Schenkel-Groenewoud

Artikel 26 Waterstaat - Waterkering

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor voor bescherming en onderhoud van de waterkering.

26.2 Bouwregels

26.2.1 Rapport deskundige

In het belang van de te beschermen waterkering dient een aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een deskundige rapport aan het bevoegd gezag te overleggen waaruit blijkt dat de functie van de waterkering niet onevenredig worden aangetast.

26.2.2 Vergunning

Een omgevingsvergunning wordt verleend indien het bouwen het doelmatig functioneren van de waterkering niet onevenredig aantast, met dien verstande, dat geen omgevingsvergunning mag worden verleend dan nadat het waterschap is gehoord.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de primaire waterkering, afwijken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van het waterschap.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de hierna onder 26.4.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren.

26.4.2 Het vergunningsvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden

• e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
• f. het aanbrengen, vellen en/of rooien van beplantingen en/of bomen;
• g. het wijzigen van watergangen en het uitvoeren van afgravings- en ontgrondingswerkzaamheden anders dan normaal spitwerk, dieper dan 0,30 m.;
• h. d. het ophogen van gronden.

26.4.3 Uitgezonderde werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in lid 26.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

• a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
• b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
• c. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
• d. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik.

26.4.4 Vergunning

Een omgevingsvergunning wordt verleend indien de werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 26.4.2 het doelmatig functioneren van de waterkering niet onevenredig aantast, met dien verstande, dat geen omgevingsvergunning mag worden verleend dan nadat het waterschap is gehoord. Het bevoegd gezag kan aan een omgevingsvergunning voorwaarden verbinden.