Plan: | Halfweg-Molenwatering 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0612.BP00040-4001 |
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Begrippen
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
In het hoofdstuk bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikt gemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. Ook zijn een aantal dubbelbestemmingen opgenomen. Met deze bestemming worden specifieke waarden beschermd die in meerdere hoofdbestemmingen voorkomen.
Bedrijventerrein 1, 2 en 3; algemeen
Het overgrote deel van het plangebied heeft de bestemming 'Bedrijventerrein 1, 2 en 3' gekregen. Langs de gehele Groene Kruisweg is een zgn. representatieve zone opgenomen. Binnen deze zone gelden bijzondere (stedenbouwkundige) regels. Uitgangspunten bij het toelaten van bedrijven en/of kantoren zijn het vigerende bestemmingsplan 'Halfweg-Molenwatering' en het besluit van Burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2005 inzake beleid voor vrijstellingsmogelijkheden grootschalige detailhandelen kleinschalige kantoren op Halfweg-Molenwatering.
Indeling bestemmingen bedrijventerrein 1 t/m 3
Bedrijventerrein-1
Het gebied Molenwatering heeft de bestemming 'Bedrijventerrein-1' gekregen. In dit gebied zijn categorie 1 bedrijven van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) in het meest zuidelijke gedeelte toegestaan oplopend tot categorie 4.2 in het noordelijkste gedeelte. Bij deze bedrijven is vestiging van een bedrijfskantoor tot maximum 750 m2 bedrijfsvloeroppervlak toegestaan. Zelfstandige kantoren zijn - behoudens reeds bestaande kantoren - niet toegestaan. Productiegebonden detailhandel, detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten, caravans en landbouwwerktuigen en webwinkels/ webshops zijn toegestaan.
Het vestigen van
is uitsluitend mogelijk via een afwijking van de gebruiksregels.
Detailhandel is niet toegestaan.
Een bouwmarkt is uitsluitend toegestaan daar waar dat op de verbeelding de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bouwmarkt' (sbt-bm) is aangegeven. Verder is uitsluitend een fitnesscentrum toegestaan daar waar op de verbeelding de aanduiding 'specifieke vorm van sport - fitness' (ss-f) is aangegeven terwijl tot slot uitsluitend een tuincentrum is toegestaan daar waar op de verbeelding de aanduiding 'tuincentrum' (tc) is aangegeven.
Aan de hand van een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag (ons college) afwijken van de bouwregels voor onder meer:
Bedrijventerrein-2
Het gebied Halfweg 1, 2 en 4 heeft de bestemming 'Bedrijventerrein-2' gekregen. In dit gebied zijn bedrijven tot maximaal categorie 4.1 van de SvB toegestaan in het meest zuidelijke gebied en dit loopt op tot categorie 5.2 aan de noordrand. Bij deze bedrijven is vestiging van een bedrijfskantoor tot maximum 750 m2 bedrijfsvloeroppervlak toegestaan. Zelfstandige kantoren zijn - behoudens reeds bestaande kantoren - niet toegestaan. Productiegebonden detailhandel, detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten, caravans en webwinkels/webshops zijn toegestaan.
Het vestigen van
is uitsluitend mogelijk via een afwijking van de gebruiksregels.
Detailhandel is niet toegestaan.
De vestiging van een sociale werkplaats is uitsluitend toegestaan daar waar dat op de verbeelding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - sociale werkplaats' (sbt-sw) is aangegeven. Verder is uitsluitend ter plaatse van het adres Boyleweg 6 (Station Landzicht) een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, een vulpunt lpg, ondergrondse opslag lpg en 'horeca 1', met een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 310 m2, toegestaan.
Aan de hand van een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag (ons college) afwijken van de bouwregels voor onder meer:
Bedrijventerrein-3
Het gebied Halfweg 3 heeft de bestemming 'Bedrijventerrein-3' gekregen. In dit gebied zijn bedrijven tot en met de categorie 5.2 toegestaan. Bij deze bedrijven is vestiging van een bedrijfskantoor tot maximum 750 m2 bedrijfsvloeroppervlak toegestaan. Zelfstandige kantoren zijn - behoudens reeds bestaande kantoren - niet toegestaan. Detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten, caravans en landbouwwerktuigen is toegestaan.
Het vestigen van detailhandel in stoffen goederen waarvan de verkoop in winkelcentra niet past in verband met de verstoring van het aldaar gewenste milieu, zoals de verkoop van brand- en explosiegevaarlijke of andere milieubelastende stoffen of goederen is uitsluitend mogelijk via een afwijking van de gebruiksregels.
Detailhandel alsmede het vestigen van webwinkels/webshops zijn niet toegestaan.
Aan de hand van een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag (ons college) afwijken van de bouwregels voor onder meer:
Bovenstaande beschrijvingen van de bestemmingen 'Bedrijventerrein 1, 2 en 3' in tabel uiteengezet:
Bedrijventerrein 1 (Molenwatering) |
Bedrijventerrein 2 (Halfweg 1, 2 en 4) | Bedrijventerrein 3 (Halfweg 3) | |
Bedrijven | Bedrijven oplopend van categorie 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 tot en met categorie 4.2 SvB toegestaan | Bedrijven oplopend van categorie 4.1, 4.2, 5.1 tot en met categorie 5.2 SvB toegestaan | Bedrijven tot en met categorie 5.2 SvB toegestaan |
Kantoren behorende bij een bedrijf met een maximum van 750 m2 b.v.o. | Direct toegestaan Afwijking tot max. 1.000 m2 mogelijk |
Direct toegestaan Afwijking tot max. 1.000 m2 mogelijk |
Direct toegestaan Afwijking tot max. 1.000 m2 mogelijk |
Ondergrondse parkeerruimte en/of bovengrondse parkeerdekken |
Direct toegestaan |
Direct toegestaan |
Direct toegestaan |
Zelfstandige kantoren |
* Uitsluitend toege- staan met de aanduiding 'kantoor'. * Binnen het gebied aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijventerrein - kantoren toegestaan (sbt-kt)' zelfstandige kantoren tot maximaal 2.000 m2 bvo toegestaan |
Uitsluitend toegestaan met de aanduiding 'kantoor'. Nieuwe zelfstandige kantoren NIET toegestaan |
Nieuwe zelfstandige kantoren NIET toegestaan |
Productiegebonden detailhandel | Direct toegestaan | Direct toegestaan | Niet toegestaan |
Detailhandel in volumineuze goederen in auto's, boten, caravans en landbouwwerktuigen | Direct toegestaan | Direct toegestaan | Direct toegestaan |
Detailhandel in volumineuze goederen zoals grootschalige meubel, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven | Onder voorwaarden via een afwijking toegestaan | Onder voorwaarden via een afwijking toegestaan | Niet toegestaan |
Bouwmarkt(-en) | Uitsluitend toegestaan met de aanduiding 'bouwmarkt' | Niet toegestaan | Niet toegestaan |
Webshops/webwinkels | Direct toegestaan | Direct toegestaan | Niet toegestaan |
Detailhandel | Niet toegestaan | Niet toegestaan | Niet toegestaan |
Detailhandel in stoffen en goederen waarvan de verkoop in winkelcentra niet past i.v.m. de verstoring van het aldaar gewenste milieu, zoals de verkoop van brand- en explosiegevaarlijke of andere milieubelastende stoffen en goederen |
Via een afwijking mogelijk |
Via een afwijking mogelijk |
Via een afwijking mogelijk |
Fitnesscentrum | Uitsluitend toegestaan met aanduiding 'fitness' | Niet toegestaan | Niet toegestaan |
Risicorelevante bedrijven (Bevi-bedrijven) |
Niet toegestaan | Alleen toegestaan indien geen relevant groepsrisico | Toegestaan |
Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG & horeca 1 | Niet toegestaan | Uitsluitend toegestaan met desbetreffende aanduidingen | Niet toegestaan |
Bebouwingspercentage | 75%, met een afwijking naar maximaal 85% | ||
Parkeernorm | Conform vigerende bestemmingsplan |
Indeling milieucategorieën
Groen
Onder de bestemmingsaanduiding "Groen" vallen alle gronden met een publiek en of openbaar karakter; daarmee worden de parken, de dijken, de speelterreinen en de landschappelijke zones bedoeld.
