Plan: | Noord en Over de Keen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0617.bpnk-vg99 |
In het kader van de inspraakverordening van de gemeente Strijen heeft het voorontwerpbestemmingsplan vanaf 12 oktober 2009 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn ingezetenen en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om (mondeling of schriftelijk) zijn of haar reactie aan het college van burgemeester en wethouders bekend te maken. Hoewel het bestemmingsplan een consoliderend karakter heeft, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden mogelijkheid gemaakt, is toch op 14 oktober 2009 een inspraakavond gehouden. De verslaglegging hiervan is opgenomen in bijlage 3.
Inspraakavond
Binnensingel 6
Tijdens de inspraakavond is door de gemeente aangegeven de situatie aan de Binnensingel 6 nader te bekijken. Voor het perceel Binnensingel 6 is verzocht om het gehele perceel binnen hetzelfde bestemmingsplan te betrekken. Bijna nadere beschouwing van deze locatie is besloten dit verzoek niet te honoreren. De tuin van Binnensingel 6 maakt onderdeel uit van de tuinenstrook van de aangrenzende woningen van Binnensingel 2, 4 en 8. Deze tuinenstrook is gedeeltelijk in eigendom van het Waterschap. De gronden maken voorts mede onderdeel uit van de naastgelegen bestemming (binnen het bestemmingsplan Dorpskern). Derhalve blijft de plangrens ongewijzigd.
Inspraakreacties
Gedurende de inspraakperiode van het voorontwerpbestemmingsplan zijn 3 schriftelijke reacties binnengekomen en is er 1 mondelinge reactie gegeven.
Hieronder is een samenvatting gegeven van de verschillende reacties en is de beantwoording van de reacties door het gemeentebestuur weergegeven. Voorts is aangegeven of de reactie leidt tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan. De volledige schriftelijke reacties zijn opgenomen in bijlage 4.
Samenvatting
Inspreker geeft aan dat ter plaatse van het perceel Nieuwestraat 46 in het vigerende bestemmingsplan Noord de bestemming Bedrijfsdoeleinden geldt. In het voorontwerp is hier de bestemming Wonen opgenomen. De bedrijfsvoering van inspreker kan binnen deze bestemming niet worden uitgevoerd. Derhalve wordt verzocht voor dit perceel de bestemming Bedrijf op te nemen.
Beantwoording
Voor de locatie aan de Nieuwestraat 46 werd verondersteld dat hier geen bedrijfsvoering meer plaats vond en dat alleen nog sprake was van een woning. Op basis hiervan is in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming gewijzigd van Bedrijfsdoeleinden naar de bestemming Wonen. Gelet op de karakteristiek van de omgeving is het ook wenselijk om oude bedrijfslocaties om te zetten naar een woonbestemming. Echter, gelet op het feit dat de bedrijfsvoering ter plaatse naar nu blijkt niet is gewijzigd, zal de bestemming worden aangepast in de bestemming Bedrijf. Tevens wordt in paragraaf 4.1.1 een vermelding gemaakt van het bedrijf.
Binnen de bestemming bedrijf bestaat nog wel een wijzigingsbevoegdheid om de bestemming Bedrijf onder voorwaarden om te kunnen zetten in de bestemmingen Tuin en Wonen. Dit uitsluitend in overleg en/of wanneer de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd.
Conclusie
De inspraakreactie leidt tot wijziging van het bestemmingsplan in die zin, dat ter plaatse van de Nieuwestraat 46 de bestemmingen Tuin en Wonen gewijzigd worden in de bestemming Bedrijf. Tevens wordt de bedrijvenlijst in paragraaf 4.1.1 aangevuld.
Samenvatting
Inspreker wenst dat het gehele perceel aan de Binnensingel 8 de bestemming Wonen krijgt zoals ook bij omliggende percelen is gedaan.
Beantwoording
In het vigerende bestemmingsplan was ten zuiden van de woning aan de Binnensingel 8 reeds sprake van een groenbestemming. Dit is in het voorontwerpbestemmingsplan overgenomen. Bij vergelijking van het vigerende bestemmingsplan en het voorontwerp blijkt dat de groenbestemming echter ruimer is opgenomen dan in het vigerende bestemmingsplan. Een en ander zal worden gecorrigeerd in het ontwerpbestemmingsplan.
Conclusie
De inspraakreactie leidt tot wijziging van het bestemmingsplan in die zin, dat de bestemming Wonen van het perceel aan de Binnensingel 8 wordt verruimd. De bestemming Groen wordt hiermee verkleind conform het vigerende bestemmingsplan.
Samenvatting
Inspreker geeft aan dat op het perceel N1780 (Walewegje 8) een bouwmogelijkheid lag voor een tweede woning. De duiding is in het voorontwerpbestemmingsplan afwijkend van het vigerende bestemmingsplan. In gesprek met de gemeente is door de gemeente aangegeven dat er feitelijk niets verandert aangaande de bouwmogelijkheden van een tweede woning. Deze is uitsluitend mogelijk op het perceel N1780. Inspreker vindt het woord 'uitsluitend' hier van belang, volgens de bestemmingsregeling zijn nu ook de buurpercelen betrokken.
Om misverstanden te voorkomen verzoekt inspreker om de eerste reactie van de gemeente schriftelijk te bevestigen.
