direct naar inhoud van Artikel 6 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Zeegebied Westvoorne 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.0000bpZeegebiedWVN-0100

Artikel 6 Recreatie - Dagrecreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-1': ten hoogste één strandpaviljoen met uitzichtplateau alsmede 2 windturbines;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-2': ten hoogste één strandpaviljoen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ''maximumaantal strandpaviljoens' ten hoogste het met de aanduiding aangegeven aantal strandpaviljoens is toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-3': ten hoogste één sportcentrum met bijbehorende, ondergeschikte horeca en detailhandel en één strandpaviljoen met uitsluitend op de verdieping ten hoogste tien bijbehorende verblijfsrecreatie-appartementen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-4': één duikschool;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-5': één reddingspost;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-6': één kustzeilvereniging;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-7': één surfvereniging;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-8': dienstverlening ten behoeve van de duiksport;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals voorzieningen ten behoeve van een visuele afscherming, nutsvoorzieningen, gebouwen ten behoeve van de hulpverlening, sanitaire voorzieningen, toegangs- en bevoorradingswegen, parkeervoorzieningen en water.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Algemeen
  • a. gebouwen en overkappingen, uitgezonderd gebouwen voor sanitaire voorzieningen en hulpverlening, worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen en hulpverlening bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt tegen hoogste 3 m;
  • d. het bebouwd oppervlak van een strandpaviljoen, inclusief terras en verkeersruimten, bedraagt ten hoogste 950 m², met dien verstande dat de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten hoogste 750 m² bedraagt.

6.2.2 Specifieke vorm van recreatie-1

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-1' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van het strandpaviljoen bedraagt ten hoogste 7,5 m;
  • b. de bouwhoogte van het uitzichtplateau bedraagt ten hoogste 15 m;
  • c. de goothoogte van het strandpaviljoen bedraagt ten hoogste 5,5 m;
  • d. de bouwhoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 15 m;
  • e. bouwwerken worden op een hoogte van ten minste NAP +8 m gebouwd.

6.2.3 Specifieke vorm van recreatie-2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-2' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van de strandpaviljoens bedraagt ten hoogste 5,5 m;
  • b. de goothoogte van de strandpaviljoens bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • c. de hoogte van de begane grondvloer van strandpaviljoens bedraagt ten hoogste 2 m.

6.2.4 Specifieke vorm van recreatie-3

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-3' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van het sportcentrum bedraagt ten hoogste 7,5 m;
  • b. de goothoogte van het sportcentrum bedraagt ten hoogste 5,5 m;
  • c. de bouwhoogte van het strandpaviljoen met bijbehorende verblijfsrecreatie-appartementen bedraagt ten hoogste 7,5 m
  • d. de bouwhoogte als bedoeld onder c, mag over een oppervlakte van ten hoogste 50% van de oppervlakte van het strandpaviljoen met bijbehorende verblijfsrecreatie-appartementen overschreden worden tot een bouwhoogte van ten hoogste 9 m, met dien verstande dat de extra bouwhoogte wordt voorzien van een kap met een hellingshoek van tenminste 8 °;
  • e. de hoogte van de begane grondvloer van het strandpaviljoen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • f. het aantal bouwlagen van het strandpaviljoen met bijbehorende verblijfsrecreatie-appartementen bedraagt inclusief kap ten hoogste 2;
  • g. het vloeroppervlak van het sportcentrum bedraagt ten hoogste 1.750 m²;
  • h. het vloeroppervlak ten behoeve van het horecabedrijf bij het sportcentrum bedraagt ten hoogste 600 m²;
  • i. de verkoopvloeroppervlakte van de detailhandel in sportartikelen bij het sportcentrum bedraagt ten hoogste 500 m².

6.2.5 Specifieke vorm van recreatie-4

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-4' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van het gebouw ten behoeve van de duikschool bedraagt ten hoogste 6 m;
  • b. het vloeroppervlak van het gebouw ten behoeve van de duikschool bedraagt ten hoogste 350 m².

