direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Dorp III 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpdp-vg01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van agrarische bedrijven, zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.6 onder a;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': een glastuinbouwbedrijf zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.6 onder b;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en voet- en fietspaden.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijf toegestaan;
  • c. per bedrijf is een oppervlakte aan agrarische bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, toegestaan van ten hoogste 2.000m2;
  • d. kassen zijn enkel toegestaan ter plaatse van de functieaanduiding 'glastuinbouw';
  • e. de oppervlakte van kassen bedraagt maximaal de bestaande oppervlakte;
  • f. de goothoogte van kassen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • g. de bouwhoogte van kassen bedraagt ten hoogste 8 m;
  • h. per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
  • i. de goothoogte van een bedrijfswoning bedraag maximaal 6 m;
  • j. per bedrijfswoning is ten hoogste 40 m2 aan bijgebouwen toegestaan waarbij de goothoogte ten hoogste 3 meter bedraagt;
  • k. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat agrarische hulpgebouwen tot een maximumoppervlakte van 50 m2 per bedrijf buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
  • l. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geen gebouwen' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
  • m. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste ingeval van:

- voedersilo's 12,00 meter;

- van terreinafscheidingen 1,50 meter;

- van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6,00 meter;

  • n. tussen kassen en woningen, inclusief aan- en uitbouwen die niet tot het eigen agrarische bedrijf behoren dient, tenzij uit de bestaande situatie anders volgt, ten minste de volgende afstand in acht te worden genomen:

soort objecten   aan te houden afstand  
  indien glastuinbouwbedrijf voor 1 mei 1996 is opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen)   indien bedrijf na 30 april 1996 is opgericht of ontwikkelingen plaatsvinden na 1 oktober 2009  
categorie I: bijvoorbeeld aaneengesloten woonbebouwing, gevoelig object   25 m   50 m  
categorie II: bijvoorbeeld niet aaneen-gesloten woonbebouwing, restaurant   10 m   25 m  

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is toegestaan, voor zover deze teelt overwegend voorziet in de behoefte van het eigen grondgebonden veehouderijbedrijf;
  • b. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
  • c. inwoning als vorm van mantelzorg is toegestaan;
  • d. prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan;