direct naar inhoud van Artikel 12 Waarde - Archeologie
Plan: Zeegebied Westvoorne 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.0000bpZeegebiedWVN-0100

Artikel 12 Waarde - Archeologie

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden of de daar aan te treffen archeologische waarden.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    • 1. de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  • c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-3': een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 0,8 m beneden maaiveld en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst of een oppervlakte beslaat van ten hoogste 200 m²;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-4': een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 3 m beneden NAP en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst of een oppervlakte beslaat van ten hoogste 200 m²;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-5': een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan de huidige onderwaterbodem kan worden geplaatst of een oppervlakte beslaat van ten hoogste 200 m².

12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, egaliseren, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen;
  • d. het aanleggen of rooien van bos waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.

12.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod als bedoeld in lid 12.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-3': graafwerkzaamheden betreffen niet dieper dan 0,8 m beneden NAP of een oppervlakte beslaat van ten hoogste 200 m²;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-4': graafwerkzaamheden betreffen niet dieper dan 3 m beneden maaiveld of een oppervlakte beslaat van ten hoogste 200 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-5': graafwerkzaamheden betreffen niet dieper dan de huidige onderwaterbodem of een oppervlakte beslaat van ten hoogste 200 m²;
  • d. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 12.2 in acht is genomen;
  • e. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • f. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd
  • g. normaal beheer en onderhoud betreffen;
  • h. worden uitgevoerd in bestaande weg- en leidingcunetten.

12.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 12.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de aanlegvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.

12.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.