6.2.6 Specifieke vorm van recreatie-5

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-5' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van het gebouw ten behoeve van de reddingspost bedraagt ten hoogste 6 m;
  • b. het vloeroppervlak van het gebouw ten behoeve van de reddingspost bedraagt ten hoogste 200 m².

6.2.7 Specifieke vorm van recreatie-6

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-6' gelden daarnaast de volgende regels:

  • a. gedurende het zomerseizoen zijn 2 gebouwen voor de opslag van materiaal ten behoeve van de kustzeilvereniging toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen voor de opslag van materiaal ten behoeve van de kustzeilvereniging bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. het gezamenlijk vloeroppervlak van gebouwen voor de opslag van materiaal ten behoeve van de kustzeilvereniging bedraagt ten hoogste 30 m².

6.2.8 Specifieke vorm van recreatie-7
  • a. de bouwhoogte van het gebouw ten behoeve van de verenigingsaccommodatie bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. het gezamenlijk vloeroppervlak van het gebouw van de verenigingsaccommodatie en van gebouwen voor de opslag van materiaal bedraagt ten hoogste 200 m².

6.2.9 Specifieke vorm van recreatie-8
  • a. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van de dienstverlening voor de duiksport bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. het gezamenlijk vloeroppervlak van de gebouwen ten behoeve van de dienstverlening voor de duiksport bedraagt ten hoogste 100 m².

6.2.10 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan bebakening en verlichting ten behoeve van het verkeer te water, bedraagt ten hoogste 6 m.

6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Incidenteel nachtverblijf

Het vloeroppervlak van een ruimte ten behoeve van het beheer en het daarmee samenhangende incidentele nachtverblijf in een strandpaviljoen bedraagt ten hoogste 10 m² van de oppervlakte van een strandpaviljoen.

6.3.2 Opslag van goederen

De opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan.

6.3.3 Gebruik ten behoeve van discotheek

Het gebruik van strandpaviljoens ten behoeve van discotheken en het daarbij behorende gebruik is niet toegestaan.

6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Afwijken voor grotere oppervlakte strandpaviljoen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het maximum bebouwd oppervlak van een strandpaviljoen, zoals genoemd in lid 6.2.1 onder d ten behoeve van openbare sanitaire voorzieningen, openbare voorzieningen ten behoeve van de dagrecreatie en openbare voorzieningen ten behoeve van de hulpverlening, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen voor sanitaire voorzieningen, dagrecreatie en hulpverlening ten hoogste 100 m² bedraagt.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijken voor camperstandplaatsen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1 om daarmee de realisatie van ten hoogste 10 camperstandplaatsen aan de noordoever van het Oostvoornse Meer mogelijk te maken, met dien verstande dat de standplaats uitsluitend toelaatbaar is binnen de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperstandplaats'.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Wijzigingsbevoegdheid nieuwe bouwvlakken noordoever Oostvoornse Meer

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 Wro, bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het aanwijzen van nieuwe bouwvlakken met inachtneming van de volgende regels:

  • a. deze bevoegdheid is uitsluitend van toepassing op het aanwijzen van nieuwe bouwvlakken op de noordoever van het Oostvoornse Meer;
  • b. deze bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast voor de realisering van watersport- of hieraan gerelateerde voorzieningen voor sport en recreatie;
  • c. het aantal nieuwe bouwvlakken bedraagt ten hoogste 2;
  • d. de oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwvlak ten hoogste 350 m² ;
  • e. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 4 respectievelijk 6 m;
  • f. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m;
  • h. de bodemkwaliteit dient geschikt te zijn voor de beoogde functie.

6.6.2 Wijzigingsbevoegdheid verwijderen bouwvlakken

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 Wro, bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van bouwvlakken bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten of de opheffing van de aanwezige voorzieningen.