Plan: | De Dijk en Het Land |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0612.BP00030-4001 |
In de afgelopen jaren was het gemeentelijk milieubeleid vooral gericht op uitvoering van wettelijke taken als vergunningverlening en handhaving van milieuregels.
Meer en meer bleek, dat milieufactoren bij ruimtelijke ontwikkelingen, zoals bouwplannen en bestemmingsplannen, belangrijk en soms zelfs essentieel kunnen zijn voor de realisatie van deze plannen.
Hierbij gaat het met name om zaken als luchtkwaliteit, geluidhinder, externe veiligheid en water. Daarom is het mede van belang, dat een gemeentelijk milieubeleid wordt ontwikkeld.
Op 11 juli 2007 heeft de gemeenteraad van Spijkenisse het milieubeleidsplan Spijkenisse 2007-2010 genaamd “Het milieu op de kaart” vastgesteld. In dit plan is de visie van de gemeente Spijkenisse vastgelegd ten aanzien van het te voeren milieubeleid. Het plan gaat uit van twee hoofddoelen voor het milieubeleid in Spijkenisse, te weten:
In het plan zijn o.a. voor de verschillende doelgroepen (bedrijven, huishoudens en de gemeentelijke organisatie) en voor diverse thema's speerpunten aangeven die de gemeente wenst te bereiken in de planperiode.
Het huidige milieubeleid van de gemeente Spijkenisse vraagt, gezien het bovenstaande dan ook een zorgvuldige afhandeling van de milieuaspecten van nieuwe bouwplannen. Om die reden wordt de voorgenomen bouwactiviteit als De Elementen m.e.r.-beoordelingsplichtig geacht. De gemeenteraad dient, op basis van een beoordeling van de mogelijke bijzondere omstandigheden, een besluit te nemen, of er een milieu effect rapportage (m.e.r.) moet worden gemaakt.
Aan de gemeenteraad is op 9 juli 2008 een m.e.r.-beoordeling voor het hele project De Elementen ter vaststelling aangeboden.
De voorgenomen activiteit is beoordeeld op de volgende aspecten:
a. Kenmerken van de activiteit
Langs de Oude Maas worden woningen gebouwd, alsmede voorzieningen voor commerciële dienstverlening en niet commerciële voorzieningen, kantoren met bijbehorende infrastructuur en recreatieve groenvoorzieningen. Het plangebied De Elementen bevat vier deelprojecten: De Dijk, Het Land, Het Park en De Haven.
b. Plaats van de activiteit
Onderzocht is, of in het onderhavige gebied bijzondere flora, of fauna voorkomt, die verstoord wordt door de geplande activiteit. Uit dit onderzoek blijkt, dat dit niet het geval is. Volgens de Stichting Natuur en Landschap kunnen met weinig extra investeringen de aanwezige waarden behouden blijven, door te benutten wat aanwezig is en bepaalde elementen in de plannen op te nemen. Bij de invulling van het gebied zullen deze aanbevelingen worden opgevolgd.
c. Samenhang met andere activiteiten
In het omringende gebied vinden op dit moment nog industriële activiteiten plaats. In de toekomst zullen deze bedrijven verdwijnen en plaats maken voor woningbouw. Gelet op de reeds aanwezige milieubelasting, zal de voorgenomen activiteit geen negatieve invloed hebben op de omringende omgeving.
d. Belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu
De bouw van woningen en voorzieningen voor dienstverlening in dit gebied, heeft een toename van de automobiliteit van 9,2% tot gevolg binnen het plangebied en op de aansluitende Schenkelweg.
Sinds 1988 wordt in berekeningen van het regionale verkeersmodel van het RVMK, voor wat betreft het geluid en de luchtkwaliteit, rekening gehouden met toename van het verkeer, als gevolg van de geplande woningbouw in dit gebied. De gevolgen van het toegenomen verkeer, voor het geluid en de luchtkwaliteit, zijn meegenomen in het plan.
De commissie Centrumplan heeft op 25 juni 2008 advies uitgebracht voor de m.e.r.-beoordeling over de woningbouw in het project De Elementen te Spijkenisse. In het aan de gemeenteraad uitgebrachte advies van de commissie wordt geconcludeerd, dat er gelet op de aard van de activiteit en daaraan gekoppelde effecten en gegevens, vigerende wetgeving en beleidsuitspraken, geen sprake is van bijzondere omstandigheden met zodanige nadelige milieugevolgen, dat het opstellen van een milieueffectrapport (MER) gerechtvaardigd is.
Besloten is (b&w-besluit d.d. 3 juni 2008 en raadsbesluit 9 juli 2008):