Horeca
Het bestaande Carlton Oasis Hotel, gelegen op de kruising van de Groene Kruisweg en de Edisonweg, en het bestaande restaurant Zus&Zo aan de Malledijk 1a is de bestemming 'Horeca' gegeven.
Maatschappelijk
De bestemming Maatschappelijk is in het plan toegekend aan de aanwezige middelbare school aan de Curieweg 25 (Penta college, vestiging Scala Molenwatering), aan de sociale werkplaats De Welplaat en aan de vestiging van de Stichting Natuur- en Landschap, Voorne-Putten en Rozenburg, aan de Malledijk.
Sport
Aan de sporthal/tenniscentrum (Racketcentrum Halfweg) aan de Curieweg is de bestemming sport gegeven.
Verkeer - 1
De hoofdwegen binnen het plangebied, zoals bijvoorbeeld de Curieweg, Kelvinweg, Wattweg en Malledijk, waarbij de verkeersfunctie primair is, hebben de bestemming V-1 gekregen. Het gaat hier om wegen waar 50 km per uur gereden mag worden en die meestal ook toegankelijk zijn voor busvervoer.
Binnen het plangebied hebben de ontsluitingswegen ook de bestemming V-1, gelet op het karakter van een bedrijventerrein. Het transporteren van goederen verhuiswagens, tankauto's en overig vrachtverkeer komt in deze bestemming het best tot zijn recht.
Verkeer - 2
De bestemming V-2 is toegekend aan de in het plangebied aanwezige fiets/wandelroutes.
Water
De gronden op de verbeelding aangewezen voor Water zijn bestemd voor water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en waterhuishouding en voor sierwater.
Wonen - 1
De gronden van de bestaande woningen aan de Malledijk hebben de bestemming 'Wonen - 1' gekregen. Deze bestemming met de daarbij behorende tuinen en erven en in samenhang daarmee de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn op de verbeelding aangegeven. De woningen binnen de bestemming 'Wonen -1' zijn geheel als wonen bestemd. Bij deze woningen mogen de bergingen niet in de voortuin worden gesitueerd.
Het gebruik van een woning als kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan. Hiermee wordt voorkomen dat woningen ongewenst worden gebruikt om meerdere huishoudens in onder te brengen. Wel kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning hiervan afwijken en alsnog een kamerverhuurbedrijf toestaan, met dien verstande dat er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd en de belangen van directe omwonenden niet onevenredig worden geschaad. Daarnaast kan het bevoegd gezag voorwaarden stellen aan het kamerverhuurbedrijf, zoals het aantal kamers dat mag worden verhuurd.
Aan-huis-gebonden beroepen
Aan-huis-gebonden beroepen zijn, bij direct recht, als ondergeschikte functie bij de hoofdfunctie wonen toegestaan. Deze mogen alleen uitgevoerd worden zolang de omvang niet meer dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing bedraagt. Dit geldt tot een maximum van 25 m² per woning.
Waarde - Archeologie - 1, 2 en 3
Ter bescherming van mogelijke archeologische sporen in de bodem kan via de regels in bepaalde gebieden voordat een omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend de verplichting worden opgelegd om vooraf archeologisch onderzoek te verrichten en afhankelijk van de uitkomst daarvan nadere voorwaarden te stellen.
Ook het uitvoeren van nader genoemde activiteiten mogen ook slechts plaatsvinden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden.
Genoemde verplichtingen ontstaan wanneer de (bouw)activiteiten dieper reiken dan in de regels genoemde diepte en meer dan daar genoemd terreinoppervlak beslaan.
In hoofdstuk 6.7 van de toelichting wordt aangegeven hoe aan de hand van de archeologische verwachtingen binnen het plangebied gekomen is tot het opnemen van de drie archeologische dubbelbestemmingen.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelbepaling
Een antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen en bouw- hoogtes door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De toegestane overschrijding van de bouwgrenzen bedragen 1 resp. 2 meter.
Algemene aanduidingsregels
In dit artikel wordt voor bepaalde (bouw-)activiteiten binnen de gebieden met de aanduiding 'geluidzone - industrie' en 'representatieve zone' in afwijking van wat er in de bestemmingsregels van hoofdstuk 2 is geregeld specifieke regels gegeven. Deze regels gelden voor alle bestemmingen in het plan, die in dat betreffende gebied voorkomen.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan kan worden afgeweken met een omgevingsvergunning. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om af te wijken van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
Algemene procedureregels
In dit artikel wordt de procedure geschetst voor al de afwijkingsmogelijkheden in de regels. In feite is dit artikel overbodig geworden omdat de procedure voor deze afwijking nu is geregeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening
Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Dit artikel bepaalt dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt. Onderhavig bestemmingsplanartikel dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld. De relevante onderwerpen staan alle in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
In het afsluitend onderdeel komen de overgangs- en slotregels aan de orde.
Overgangsrecht
De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).
Slotregel
Deze regel bevat de titel van het plan.
In onderhavig bestemmingsplan is voor de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten een milieuzonering toegepast, gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten.
De Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:
De in dit plan gebruikte Staat van Bedrijfsactiviteiten is primair bedoeld voor lokale en regionale bedrijventerreinen al dan niet in combinatie met verspreid gesitueerde bedrijfsbestemmingen
Bij het opstellen van de Staat is gebruikgemaakt van de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 2009. Hierbij is uitgegaan van de Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen.
In deze lijst zijn voor een groot aantal bedrijfstypen en -activiteiten richtafstanden ten opzichte van gevoelige bestemmingen vermeld.Toepassing van de richtafstanden is gewenst om het mogelijk ontstaan van milieuknelpunten al in het ruimtelijk spoor te voorkomen. Hierbij is ervan uitgegaan dat de bedrijven ter voorkoming van hinder en/of gevaar die technieken toepassen, die thans als de meest gebruikelijke worden beschouwd.
Algemeen beleid voor de toelaatbaarheid van bedrijven in standaardsituaties
De gebruikte Staat deelt de bedrijfsactiviteiten conform de VNG-publicatie in 6 gewone categorieën in. Categorie 1 heeft betrekking op activiteiten die geen hinder van belang veroorzaken en categorie 6 heeft betrekking op zeer zware industrie. Binnen de categorieën 3, 4 en 5 is ook nog onderscheid in subcategorieën aangebracht.
De richtafstanden en de indices voor de verkeersaantrekkende werking uit de VNG-publicatie kunnen ten behoeve van de meest gebruikelijke toepassing in bestemmingsplannen worden vertaald naar de volgende (ruimtelijke) criteria voor de toelaatbaarheid:
Flexibiliteit
De Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. Het komt in de praktijk dan ook voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. In de regels behorende bij onderhavig bestemmingsplan is daarom bepaald dat burgemeester en wethouders een dergelijk bedrijf via een afwijkingsbesluit een categorie lager kunnen indelen (dus bijvoorbeeld van categorie 3 naar 2 of van categorie 4 naar 3).
Bij de categorieën met een onderverdeling in subcategorieën wordt daarbij bedoeld dat vrijstelling tot de laagste van de subcategorieën mogelijk is (dus van categorie 4 naar maximaal 3.1). Om een afwijking te kunnen verlenen moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie. Deze beoordeling dient zich primair te richten op de in de Staat aangegeven maatgevende milieuaspecten. De aanduiding van maatgevende milieuaspecten is hierop afgestemd.
Bij sommige bedrijfsactiviteiten is bij de indeling uitgegaan van een continue bedrijfsvoering, waarbij de hinderlijke activiteiten ook 's nachts plaatsvinden. Dit is in de Staat aangegeven met een "C" in de kolom geluid. Het kan echter voorkomen dat een specifiek bedrijf niet continu werkt. Dit gegeven kan eveneens aanleiding zijn om het bedrijf via de bovengenoemde afwijkingsbevoegdheid een categorie lager in te delen.
Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Wanneer is aangetoond dat deze bedrijven wat milieubelasting betreft gelijk kunnen worden gesteld met de volgens de bestemmingsregeling toegelaten bedrijven, kan voor de vestiging van deze bedrijven eveneens afgeweken worden van het standaard toelatingsregime.