Beantwoording
Bij het vergelijken van het vigerende bestemmingsplan ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan, blijkt dat de bestemmingslegging één op één is overgenomen. In het vigerende bestemmingsplan is het eveneens toegestaan om 6 woningen te realiseren in het aangegeven bestemmingsvlak waar zich reeds 5 woningen bevinden. Echter, de regels schrijven voor dat per perceel ten hoogste 1 vrijstaande woning mag worden gerealiseerd. Gelet op het feit dat een gedeelte van het perceel N1780 het enige onbebouwde perceel is binnen dit bestemmingsvlak, kan uitsluitend op dit gedeelte nog een woning worden gebouwd. Eventueel is ook bij sloop/nieuwbouw van de woningen een herindeling mogelijk om zo 6 woningen te realiseren. De bestemmingsregeling van het voorontwerpbestemmingsplan wijkt hier niet van af. Gelet op het voorgaande is een wijziging van het bestemmingsplan hier niet noodzakelijk.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot wijzigingen van het bestemmingsplan.
Samenvatting
Verzocht wordt om de woonbestemming in westelijke richting te vergroten. Nu ligt er tussen de bestemmingen Groen en Wonen een strook met de bestemming Tuin-1. Verzocht wordt om voor deze strook net zoals, net zoals bij de buren, een woonbestemming op te nemen.
Beantwoording
Bij het voorontwerpbestemmingsplan is het vigerende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen. Hier was sprake van de bestemming Woondoeleinden met de nadere aanduiding 'zonder bebouwing'. Echter, gelet op het feit dat de gronden bij de direct aangrenzende percelen, te weten Nieuwestraat 23 en 25, eveneens zijn doorgetrokken tot aan de bestemming Groen, is het ruimtelijk niet bezwaarlijk om het perceel Nieuwestraat 27 eveneens door te trekken tot aan de groenbestemming. Derhalve komt hier de bestemming Tuin-1 te vervallen.
Conclusie
De inspraakreactie leidt tot wijziging van het bestemmingsplan in die zin dat de woonbestemming wordt doorgetrokken en de strook Tuin-1 komt te vervallen.
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan aan verschillende instanties voorgelegd. Naar aanleiding hiervan hebben de volgende instanties gereageerd.
De onder 4, 5 en 6 genoemde instanties hebben aangegeven geen op- of aanmerkingen te hebben op het voorontwerpbestemmingsplan. De overige reacties worden hieronder kort samengevat en van commentaar voorzien. De volledige reacties zijn opgenomen in bijlage 5.
Samenvatting
Het Waterschap verzoekt paragraaf 4.2 Waterhuishouding aan te vullen met de volgende alinea: "Mogelijk treedt de nieuwe Keur van het waterschap eind 2009 in werking. De bepaling in de huidige Keur over verhardingen boven of onder 250 m2 zal daarbij komen te vervallen. Middels een overgangsbepaling blijft dit artikel van kracht totdat nieuw beleid over watercompensatie is vastgesteld."
Voorts wordt aangegeven dat de watergang tussen de Weelsedijk en het Kemphaanpad is gemarkeerd als waterkeringsgebied. Conform de legger waterkeringen valt deze sloot echter buiten de keurzone.
Beantwoording
De aangegeven nieuwe keur is op 22 december 2009 in werking getreden. De nieuwe Keur zal in de bedoelde paragraaf worden opgenomen. Daarnaast zal de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering tussen de Weelsedijk en het Kemhaanpad worden verwijderd.
Samenvatting
De Provincie geeft aan dat het plan voor wat betreft het onderwerp water onvoldoende rekening houdt met het provinciaal belang. In de plantoelichting wordt ingegaan op het Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010, maar het huidige planologische toetsingskader wordt eveneens vormgegeven door onder andere de Nota Regels voor Ruimte. Hierin is ook het provinciale toetsingskader voor het beleidsveld water opgenomen.
Tevens zijn niet alle watergangen die in het plangebied voorkomen als water bestemd. Verzocht wordt aan te geven op welke wijze wordt voorkomen dat de huidige functie van de watergangen wordt beëindigd.
Tot slot laat het plan extra verharding toe op de gronden met de bestemming Maatschappelijk. Verzocht wordt om aan te geven op welke wijze de eventuele toename van de verharding wordt gecompenseerd met open water.
Beantwoording
Het huidige provinciaal beleid staat verwoord in het provinciaal Waterplan. Een beschrijving van dit plan wordt in de toelichting in paragraaf 4.2 opgenomen. Binnen het opgenomen beleidskader is een specificering van overig beleid die genoemd. Overigens betreft het hier ook een consoliderend bestemmingsplan, waarin geen rechtstreekse nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt. Wel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bedrijfslocaties te wijzigen in de bestemmingen Wonen en Tuin. Bij wijziging zal het bebouwd oppervlak naar alle waarschijnlijkheid afnemen. In het kader van het bestemmingsplan worden eveneens geen extra bouwmogelijkheden voor maatschappelijke voorzieningen geboden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Wel is in de toelichting opgenomen dat rekening gehouden moet worden met 10% open water compensatie bij extra oppervlakte aan verhardingen.
Op de verbeelding zijn de primaire en secundaire watergangen aangegeven. Overige watergangen, zoals sloten e.d., zijn juridisch-planologisch mogelijk binnen de betreffende bestemming. Een aanpassing van de verbeelding is hier niet nodig.
Samenvatting
Aangegeven wordt dat in het plangebied leidingen liggen van Evides. Hierbij wordt verzocht om in de verdere planvorming rekening te houden met de aanwezigheid van deze leidingen, zoals op de meegestuurde plankaarten is aangegeven.
Beantwoording
De drinkwaterleidingen waar Evides op wijst zijn, gezien hun omvang, niet planologisch relevant. Tevens betreft het bestemmingsplan Noord en Over de Keen een consoliderend plan. Knelpunten tussen deze leidingen en het bestemmingsplan zullen derhalve niet optreden.