direct naar inhoud van 7.2 Overleg artikel 3.1.1 Bro
Plan: achter Noordweg 27 Oostvoorne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.1209bpNoordweg27-0100

7.2 Overleg artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het bestemmingsplan aan de volgende instanties voorgelegd:

  • provincie Zuid-Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit;
  • Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR);
  • VROM-Inspectie, Regio Zuid-West (nu Inspectie Leefomgeving en Transport);
  • waterschap Hollandse Delta;
  • Havenbedrijf Rotterdam.

De reacties van de overleginstanties zijn hierna samengevat en van commentaar voorzien. De brieven zijn opgenomen in Bijlage 14.

Provincie Zuid-Holland

Reactie

Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van twee hogedruk aardgastransportleidingen. Als gevolg van de ontwikkelingen is sprake van een toename van het groepsrisico. Een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico wordt niet nodig geacht. Om een goed beeld te krijgen van de impact van de ontwikkeling is een advies van de Veiligheidsregio nodig. Indien de voorgestelde maatregelen worden overgenomen en uitgevoerd dienen deze ook in het plan te worden geborgd.

Beoordeling

Het bestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro toegezonden aan de Veiligheidsregio met het verzoek om advies uit te brengen. De brief met het advies van de VRR is opgenomen in Bijlage 14. Voor de inhoud van het advies wordt verwezen naar de reactie van de VRR, die hierna is opgenomen.

Conclusie

De reactie van de provincie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.

Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR)

Reactie

In het kader van externe veiligheid brengt de Veiligheidsregio advies uit over de verantwoording van het groepsrisico en de mogelijkheden voor hulpverlening en zelfredzaamheid. De VRR heeft de veiligheidsrisico's van de N218 en de twee hogedruk aardgastransportleidingen in de nabijheid van het plangebied beoordeeld. Geconcludeerd wordt dat het plangebied buiten de grenzen van de 1% letaliteitszones van de meest geloofwaardige scenario's ligt. Voorts is gekeken naar de zelfredzaamheid en de beheersbaarheid. In verband met dit laatste aspect en gelet op het feit dat het plangebied eenzijdig bereikbaar is, zal de weg ten minste 4,5 m breed moeten zijn en worden uitgevoerd met een keerlus aan het eind van de weg. De ingang zal moeten voldoen aan een buitenbochtstraal van 10 m en een binnenbochtstraal van 5,5 m. Om de risico's te beperken en de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor hulpverlening te vergroten adviseert de VRR:

  • (nood)uitgangen zo te situeren, dat aanwezige personen veilig in tegengestelde richting van een incident met een hogedruk aardgastransportleiding kunnen vluchten. Van belang is dat alle (nood)uitgangen in voldoende mate aansluiten op de bestaande infrastructuur;
  • gebouwen geschikt te maken om enkele uren te kunnen schuilen bij een toxische wolk. Deuren, ramen en ventilatieopeningen moeten afsluitbaar zijn en luchtverversingssystemen moeten kunnen worden uitgeschakeld;
  • te zorgen voor de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening binnen het plangebied, in overeenstemming met de richtlijn van de NVBR;
  • te zorgen voor een goede voorlichting en instructie van aanwezige personen.

Beoordeling

Naar aanleiding van de reactie van de VRR is de maatvoering van de ontsluitingsweg gecontroleerd, evenals de bochtstralen. De breedte van de weg voldoet aan de eisen van de VRR. De bochtstraal aan de noordzijde van de aansluiting van de ontsluitingsweg op de Noordweg voldoet niet geheel aan de aangegeven maatvoering. Naar het oordeel van de gemeente vormt dit echter geen belemmering voor de bereikbaarheid, omdat de brandweervoertuigen het plangebied vanaf het zuidelijk deel van de Noordweg zullen benaderen. De brandweerauto's zijn gestationeerd aan de Voorweg in Oostvoorne. Een route via het zuidelijk deel van de Noordweg is de kortste route naar het plangebied.

Zoals de VRR ook aangaf, is het plangebied eenzijdig bereikbaar en takt de uitgang van het woonbuurtje aan op de Noordweg. Hoewel dit niet de tegengestelde richting is van de aardgasleidingen, wordt hiermee wel aangesloten op de bestaande infrastructuur.

Voor zover de VRR (nood)uitgangen van gebouwen bedoelt, dan is het bestemmingsplan niet het juiste instrument om dit te regelen. Dit geldt ook voor de afsluitbaarheid van gebouwen en de aanwezigheid van voldoende bluswatervoorzieningen.

Conclusie

De reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.

VROM-inspectie 

Reactie

De VROM-inspectie geeft in haar reactie aan dat het voorontwerpbestemmingsplan de betrokken rijksdiensten geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Beoordeling

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Conclusie

De reactie leidt niet tot wijzigingen in het bestemmingsplan.

Waterschap Hollandse Delta

Reactie

Ten behoeve van de ontwikkeling wordt voldoende oppervlaktewater gerealiseerd. Het voorontwerpbestemmingsplan voldoet daarmee aan de uitgangspunten van het waterschap.

Wel wordt opgemerkt dat voor aanpassingen van het watersysteem door de initiatiefnemer een watervergunning dient te worden aangevraagd bij het waterschap.

Beoordeling

De reactie wordt ter kennisgeving aangenomen.

Conclusie

De reactie leidt niet tot wijzigingen in het bestemmingsplan.

Havenbedrijf Rotterdam

Reactie

  • a. In de regels is opgenomen dat de tweede bouwlaag aan de oost- en noordzijde van de woningen dient te worden uitgevoerd als dove gevel, hierdoor hoeft niet te worden voldaan aan de norm voor de maximale geluidsbelasting van 55 dB(A) voor industrielawaai. Met betrekking tot de borging merkt het Havenbedrijf op dat niet alleen de eerste verdieping, maar de gehele opbouw vanaf de eerste verdieping, waaronder het dak, dient te worden voorzien van een dove gevel. Het verdient aanbeveling om de passage te verduidelijken en aan te geven dat de verplichting ook geldt voor bouwlagen boven de verdieping met inbegrip van het dak.
  • b. Daarnaast vraagt het Havenbedrijf aandacht voor een duidelijke communicatie richting de nieuwe en opvolgende bewoners. Een goed besef van de nabijheid van het haven- en industrieel complex en het feit dat vanwege de hoge geluidsbelasting bouwkundige maatregelen nodig zijn, voorkomt teleurstellingen en klachten over geluidsoverlast.
  • c. Het Havenbedrijf stelt de toezending van het voorontwerpbestemmingsplan zeer op prijs en acht het raadzaam de toezending bij eventuele toekomstige geluidsgevoelige planologische ontwikkelingen voort te zetten.

Beoordeling

  • a. In de regels over de dove gevel zal deze passage worden verduidelijkt, ook in de juridische planbeschrijving zal dit duidelijker worden omschreven.
  • b. De ontwikkelaar heeft zich hiervoor contractueel verplicht (exploitatieovereenkomst).
  • c. Voorontwerpbestemmingsplannen, waarvoor een advies van het Havenbedrijf nuttig kan zijn, zullen aan het Havenbedrijf worden voorgelegd.

Conclusie

De reactie leidt tot verduidelijking van de toelichting en de regels van het bestemmingsplan.