direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen
Plan: Dorpsgebied Oostvoorne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.1209bpDGOostvoorne-0100

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens kantoren;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': tevens praktijkruimten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1': tevens kantoren, medische doeleinden, ateliers en galerieën;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens een artsenpraktijk;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'weg': tevens een ontsluitingsweg;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

19.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

19.2.1 Algemeen
  • a. hoofgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' uitsluitend bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan, hiervan mag de gezamenlijke oppervlakte met ten hoogste 15% worden vergroot;
  • c. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt over een lengte van ten minste 40% van de voorgevel in of op een afstand van ten hoogste 5 m van de naar de openbare weg gekeerde bestemmingsgrens gebouwd;
  • d. het bestaande aantal woningen per bouwperceel mag niet worden vergroot;
  • e. in afwijking van het onder d gestelde, mag ter plaatse van het aanduidingsvlak van de aanduiding 'maximumaantal wooneenheden' het aantal woningen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven aantal woningen bedragen;
  • f. hoofdgebouwen worden als volgt gebouwd:
    • 1. ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand': vrijstaand;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': twee-aaneen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': aaneengebouwd;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': gestapeld;
  • g. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • h. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • i. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen en dakopbouwen, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
    • 2. de breedte van dakkapellen aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak;
    • 3. de breedte van dakopbouwen gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak;
  • j. erfbebouwing wordt ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • k. de goothoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • l. de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m;
  • m. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • n. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • o. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.

19.2.2 Vrijstaande woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. het gezamenlijk oppervlak van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 150 m²;
  • b. de onder a genoemde oppervlakte mag worden uitgebreid tot
    • 1. ten hoogste 400 m², met dien verstande dat het totale grondoppervlak van gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 35% van het totale oppervlak van de bij de woning behorende gronden met de bestemming 'Wonen';
    • 2. ten hoogste 600 m², met dien verstande dat het totale grondoppervlak van gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 15% van het totale oppervlak van de bij de woning behorende gronden met de bestemming 'Wonen';
  • c. de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte van 4 m mag worden overschreden door een dak met een platte afdekking, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedraagt;
  • d. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde in lid 19.2.1 onder l bedraagt de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, ten hoogste 6 m, indien de afstand tot de zij- en achterperceelsgrens ten minste 3 m bedraagt.

19.2.3 Aaneengebouwde woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de diepte van hoofdgebouwen exclusief aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 10 m;
  • b. het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, met dien verstande dat het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt.

19.2.4 Twee-aaneengebouwde woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de diepte van woningen exclusief aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 12 m;
  • b. het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, met dien verstande dat het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt;
  • c. de afstand van de niet-aaneengebouwde gevel van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m.

19.2.5 Gestapelde woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' geldt de volgende regel:

  • het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf.

19.2.6 Specifieke bouwaanduiding - 3: Garageboxen

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd. Hierbij geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van garageboxen bedraagt ten hoogste 3 m.

19.2.7 Specifieke bouwaanduiding - 2 woningen

In afwijking van het bepaalde in lid 19.2.1 onder d, zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2 woningen' ten hoogste 2 woningen toestaan, met dien verstande dat:

  • a. de volgende combinaties van type woningen zijn toegestaan:
    • 1. twee vrijstaande woningen;
    • 2. twee-aaneengebouwde woningen;
  • b. met uitzondering van lid 19.2.1 onder d de regels van lid 19.2.1 van toepassing zijn en in aanvulling daarop voor:
    • 1. vrijstaande woningen de regels uit lid 19.2.2;
    • 2. twee-aaneengebouwde woningen de regels uit lid 19.2.4.

19.2.8 Specifieke bouwaanduiding - 4 woningen

In afwijking van het bepaalde in lid 19.2.1 onder d, zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4 woningen' ten hoogste 4 woningen toestaan, met dien verstande dat:

  • a. de volgende combinaties van type woningen zijn toegestaan:
    • 1. twee vrijstaande woningen;
    • 2. twee keer twee-aaneengebouwde woningen;
    • 3. drie of vier aaneengebouwde woningen;
    • 4. vier appartementen binnen de bestaande bebouwing;
  • b. met uitzondering van lid 19.2.1 onder d de regels van lid 19.2.1 van toepassing zijn en in aanvulling daarop voor:
    • 1. vrijstaande woningen de regels uit lid 19.2.2;
    • 2. aaneengebouwde woningen de regels uit lid 19.2.3;
    • 3. twee-aaneengebouwde woningen de regels uit lid 19.2.4
  • c. per woning wordt voorzien in 2 parkeerplaatsen op eigen terrein.

19.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning is niet toegestaan;
  • b. beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. het oppervlak in gebruik voor beroepsmatige activiteiten of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten van hoofdgebouwen en bijgebouwen, ten hoogste 50 m² bedraagt;
    • 3. ten behoeve van de activiteiten wordt voorzien in aanvullende parkeergelegenheid;
    • 4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd aan de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gerelateerde en daaraan ondergeschikte detailhandel;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4 woningen' een boerderijwinkel toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 100 m2;
  • d. paardenbakken zijn niet toegestaan.

19.4 Afwijken van de gebruiksregels
19.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 19.1 om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 19.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'.