direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd
Plan: Bestemmingsplan 'Hekelingen 2012'
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00035-4001

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel tot een maximum van 200 m² bedrijfsvloeroppervlak ;
  • b. dienstverlening ten hoogste tot en met categorie B1 zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • c. bedrijf ten hoogste tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • d. horeca in de categorieën 1 en 3 zoals genoemd in artikel 1.47 van de begripsbepalingen;
  • e. kantoren tot een maximum van 200 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • f. publiekverzorgend ambacht en dienstverlening;
  • g. maatschappelijke dienstverlening;
  • h. wonen;
  • i. opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag' (op);
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, ondergrondse/bovengrondse parkeervoorzieningen, bergingen, fietsenstallingen en water.
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals paden, verblijfsgebieden, terrassen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, bruggetjes, trappen en liften.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoofdgebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de hoogte zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' (m);
  • c. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de hoogte zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', met dien verstande dat de goothoogte van de hoofdgebouwen, die zijn gelegen voor de voorgevel, ten hoogste 3 m bedraagt.

6.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen
  • a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen dienen minimaal 3 meter achter de voorgevel te worden gerealiseerd;
  • c. het gezamenlijk te bouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en/of achtererf bedragen met een maximum van 50 m2, met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlak van ten minste 25 m2 van het zij- en achtererf tezamen onbebouwd en onoverdekt dient te blijven.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte mag ten hoogste 3 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal 1 meter hoog mogen zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;

6.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de handhaving van de oorspronkelijke parcellering;
  • g. de handhaving van de diversiteit van het bebouwingsbeeld;
  • h. de situering van het laden en lossen op het perceel;

6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.2.1 en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 20 m2 bedraagt;
  • b. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 3 meter bedraagt;
  • c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Als met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval bedoeld het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting.
  • c. Het in gebruik nemen van de woning of delen van de woning als een kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan;

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 6.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.