Plan: | Vogelenzang 2012 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0612.BP00034-4001 |
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Begrippen
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
In het hoofdstuk bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikt gemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. Ook zijn een aantal dubbelbestemmingen opgenomen. Met deze bestemming worden specifieke waarden beschermd die in meerdere hoofdbestemmingen voorkomen.
Agrarisch
De gronden binnen de bestemming Agrarisch kunnen worden gebruikt als weidegrond voor paarden (en eventueel ander (klein)vee).
Bedrijf
Drie locaties in het plangebied hebben de bestemming "Bedrijf" gekregen: Het benzineverkoop annex wasstraat en verhuurbedrijf aan de Akkersweg, en twee gebouwen aan de Oberonweg.
Detailhandel (bouwmarkt)
De bouwmarkt aan de Oberonweg heeft de bestemming Detailhandel (bouwmarkt). Binnen de bestemming mogen binnen het bouwvlak gebouwen worden gebouwd, met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart.
Gemengd
In het plangebied komen verschillende functies binnen één gebouw voor aan de Oberonweg. Het betreft hier een combinatie van wonen boven detailhandel en/of kantoor of zakelijke dienstverlening of horeca. Ook is de bestemming "Gemengd" toegekend aan het voormalige buurtsteunpunt langs de Ouverturelaan, waarboven appartementen zijn gesitueerd.
Groen
Onder de bestemmingsaanduiding "Groen" vallen alle gronden met een publiek en of openbaar karakter; daarmee worden de parken, de dijken, de speelterreinen en de landschappelijke zones bedoeld.
Kantoor
Voor het kantoor van woningcorporatie "Woonbron" aan de Oberonweg 1 is de bestemming Kantoor opgenomen. Deze bestemming staat zakelijke dienstverlening en kantoren toe. Binnen de bestemming mogen gebouwen worden gebouwd, met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart.
Maatschappelijk
De bestemming Maatschappelijk is in het plan toegekend aan de drie aanwezige basisscholen in Vogelenzang. Het betreft de locatie Noord van OBS De Vogelenzang aan de Trombonestraat, De Schakel aan het Trompetpad (PC) en de katholieke basisschool de Klinker aan de Chopinstraat. Er is binnen deze bestemming onderscheid gemaakt tussen bebouwing t.b.v. onderwijs ('on') en bebouwing t.b.v. een sportzaal ('spz').
Recreatie
Deze bestemming is opgenomen voor het Park Vogelenzang, maar ook voor de manege, die hoofdzakelijk een recreatief karakter heeft. Daarom is de manege onder de recreatieve bestemming geschaard en niet onder een sportbestemming. De weidegrond bij de manege is onder de bestemming Agrarisch gevat.
Recreatie -Volkstuin
Voor het volkstuinencomplex in het noordoosten van het plangebied is de bestemming reacreatie opgenomen met de nadere aanduiding volkstuin.
Tuin
Deze bestemming is met name opgenomen bij traditionele woonpercelen waarbij de bergingen aan de achterzijde zijn gesitueerd. Om het straatbeeld vast te leggen en te handhaven zijn de bouwmogelijk- heden in deze bestemming minimaal.
Verkeer - 1
De hoofdwegen binnen het plangebied, zoals bijvoorbeeld de Baljuwlaan en Vogelenzanglaan, waarbij de verkeersfunctie primair is, hebben de bestemming V-1 gekregen. Het gaat hier om wegen waar 50 km per uur gereden mag worden en die meestal ook toegankelijk zijn voor busvervoer.
Verkeer - 2
De bestemming V-2 is toegekend aan het overige verkeers- en verblijfsgebied, zoals wegen in het verblijfsgebied waaraan een maximum snelheid van 30 km per uur gekoppeld is. Ook vallen parkeerplaatsen en fiets/wandelroutes onder deze bestemmingsaanduiding.
Verkeer - Railverkeer
Het metroviaduct en metro uitloopspoor hebben de bestemming V-RV gekregen; het gaat hier immers om een afwijkende vorm van verkeer en het bouwwerk van het metroviaduct en het uitloopspoor dienen in stand gehouden te worden en zijn daarom bestemd overeenkomstig het huidige gebruik.
Waarde - Archeologie - 1 en 2
Ter bescherming van mogelijke archeologische sporen in de bodem kan via de regels in bepaalde gebieden voordat een omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend de verplichting worden opgelegd om vooraf archeologisch onderzoek te verrichten en afhankelijk van de uitkomst daarvan nadere voorwaarden te stellen.
Ook het uitvoeren van nader genoemde activiteiten mogen ook slechts plaatsvinden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden.
