direct naar inhoud van Artikel 17 Leiding - Olie
Plan: Bestemmingsplan 'Hekelingen 2012'
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00035-4001

Artikel 17 Leiding - Olie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van hoofdtransportleidingen, met een strook van 5 meter ter weerszijden van de aangeduide leiding;

17.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 1 genoemde gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van deze dubbelbestemming.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. Op de gronden binnen de externe veiligheidscontouren zijn geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan.

17.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 17.3 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd,

  • a. mits e.e.a. geen negatieve gevolgen heeft voor de (brandstof)leiding(en) en de van toepassing zijnde veiligheidscontouren;
  • b. Externe veiligheidscontouren van derden geen negatieve gevolgen hebben voor de brandstofleiding(en) en de van toepassing zijnde veiligheidscontouren.

17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de tot Leiding - Olie bestemde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:
  • 1. Het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen, mengen en/of het ophogen van gronden;
  • 2. Het aanbrengen, verwijderen of herstellen van ondergrondse leidingen of drainage, het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere open of gesloten oppervlakteverhardingen;
  • 3. Het aanleggen, verdiepen, vergraven, verruimen, verbreden of dempen van greppels, sloten, watergangen, vijvers en overige waterpartijen;
  • 4. Het aanbrengen van objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • 5. Het aanbrengen van oeverbeschoeiing;
  • 6. Het aanbrengen van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen welke dieper dan 30 cm wortelen;
  • 7. Het aanbrengen van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen welke hoger opgroeien dan 1,5 meter;
  • 8. Het rooien van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen;
  • 9. Het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • 10. Het, al dan niet tijdelijk, opslaan van grond en/of goederen;
  • 11. Het, al dan niet tijdelijk, plaatsen van voorzieningen zoals o.a. tenten voor (incidentele) activiteiten, zoals kermis, circus, (sport)evenementen, rommelmarkten, braderieën, buurtfeesten, fancy fairs, festivals, stads- en/of regionale promotionele activiteiten.

  • b. Het onder 17.5.a vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de hoofdtransportleiding;
    • 2. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 17.5.a zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de hoofdtransportleidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.
  • d. Advisering
    • 1. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 17.5.a wordt het advies ingewonnen van de leiding beheerder / directeur van het energiebedrijf;