direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen - 1
Plan: Halfweg-Molenwatering 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00040-4001

Artikel 14 Wonen - 1

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in grondgebonden woningen;
  • b. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 14.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

14.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de hoofdgebouwen worden uitsluitend in een bouwvlak gebouwd;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de hoogte zoals op de verbeelding aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', met dien verstande dat de goothoogte van de goot, die is gelegen voor de voorgevel, ten hoogste 3 m bedraagt;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt ten hoogste de hoogte zoals op de verbeelding aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' (m);
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' (-w) is het gebruik als woning niet toestaan.

14.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen
  • a. voor garages en bergingen gelden de volgende maxima:
    • 1. de goothoogte bedraagt ten hoogste de hoogte zoals op de verbeelding aangeduid ter plaatse van de (maatvoering-)aanduiding 'maximale goothoogte (m)'; indien geen aanduiding is bepaald, bedraagt de goothoogte ten hoogste 3 m;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de hoogte zoals op de verbeelding aangeduid ter plaatse van de (maatvoering-)aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)'; indien geen aanduiding is bepaald, bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. het gezamenlijk te bouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en/of achtererf bedragen met een maximum van 50 m2, met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlak van ten minste 25 m2 van het zij- en achtererf tezamen onbebouwd en onoverdekt dient te blijven.

14.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

  • 1. van erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • 2. van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd 3 m;
  • 3. van tuinmeubilair 2,5 m;
  • 4. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.

14.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.2 onder c en toestaan dat het gezamenlijk oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen meer dan 50 m2 bedraagt;
  • b. De onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 3. het gezamenlijk te bouwen oppervlak ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en/of achtererf bedraagt.

14.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het in gebruik nemen van de woning of delen van de woning als een kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan;
  • b. voorkomende stallen van op de verbeelding aangegeven gronden met de aanduiding 'wonen uitgesloten' (-w) mogen uitsluitend voor opslag worden gebruikt;
  • c. Op de in lid 14.1 bedoelde gronden is, in samenhang daarmee, ook het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage, voor zover:'
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning (inclusief de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) met een maximum van 25 m2;
    • 2. de woning mag hierdoor niet c.q. niet in betekende mate het karakter van een woning verliezen;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 4. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving en mag niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkt verkoop, die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

14.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels om een kamerverhuurbedrijf toe te staan, mits:
    • 1. de belangen van direct omwonenden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. er voldoende parkeergelegenheid is.
  • b. Het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan het gebruik van de woning als kamerverhuurbedrijf.
  • c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.4 onder b en toestaan dat er kleinschalige bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in Milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bijlage, worden toegestaan, voor zover deze bedrijfsactiviteiten naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in milieu- categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bijlage, mits vooraf een milieudeskundige hierover is gehoord.