a. Het is in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
1. het storten c.q. lozen en/of het opslaan van bagger, grondspecie, puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
2. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, containers, oude en nieuwe bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen hiervan, afval, puin, zand, grind en brandstoffen;
3. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
4. paardenbakken;
5. het opslaan van mest;
b. Onverminderd het bepaalde onder a is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor seksinrichting en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsbepalingen;
c. het is toegestaan om woningen ten behoeve van bed & breakfast te gebruiken indien daarvoor maximaal 1 kamer binnen de woning wordt aangewend.
12.2 Uitzonderingen bijzonder gebruiksverbod
a. Het in lid 12.1 onder a bepaalde is niet van toepassing op:
1. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
2. opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;
3. het plaatsen van onderkomens overeenkomstig het bepaalde in de gebruiksbepalingen binnen de bestemmingsbepalingen in hoofdstuk 2 van deze regels;
4. het opslaan of storten van afvalstoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen;
5. de stalling van één toercaravan op de bij een woning behorende grond gelegen naast of achter de woning;
b. Het in lid 12.1 onder b bepaalde is niet van toepassing op detailhandel in goederen, voor zover zulks een ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel vormt van de bedrijfsvoering van de in het plan toegestane bestemmingen.