Vogelenzang 2012

6.1 Geluid

6.1.1 Normstelling en beleid

Geluidhinder kan worden veroorzaakt door verschillende activiteiten. In de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer zijn geluidsnormen opgenomen voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrie- lawaai. De wet beoogt gevoelige objecten te beschermen tegen een bovenmatige geluidsbelasting door voorkeursgrenswaarden te stellen. Deze normen geven aan wat als ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting wordt beschouwd bij geluidgevoelige functies zoals bijvoorbeeld woningen. Bij het bepalen van de maximaal toegestane geluidsbelasting is onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe situaties. Op grond van de Wet geluidhinder moet voor alle nieuwe situaties die een bestem- mingsplan mogelijk maakt binnen een zone van een weg waar 50 km per uur of meer mag worden gereden, een zone van een spoorwegverbinding en een gezoneerd industrieterrein een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd.

Het onderhavige bestemmingsplan betreft een beheerplan. Dit wil zeggen dat het bestemmingsplan de bestaande situatie vastlegt en dat er geen (planologische relevante) nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Het is op basis van de Wet geluidhinder daarom niet noodzakelijk een akoestisch onderzoek uit te voeren.

6.1.2 Geluidsbronnen in het plangebied

Binnen het plangebied zijn een tweetal relevante geluidsbronnen te onderscheiden, namelijk het wegverkeer en het uitloopspoor van de metroverbinding richting Rotterdam.

Opgemerkt wordt dat industrielawaai vanaf het industrieterrein Botlek/Pernis niet relevant is voor het onderhavige plangebied. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben op 19 februari 1998 op grond van artikel 71 van de Wet geluidhinder een saneringsprogramma vastgesteld met bronmaatregelen voor het industrietterrein Botlek/Pernis. Aan de hand van dit saneringsprogramma zijn op 2 juli 1999 door de minister van VROM de ten hoogste toelaatbare geluidsbelastingen (de MTG's) op woningen vastgesteld. De 50 dB(A) contour die geldt als voorkeurgrenswaarde voor industrielawaai ligt ruim buiten het onderhavige plangebied waarmee geconcludeerd kan worden dat de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai in het bestemmingsplangebied niet overschreden wordt.

6.1.3 Verkeerslawaai

In het kader van de Europese richtlijn Omgevingslawaai is de gemeente Spijkenisse, als onderdeel van de agglomeratie Rotterdam-Dordrecht, verplicht om een EU geluidskaart met bijbehorende actieplan op te stellen voor de geluidsbronnen in de gemeente. Hieraan is invulling door in 2008 de geluids- belastingkaart (dGmr, rapport V.2005.1427.00.R007, 19 december 2007) en in 2009 het actieplan EU richtlijn omgevingslawaai vast te stellen (Actieplan EU richtlijn omgevingslawaai d.d. 10 juni 2010). De geluidskaart geeft inzicht in de geluidssituatie in Spijkenisse. In het actieplan zijn de activiteiten benoemd die de gemeente de komende jaren wenst uit te voeren om hogere belastingsniveaus terug te dringen.

De gecumuleerde geluidsbelasting voor het onderhavige bestemmingsplangebied is weergeven in onderstaande figuur.

gecumuleerde geluidsbelasting in het bestemmingsplangebied

Wegverkeer is de hoofdbron van geluid in Spijkenisse. Uit de geluidsbelastingkaart blijkt dat de hoogste belastingen zich bij woningen in Spijkenisse vooral voordoen langs de hoofdaders van de wijkstructuren. In het actieplan zijn een aantal prioritaire gebieden benoemd waar de gemeente de mogelijkheden wil onderzoeken om het geluidsniveau terug te brengen.

Binnen het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan zijn een tweetal straten als prioritair gebied aangewezen, namelijk de Ouverturelaan en de Dallelaan. De geluidsbelasting van deze wegen op de woningen ligt tussen de 65 en 69 dB Lden.

In het actieplan is als maatregel voor het terugdringen van de geluidsbelasting het bij grootschalig onderhoud van de wegen toepassen van geluidsreducerend asfalt.

Naast de Ouverturelaan en de Dallelaan doen zich ook bij de Rigolettostraat verhoogde belastingen voor in verband met de nabijgelegen ontsluitingsweg Heemraadlaan. Deze belastingen liggen echter lager dan bij de Ouverturelaan en de Dallelaan zodat deze straat niet als prioritair gebied is opgenomen.

Behoudens de genoemde straten is de akoestische kwaliteit in het plangebied op het gebied van wegverkeer over het geheel genomen goed te noemen.

6.1.4 Metrolawaai

In de periode eind jaren '90 tot 2002 is het uitloopspoor van het metrostation De Akkers verlengd in westelijke richting. Het einde van het uitloopspoor ligt na deze verlenging voor een gedeelte in het huidige bestemmingsplangebied. De geluidszone langs een metrotraject bedraagt 100 meter aan weerzijde van de as van het spoor.

Ten tijde van de aanleg van de verlenging van het uitloopspoor is akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de door het spoor optredende geluidsbelasting. Op basis van dit onderzoek is vastgesteld dat de geluidsbelasting van het spoor op de woningen in Vogelenzang onder de wettelijk vastgestelde voorkeursgrenswaarde blijft.