direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Dorpsgebied Rockanje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.1210bpDGROCKANJE-0100

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting': tevens een seksinrichting;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Algemeen
  • a. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt over een lengte van ten minste 40% van de voorgevel in of op een afstand van ten hoogste 5 m van de naar de openbare weg gekeerde bestemmingsgrens gebouwd;
  • b. het bestaande aantal woningen per bouwperceel mag niet worden vergroot;
  • c. in afwijking van het onder b gestelde, mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven aantal woningen bedragen;
  • d. hoofdgebouwen worden als volgt gebouwd:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': vrijstaand;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': twee-aaneen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': aaneengebouwd;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': gestapeld;
  • e. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • f. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • g. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen en dakopbouwen, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
    • 2. de breedte van dakkapellen aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak;
    • 3. de breedte van dakopbouwen gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak;
  • h. erfbebouwing wordt ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • i. de goothoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • j. de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m;
  • k. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • l. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.

9.2.2 Vrijstaande woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. het gezamenlijk oppervlak van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 150 m²; deze oppervlakte mag worden vergroot tot ten hoogste 400 m², met dien verstande dat het totale grondoppervlak van gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 35% van het totale oppervlak van de bij de woning behorende gronden met de bestemming 'Wonen';
  • b. de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte van 4 m mag worden overschreden door een dak met een platte afdekking, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedraagt;
  • c. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid 9.2.1 onder j bedraagt de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, ten hoogste 6 m, indien de afstand tot de zij- en achterperceelsgrens ten minste 3 m bedraagt.

9.2.3 Aaneengebouwde woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de diepte van hoofdgebouwen exclusief aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 10 m;
  • b. het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, met dien verstande dat het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt.

9.2.4 Twee-aaneengebouwde woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de diepte van woningen exclusief aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 12 m;
  • b. het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, met dien verstande dat het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt;
  • c. de afstand van de niet-aaneengebouwde gevel van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m.

9.2.5 Gestapelde woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' geldt de volgende regel:

  • a. het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, met dien verstande dat het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt.

9.2.6 Specifieke bouwaanduiding 1 en 2
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mogen ten hoogste 2 twee-aaneengebouwde woningen worden gebouwd of 1 vrijstaande woning;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mogen ten hoogste 3 vrijstaande woningen of 1 vrijstaande woning en 4 twee-aaneengebouwde woningen worden gebouwd; hierbij gelden de volgende regels:
    • 1. het gezamenlijk oppervlak van gebouwen en overkappingen van vrijstaande woningen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 150 m²; deze oppervlakte mag worden vergroot tot ten hoogste 400 m², met dien verstande dat het totale grondoppervlak van gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 35% van het totale oppervlak van de bij de woning behorende gronden met de bestemming 'Wonen';
    • 2. de afstand van hoofdgebouwen van vrijstaande woningen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
    • 3. in afwijking van het bepaalde in lid 9.2.1 onder j. bedraagt de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bij vrijstaande woningen ten hoogste 6 m, indien de afstand tot de zij- en achterperceelsgrens ten minste 3 m bedraagt;
    • 4. de oppervlakte van hoofdgebouwen van twee-aaneen te bouwen woningen bedraagt ten hoogste 100 m²;
    • 5. de diepte van twee-aaneen te bouwen woningen exclusief aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 12 m;
    • 6. het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bij twee-aaneen te bouwen woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, met dien verstande dat het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt
    • 7. de afstand van de niet-aaneengebouwde gevel van hoofdgebouwen van twee-aaneen te bouwen woningen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m.

9.2.7 Specifieke bouwaanduiding - 3: Garageboxen

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd. Hierbij geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van garageboxen bedraagt ten hoogste 3 m.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. het oppervlak in gebruik voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of bedrijfsmatige activiteiten van hoofdgebouwen en bijgebouwen, ten hoogste 50 m² bedraagt;
    • 3. ten behoeve van de activiteiten wordt voorzien in aanvullende parkeergelegenheid;
    • 4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd aan de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gerelateerde en daaraan ondergeschikte detailhandel.
  • c. paardenbakken zijn niet toegestaan.