Maaswijk actualisering 2011

9.2 Uitkomsten overleg in het kader van artikel 3.1.1. Bro

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan "Maaswijk" voorgelegd aan de relevante vooroverleginstanties.

De volgende instanties hebben een reactie gegeven:

• 1. Provincie Zuid-Holland;
• 2. Waterschap Hollandse Delta;
• 3. VROM Inspectie, regio Zuid-West;
• 4. Stedin B.V.

1. Provincie Zuid-Holland;

De Provincie Zuid-Holland heeft kennis genomen van het voorontwerpbestemmingsplan Maaswijk en geeft aan dat het plan conform het provinciale beleid is opgesteld.

Beantwoording

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. In het ontwerpbestemmingsplan is het beleidskader zoals vastgelegd in de structuurvisie en verordening ruimte van de provincie Zuid-Holland (vastgesteld op 2 juli 2010 opgenomen).

2. Waterschap Hollandse Delta;

Het Waterschap Hollandse Delta geeft aan dat het plan een consolidering is van het huidige bestemmingsplan. Bij de herziening van het bestemmingsplan plaatst het waterschap de volgende opmerkingen:

• 1. Hoofdstuk 7.5 'Water' onder beleidskaders aanvullen met het Waterbeheerplan Hollandse Delta 2009 - 2015;
• 2. In de toelichting van het bestemmingsplan de beschermingszone rond hoofdwatergangen beschrijven;
• 3. Hoofdstuk 6.1.9 opnemen van een ruimtelijke onderbouwing waarin de relatie wordt gelegd met een toename aan verharding door het mogelijk maken van 6 nieuwe woningen en de aanwezige waterberging in het peilgebied.

Voor het overige voldoet het plan aan de uitgangspunten voor waterkwaliteit, waterkwantiteit, wegen en waterkeringen van het waterschap.

Beantwoording

• Hoofdstuk 7.5 onder beleidskaders is aangevuld;
• In paragraaf 7.5.4 is een alinea opgenomen ten aanzien van hoofdwatergangen en hun beschermingszone. Hierna wordt ook verwezen naar de 'Keur' en Watervergunning die noodzakelijk is voor werkzaamheden nabij watergangen;
• In paragraaf 6.1.9 is een onderbouwing opgenomen ten aanzien van de toename van verharding door het mogelijk maken van het bouwen van 6 woningen langs de Drogendijk in onderhavig bestemmingsplan.

3. VROM Inspectie, regio Zuid-West;

De VROM Inspectie coördineert de reacties van de Rijksdiensten met betrekking tot de advisering van gemeentelijke ruimtelijke plannen.

Het plan 'Maaswijk' geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen, gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijke Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1).

In de directe nabijheid van het plangebied ligt een natgasleiding. Om het invloedsgebied en de risico's van deze natgasleiding in beeld te brengen is gebruik gemaakt van het rekenpakket Phast 6.51. Per 1 mei 2010 is het rekenpakket CAROLA vrijgegeven. Met het beschikbaar worden van het nieuwe rekenpakket voor de externe veiligheidsrisico's van buisleidingen is Phast 6.51 achterhaald voor toetsing en besluitvorming.

De VROM-Inspectie adviseert om samen met de leidingsexploitant gebruik te maken van de nieuwste versie rekenpakket CAROLA (versie 1.0.0.50 met parameterbestand versie 1.0). De uitkomsten van die berekening kunt u vastleggen in het bestemmingsplan.

Beantwoording

De gemeente onderkent dat het rekenpakket CAROLA is opgesteld voor het uitvoeren van risicoberekeningen als in de onderhavige situatie en dat dit rekenpakket als zodanig een landelijk verplichte standaard in het kader van het nieuwe Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (inwerkingtreding per 1 januari 2011) zal worden. Alhoewel het rekenpakket CAROLA per 1 mei 2010 is vrijgegeven, is het pas vanaf 1 oktober mogelijk om het pakket daadwerkelijk te gebruiken. Dit omdat pas vanaf die datum de benodigde leidinggegevens konden worden opgevraagd. Vóór het beschikbaar komen van CAROLA was er geen vastgesteld rekenpakket beschikbaar. De uitgevoerde berekeningen voor dit bestemmingsplan zijn door de DCMR Milieudienst Rijnmond ruim voor 1 oktober 2010 uitgevoerd waarbij gebruik is gemaakt van het rekenpakket Phast 6.51. Gelet op de te verwachten overgang naar een vast te stellen rekenpakket, heeft de DCMR de modellering in het rekenpakket Phast 6.51 uitgevoerd in overleg met het RIVM. Hierbij is een 'wordt-case' benadering toegepast. Hierdoor laat het resultaat van de door de DCMR uitgevoerde berekeningen waarschijnlijk een wat ongunstiger resultaat zien dan wanneer de berekeningen nu met het rekenpakket CAROLA zouden worden uitgevoerd.

Uit de door de DCMR uitgevoerde berekening blijkt dat er geen knelpunten zijn voor het vaststellen van het bestemmingsplan; er zij geen kwetsbare bestemmingen gelegen binnen het berekende invloedsgebied van de buisleiding. Overigens is het bestemmingsplan binnen het invloedsgebied alleen conserverend van aard.

Het alsnog uitvoeren van nieuwe berekeningen, zoals door de Inspectie VROM gevraagd, heeft hierdoor geen toegevoegde waarde voor de besluitvorming. Wij hebben daarom besloten om geen nieuwe berekening uit te laten voeren.

Over het bestemmingsplan en de uitgevoerde berekening is op 24 november 2010 overleg gevoerd met de NAM. Tijdens dit overleg is gebleken dat de NAM in dit geval geen bezwaar heeft over de wijze waarop de berekening is uitgevoerd.

4. Stedin B.V.;

Stedin B.V. heeft kennis genomen van het voorontwerpbestemmingsplan Maaswijk en geeft aan dat voor haar geen werkzaamheden zijn verbonden aan het elektriciteit en gasnet. Daar waar infra van Stedin aanwezig is (bijvoorbeeld Hoogspanningstracé) zijn duidelijke afspraken vermeld.

Beantwoording

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.