direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen
Plan: Poortugaal Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0613.BPPDorp-VST1

Artikel 22 Wonen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend voor garages;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garage' tevens voor garages;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' uitsluitend voor fietsenstallingen, bergingen, carports en garages;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor de opslag van goederen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'groen' tevens groenvoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor een kantoor;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens voor maatschappelijke voorzieningen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bijzondere woonvorm' tevens voor bijzondere woonvormen;
  • l. tuinen en erven;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen en water.
22.2 Bouwregels

Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. hoofdgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
  • c. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet meer mag bedragen dan aangegeven, zover een aanduiding ontbreekt geldt het bestaande aantal woningen als maximum aantal woningen;
  • d. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd mits:
    • 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan:
      • 75 m2 voor vrijstaande- en hoekwoningen;
      • 40 m2 voor tussenwoningen;
      • voor gestapelde woningen is de bouw van bijgebouwen niet toegestaan;
    • 2. het perceelsgedeelte gelegen achter de woning tussen het verlengde van de zijgevels en/of gemeenschappelijke scheidingsmuur (-muren) van de woning voor ten minste 40% onbebouwd en onoverdekt blijft met een minimum van 35 m2;
    • 3. indien het voorgaande (d2) er toe zou leiden dat in het geheel geen erfbebouwing mag worden opgericht, mag desondanks een bijgebouw van 10 m2 worden gebouwd;
    • 4. de bouw van uitbreidingen van de woonruimte en/of praktijkruimten dient altijd aan de woning te geschieden;
    • 5. met betrekking tot de bouwhoogte van bijgebouwen en uitbreidingen van woonruimte geldt:
      • voor vrijstaande bijgebouwen de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,00 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,50 m;
      • voor aangebouwde bijgebouwen en/of uitbreidingen van de woonruimte mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning tot een maximum van 4 m en de bouwhoogte 6 m;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen in afwijking van het voorgaande uitsluitend huishoudelijke bergruimten en stallingen voor motorvoertuigen worden gebouwd waarvan de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' mogen in afwijking van het bepaalde onder d5 uitsluitend fietsenstallingen, bergingen, carports en garages worden gebouwd waarvan de de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2,6 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • g. met betrekking tot de andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken mag bedragen:
    • 1. 2,70 m voor pergola's;
    • 2. 2,00 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. 3,00 m voor overige bouwwerken.
22.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 22.2 voor:

  • a. de bouw van een extra bouwlaag (met kap) op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
    • 1. de aanbouw of uitbouw met kap als bouwmassa ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
    • 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
    • 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy)
    • 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
    • 5. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6,5 m.
  • b. het toestaan van een grotere gezamenlijke grondoppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen , mits:
    • 1. de aanbouw, uitbouw of bijgebouw met kap als bouwmassa ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
    • 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
    • 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy)
    • 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
    • 5. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6,5 m.
  • c. de bouw van een dakterras op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 m boven de bouwhoogte van de aanbouw of uitbouw;
    • 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
    • 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy).
22.4 Specifieke gebruiksregels

Binnen het bouwvlak is een bed-and-breakfast toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de hoofdbebouwing;
  • b. nabijgelegen percelen niet in onevenredige mate hinder mogen ondervinden;
  • c. het aantal slaapverblijven maximaal 7 bedraagt;
  • d. bij de slaapverblijven geen zelfstandige kookgelegenheden zijn toegestaan;
  • e. een nachtregister moet worden bijgehouden;
  • f. het maximale oppervlakte per slaapverblijf niet meer dan 30 m² mag bedragen;
  • g. het nachtverblijf niet mag plaatsvinden in vrijstaande bijgebouwen;
  • h. voorzien wordt in 1 parkeerplaats per slaapverblijf op eigen terrein.
22.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 22.4, met dien verstande dat:

  • a. de bed-and-breakfast-voorziening in een ten dienste van het hoofdgebouw vrijstaande bijgebouw mag worden gebouwd;
  • b. de woning als zodanig herkenbaar blijft;
  • c. de woonfunctie dan wel de agrarische functie gehandhaafd blijft;
  • d. de bed-and-breakfast-voorziening:
    • 1. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kan functioneren als zelfstandige woning. Een aparte kookgelegenheid bij de voorziening niet is toegestaan;
    • 2. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het complex niet wordt aangetast;
    • 3. de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt beïnvloed;
    • 4. geen onevenredige nadelige gevolgen zal opleveren voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven
  • e. de veiligheid van de voorziening wordt gewaarborgd, met inachtneming van de bepalingen uit het Bouwbesluit.