Schoolstraat

2.1 Inleiding

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) gaat uit van een scheiding tussen beleid en normstelling (juridische verankering). Het beleid wordt opgenomen in de structuurvisies van de verschillende overheden. Normstelling vindt plaats in het bestemmingsplan en/of algemene regels die overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen.

De structuurvisies zijn in de plaats gekomen van de streekplannen en planologische kernbeslissingen. Het overgangsrecht van de Wro regelt dat de concrete beleidsbeslissingen van Rijk en provincie overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen. Hoewel de Nota Ruimte (2006) geen concrete beleidsbeslissingen bevat, moet de inhoud van bestemmingsplannen nog steeds in overeenstemming zijn met de Nota Ruimte en het provinciale ruimtelijke beleid. In dit hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan. De Provinciale Staten Zuid-Holland heeft op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie vastgesteld. Het bestemmingsplan moet hieraan voldoen.

Het Rijk werkt momenteel aan een vertaling van hun beleid in algemene regels: de AMvB Ruimte. Hiermee wordt in dit bestemmingsplan geen rekening gehouden aangezien dit niet relevant is voor onderhavige ontwikkeling. De provincie Zuid-Holland heeft de provinciale ruimtelijke verordening vastgesteld. Die regels moeten worden doorvertaald in bestemmingsplannen.