Genoemde verplichtingen ontstaan wanneer de (bouw)activiteiten dieper reiken dan in de regels genoemde diepte en meer dan daar genoemd terreinoppervlak beslaan.
In hoofdstuk 6.8 van de toelichting wordt aangegeven hoe aan de hand van de archeologische verwachtingen binnen het plangebied gekomen is tot het opnemen van de twee archeologische dubbelbestemmingen.
Water
De gronden op de verbeelding aangewezen voor Water zijn bestemd voor water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en waterhuishouding en voor sierwater.
Wonen - 1 , Wonen - 2 en Wonen - 3
De bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2' met de daarbij behorende tuinen en erven en in samenhang daarmee de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn op de verbeelding aangegeven. De woningen binnen de bestemming 'Wonen - 1' zijn traditionele woningen waarbij de bergingen aan de achterzijde van het woonperceel zijn gesitueerd. De voorzijde van de woonpercelen zijn bestemd als tuin. De woningen binnen de bestemming 'Wonen -2' kennen deze combinatie niet, de woonpercelen zijn geheel als wonen bestemd. Bij deze woningen zijn de bergingen in de voortuin gesitueerd.
De bestemming 'Wonen - 3' is opgenomen voor meergezinsgebouwen, de gestapelde bouw.
In de regels is vastgelegd tot welk percentage het grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen zijn toegestaan.
Het gebruik van een woning als kamerverhuurbedrijf is uitgesloten. Hiermee wordt voorkomen dat woningen ongewenst worden gebruikt om meerdere huishoudens in onder te brengen. Wel kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken hiervan en een kamerverhuurbedrijf toestaan, met dien verstande dat er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd en de belangen van directe omwonenden niet onevenredig worden geschaad. Daarnaast kan het bevoegd gezag voorwaarden stellen aan het kamerverhuurbedrijf, zoals het aantal kamers dat mogen worden verhuurd.
Aan-huis-gebonden beroepen
Aan-huis-gebonden beroepen zijn, bij direct recht, als ondergeschikte functie bij de hoofdfunctie wonen toegestaan. Deze mogen alleen uitgevoerd worden zolang de omvang niet meer dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing bedraagt. Dit geldt tot een maximum van 25 m² per woning.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelbepaling
Een antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestem- mingplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen en bouw- hoogtes door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De toegestane overschrijding van de bouwgrenzen bedragen 1 resp. 2 meter.
Algemene aanduidingsregels
In dit artikel wordt wordt voor bepaalde (bouw-)activiteiten binnen het gebied met de aanduiding 'milieu - ' in afwijking van wat er in de bestemmingsregels van hoofdstuk 2 is geregeld specifieke regels gegeven. Deze regels gelden voor alle bestemmingen in het plan, die in dat betreffende gebied voorkomen.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan kan worden afgeweken met een omgevingsvergunning. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om af te wijken van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
Algemene procedureregels
In dit artikel wordt de procedure geschetst voor al de afwijkingsmogelijkheden in de regels. In feite is dit artikel overbodig geworden omdat de procedure voor deze afwijking nu is geregeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening
Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Dit artikel bepaalt dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt. Onderhavig bestemmingsplanartikel dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld. De relevante onderwerpen staan alle in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
In het afsluitend onderdeel komen de overgangs- en slotregels aan de orde.
Overgangsrecht
De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).
Slotregel
Deze regel bevat de titel van het plan.
In de regels wordt op een aantal plaatsen verwezen naar de staat van bedrijfsactiviteiten. Deze staat is in bijlage 1 opgenomen en betreft een lijst, waarin de categorie-indeling van bedrijven, c.q. bedrijfsactiviteiten is opgenomen. Deze staat is opgesteld voor functiemengingsgebieden, zoals stadscentra, dorpskernen en winkelcentra en is ontleend aan een model uit de VNG-brochure "Bedrijven en Milieuzonering". De activiteiten in deze staat bestaan uit categorie A, B of C. De betekenis voor de toelaatbaarheid is als volgt:
Categorie A:
Activiteiten, die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend.
Categorie B:
Activiteiten, die in gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving, dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden.
Categorie C:
De activiteiten zoals genoemd onder B, waarbij vanwege de relatie grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdstructuur is aangewezen.
Gelet op de aard van het plangebied waar boven de winkels en bedrijfruimtes wordt gewoond worden er alleen bedrijven in categorie A toegestaan met de mogelijkheid dat er middels een ontheffing (dienstverlenende) bedrijven uit categorie B zich daar vestigen, wanneer deze naar de aard en de invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn met de toegestane categorie A. Het vorenstaande is ook van toepassing op (dienstverlenende) bedrijven, die niet in de staat van bedrijfsactiviteiten voorkomen.