direct naar inhoud van Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Glastuinbouwintensiveringsgebied Tinte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.0000bpglasgebied-0100

Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bedrijfsmatig bieden van recreatief verblijf aan personen, die elders hun hoofdverblijf hebben, en voor tot het bedrijf behorende verzorgende gebouwen ten dienste van die personen;
  • b. bedrijfswoningen;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Gebouwen en kampeermiddelen
  • a. de goothoogte van (verzorgende) gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • b. bouwhoogte van (verzorgende) gebouwen bedraagt ten hoogste 8 m;
  • c. het gezamenlijk grondoppervlak van (verzorgende) gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' aangegeven oppervlak van het bestemmingsvlak;
  • d. het aantal kampeermiddelen per recreatiebedrijf bedraagt niet meer dan de met de aanduiding 'maximumaantal verblijfseenheden' aangegeven hoeveelheid;
  • e. bij elk kampeermiddel mag ten hoogste één berging worden gebouwd met een oppervlakte van ten hoogste 6 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 m;
  • f. de oppervlakte van een kampeermiddel, inclusief de berging zoals bedoeld in sub d, bedraagt ten hoogste 35 m²;
  • g. de afstand tussen kampeermiddelen onderling bedraagt minimaal 3 m.

7.2.2 Bedrijfswoning
  • a. per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. het gezamenlijk grondoppervlak van de hoofdbouwmassa, bijgebouwen en vrijstaande overkappingen ten behoeve van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 190 m²;
  • c. de goothoogte van de hoofdbouwmassa van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 4 m;
  • d. de bouwhoogte van de hoofdbouwmassa van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 9 m;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen en vrijstaande overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen en vrijstaande overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 4,5 m.

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak wordt ten hoogste één verblijfsrecreatiebedrijf gevestigd;
  • b. horecavoorzieningen mogen uitsluitend worden gerealiseerd ten behoeve van recreanten van het betreffende bedrijf en met een maximale oppervlakte van 200 m² per bedrijf;
  • c. onverminderd het bepaalde in Artikel 19 (algemene gebruiksregels) is het niet toegestaan kampeermiddelen te gebruiken voor permanente bewoning;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning is niet toegestaan;
  • e. beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn in bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. het oppervlak ten dienste van de activiteiten ten hoogste 50 m² van het grondoppervlak van de hoofdbouwmassa bedraagt;
    • 3. bijgebouwen niet voor deze activiteiten worden aangewend;
    • 4. er wordt geparkeerd op eigen terrein;
    • 5. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      • de geldende bestemming;
      • de belangen van in de nabijheid gelegen agrarische bedrijven;
      • de beleidsdoelstellingen met betrekking tot landschappelijke en/of natuurwaarden;
    • 7. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd aan de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gerelateerde en daaraan ondergeschikte detailhandel.