebied is het wonen. Hierbij worden twee verschillende vormen van wonen onderscheiden, namelijk aaneengebouwde woningen en gestapelde woningen. Bouwaanduidingen geven de locaties van de twee typen woningen in het plangebied weer. Het gestapelde woningblok bestaat uit 4 onderwoningen en 8 bovenwoningen. De twee woningblokken met aaneengebouwde woningen bestaan uit 4 en 5 woningen.

De woningen en bijbehorende erfbebouwing dienen te worden gebouwd in het aangegeven bouwvlak. De woningen staan met de voorgevel in de naar de aangegeven gevellijn gekeerde bouwgrens. De maximale goothoogte die aangehouden dient te worden is in de regels opgenomen en bedraagt 6 m. Een uitzondering geldt ter plaatse van de voorgevels van blok 1 en 2, daar bedraagt de maximale goothoogte namelijk 4 m. De bouwhoogte bedraagt voor de rijenwoningen maximaal 9,5 m. Voor de beneden- en bovenwoningen zijn twee hoogten opgenomen. Het voorste gedeelte van het bouwvlak kent een bouwhoogte van maximaal 11 m en het achterste gedeelte een bouwhoogte van 4,5 m. Dit is op de verbeelding opgenomen. Voor het overige zijn regels opgenomen ten aanzien van onder andere het bebouwingspercentage en de diepte van woningen. Een en ander zoals gebruikelijk binnen de gemeente Strijen. Zo is de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gemaximeerd tot 3 m. Ten behoeve van de balkons bij de bebo-woningen is aanvullend bepaald dat deze hoogte mag worden overschreden door balustrades ten behoeve van balkons.

5.3.3 Algemene regels

Artikel 5 Antidubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geƫist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 6 Algemene bouwregels

De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.

Artikel 7 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Bij globale bestemmingsplannen bestaat de kans dat bij toetsing van bouwaanvragen sprake is van aanvullende werking van de bouwverordening, omdat het bestemmingsplan ter zake van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening (zoals rooilijnen) niets regelt. Deze aanvullende werking kan ongewenst zijn, omdat het bestemmingsplan met opzet globaal is gehouden ten aanzien van deze ontwerpen. Artikel 7 voorkomt dat bepalingen uit de bouwverordening alsnog van toepassing kunnen zijn. Hoewel het plan gedetailleerd is bestemd, is zekerheidshalve deze aanvullende werking uitgesloten.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene afwijkingsbevoegdheid opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

Artikel 9 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.

Artikel 10 Werking wettelijke regeling

In dit artikel is bepaald dat alle wettelijke regelingen waarnaar in de planregels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

5.3.4 Overgangs- en slotregel

Artikel 11 Overgangsrecht

In artikel 3.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan.

Artikel 12 Slotregel

Het laatste artikel van de planregels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.