direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Schenkel-Groenewoud
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00032-4001

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische, natuur- en landschappelijke waarden;
  • b. bos en bebossing;
  • c. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals: groen en water;
  • d. waterberging;
  • e. een tunnel ten behoeve van stadsspoorwegverkeer ter plaatse van de aanduiding "tunnel";
  • f. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer;

met daaraan ondergeschikt;

  • g. extensief recreatief en educatief medegebruik;
  • h. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen.
10.2 Bouwregels

Behoudens een tunnel als bedoeld in lid 10.1 sub e, verkeersvoorzienigen als bedoeld in lid 10.1 sub f met een maximale bouwhoogte van 6 m en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen als bedoeld in lid 10.1 sub g mag op of onder deze gronden niet worden gebouwd.

10.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvegunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 en toestaan dat er bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. De onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
    • 1. het bouwwerk noodzakelijk is in verband met de verwezenlijking van de in lid 10.1 genoemde bestemmingen
    • 2. er door de aanvrager een rapport is overlegd waaruit blijkt dat de ecologische, natuur- en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het racen of crossen met motorvoertuigen of (brom)fietsen;
  • b. militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Verbod

In het belang van de te beschermen landschappelijke en natuurwaarden is het op de in lid 10.1 genoemde gronden, die buiten de gronden met de dubbelbestemming "Waarde - Natuur en landschap' als bedoeld in artikel 25 vallen, verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de hierna onder 10.5.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren.

10.5.2 Het vergunningsvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden
  • a. het vellen, rooien of beschadigen van natuurlijke oevervegetatie anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
  • b. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen.

10.5.3 Uitgezonderde werkzaamheden

Het in lid 10.5.1 bedoelde verbod geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden, die worden uitgevoerd in het kader van het normale onderhoud en beheer van de aangrenzende gronden met de bestemming Water - Waterstaat;
  • b. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de in lid 10.1 genoemde waarden;
  • c. werken en werkzaamheden noodzakelijk ter realisering van de ingevolge de in lid 10.2 en lid 10.3 toegelaten bouwwerken;
  • d. werken en werkzaamheden, die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren.

10.5.4 Vergunning

Een omgevingsvergunning wordt verleend indien de werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.5.2 genoemde natuurwaarden niet of niet kunnen aantasten, dan wel dat de mogelijkheden voor herstel niet worden of kunnen worden verkleind door genoemde werkzaamheden, dan wel, indien dit wel het geval zou zijn, dit door het stellen van voorwaarden kan worden voorkomen, met dien verstande, dat geen omgevingsvergunning mag worden verleend dan nadat de beheerder van de in lid 10.1 genoemde gronden is gehoord.