Maaswijk actualisering 2011

6.1 Beschrijving plan

Het bestemmingsplan “Maaswijk” is in principe een conserverend bestemmingsplan. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in het plan. Een uitzondering hierop vormen een tweetal “inbreidings-vlekken” waar in totaal een zestal kavels op gerealiseerd kunnen worden.

Het betreft een locatie aan de Anne-Frankstraat alwaar een tweetal kavels mogelijk worden gemaakt en een locatie aan de Schaffelaarweg waar een viertal nieuwe kavels geprojecteerd zijn. Aangezien het hier gaat om nieuwe ontwikkelingen dient in beeld te worden gebracht wat de milieu-effecten zijn van de realisatie van deze zes kavels.

Afbeelding 12: Stedenbouwkundige kaders zes kavels in plangebied Maaswijk

De conclusies van de milieu-effecten worden in onderstaande paragrafen uiteengezet.

6.1.1 Geluid wegverkeer

Het gebied waar de nieuwe kavels geprojecteerd zijn ligt in het verlengde van een bestaand woonerf. De wegen langs en in de omgeving van deze locatie zijn allen aangewezen als 30 km/uur wegen behoudens de Joke Smitlaan.

In de Wet geluidhinder is vastgelegd dat voor wegen met een maximum snelheid van 30 kilometer per uur geen geluidzone geldt. Aangezien deze wegen niet gezoneerd zijn hoeft er geen toetsing plaats te vinden aan de in de Wet geluidhinder vastgelegde grenswaarden.

Voor de Joke Smitlaan geldt een geluidszone van 200 meter. De nieuw geplande kavels aan de Anne-Frankstraat liggen in deze geluidszone. Binnen deze zone geldt dat de maximale tijdgemiddelde geluidsbelasting op de gevel van woningen 48 dB mag bedragen. Uit een door adviesbureau ruimtegebruik uitgevoerd akoestisch onderzoek blijkt dat bij de geprojecteerde kavels deze geluidsgrenswaarde niet wordt overschreden.

6.1.2 Luchtkwaliteit

In het besluit “Niet in betekenende mate” en de bijbehorende regeling is vastgelegd dat voor projecten met maximaal 500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) geen nader onderzoek naar de bijdrage van het plan aan de luchtkwaliteit noodzakelijk is.

Aangezien het hier gaat om de realisatie van in totaal zes kavels wordt ruimschoots onder deze grens gebleven en is verder onderzoek naar de luchtkwaliteit niet nodig.

6.1.3 Externe Veiligheid

Alle ruimtelijke plannen moeten worden getoetst aan de wetgeving op het gebied van externe veiligheid. Deze verplichting is voor wat betreft de risico's van bedrijven vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS) voor wat betreft het transport van gevaarlijke stoffen. De toetsing aan de externe veiligheidswetgeving moet worden uitgevoerd wanneer het plangebied gelegen is binnen het invloedsgebied van een risicobron. Wanneer dit het geval is moet beoordeeld worden of het plan voldoet aan de grens c.q. richtwaarde van het plaatsgebonden risico van deze risicobron. Verder zal in dat geval het groepsrisico verantwoord moeten worden.

De DCMR Milieudienst Rijnmond heeft op verzoek van de gemeente een inventarisatie gemaakt van alle risicovolle inrichtingen en transportroutes die van invloed kunnen zijn op het gemeentelijk grondgebied. Deze inventarisatie vormt de basis voor het opstellen van een externe veiligheidsvisie voor de structuurvisie 2020 van Spijkenisse.

In het inventarisatie rapport is daarom voor zowel de huidige situatie als de toekomstige situatie in 2020 een toetsing van alle plannen uitgevoerd aan de grens- en richtwaarde van het plaatsgebonden risico van de geïnventariseerde risicobronnen. Tevens is de omvang van het groepsrisico bepaald.

6.1.3.1 Toetsing aan het externe veiligheidsbeleid

De plaatsgebonden risicocontour van de vaarroute Oude Maas ligt op de oever van de vaarweg zodat het plangebied buiten deze contour ligt. Wel liggen de geplande kavels binnen het invloedsgebied van de Oude Maas. Uit de voornoemde rapportage van de DCMR blijkt dat het groepsrisico voor deze vaarroute ruim onder de oriënterende waarde ligt. Het realiseren van zes kavels zal geen wezenlijke verandering van het groepsrisico tot gevolg hebben. Ook zal er naar verwachting geen sprake zijn van een beperkte zelfredzaamheid van de toekomstige bewoners van de kavels. Gezien het feit dat de oriënterende waarde niet overschreden wordt en dat er geen sprake is van beperkte zelfredzaamheid wordt de zeer geringe toename van het groepsrisico door de realisatie van de zes kavels aanvaardbaar geacht.

6.1.4 Bodem

Ten tijde van de ontwikkeling van de Maaswijk begin jaren 90 is er voor het gehele gebied, verdeelt over verschillende vlakken, bodemonderzoek verricht ter bepaling van de bodemkwaliteit. De locatie aan de Anne Frankstraat is gelegen in het gebied van het bodemonderzoek “Maaswijk, vlak 2” en de locatie aan de Schaffelaarweg in het gebied van het bodemonderzoek “Maaswijk, vlak 8”. Ter plaatse van de locatie aan de Schaffelaarweg is in het verleden ook nog een specifiek onderzoek verricht naar het terrein van het voormalige pand Drogendijk 16 (Verkennend bodemonderzoek d.d. 13 april 2006, Kenmerk R027106-RH_1). Bij geen van de onderzoeken werden verontreinigingsconcentraties gevonden boven de tussenwaarde.

Op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken worden er met betrekking tot de bodemkwaliteit geen belemmeringen verwacht voor de ontwikkeling van de nieuwe kavels.

6.1.5 Overige milieuaspecten

Het overgrote deel van de wijk Maaswijk is bestemd voor de functie wonen. Er zijn echter enkele voorzieningen in de wijk waar rekening mee moet worden gehouden in verband met mogelijke hinder voor de geplande kavels.

Aan de hand van de VNG-handreiking “Bedrijven en Milieuzonering” kan beoordeeld worden of er hinder verwacht kan worden bij bepaalde activiteiten c.q. voorzieningen. In deze handreiking zijn richtafstanden aangegeven die aangehouden kunnen worden tussen diverse milieubelastende activiteiten en woningen.

Het winkelcentrum van de Maaswijk is gelegen op ongeveer 50 meter van de kavels aan de Anne Frankstraat en op meer dan 100 meter van de kavels aan de Drogendijk. Voor de diverse activiteiten in het winkelcentrum zoals detailhandel, supermarkten, consultatiebureau's is in de handreiking een richtafstand van 10 meter aangegeven. Aan deze afstand wordt dus ruimschoots voldaan. Ook het nieuw te realiseren jeugdhonk ligt op ruime afstand van de te realiseren nieuwe woningen (100 meter).

Ten zuiden van de kavels aan de Drogendijk is een gebouw van de scouting Spijkenisse gevestigd. Hierin is tevens een kinderdagverblijf gevestigd. Voor kinderopvang wordt in de genoemde handreiking een richtafstand van 30 meter aangegeven. Een scoutingvereniging wordt in de handreiking niet expliciet benoemd maar een dergelijke voorziening kan vergeleken worden met de categorie “buurt- en clubhuizen” waarvoor eveneens een richtafstand van 30 meter is benoemd.

De meest zuidelijke kavel is op een afstand van ongeveer 70 meter van het gebouw gelegen zodat ruimschoots voldaan wordt aan de richtafstand.

Ten westen van de kavels aan de Anne Frankstraat is een basisschool gevestigd. Voor basisscholen geldt een richtafstand van 30 meter. De afstand tot aan de kavels bedraagt ongeveer 50 meter zodat aan deze afstand voldaan wordt.

Gezien het voorgaande kan er vanuit worden gegaan dat de in de omgeving van de kavels gelegen voorzieningen geen (onaanvaardbare) hinder zullen veroorzaken.

6.1.6 Flora en Fauna

De locatie aan de Drogendijk waarop twee vrijstaande woningen zijn gesitueerd is momenteel een uitloopveld voor honden. Dat wordt regelmatig gemaaid. Van bijzondere flora en fauna is hier geen sprake. Op een van de locaties aan de Schaffelaarweg heeft in het verleden bebouwing gestaan. Het pad en asfalt/beton is nog aanwezig. Wat verder aan planten en dieren aanwezig is betreft geen bijzondere soorten. Het andere deel is een kaal veldje, dat diverse keren per keer per jaar gemaaid wordt. Ook hier zijn bij inspectie geen bijzondere plant- of diersoorten aangetroffen. (inspectie mei 2009).

Uit de inspectie blijkt dat er geen bijzondere natuurwaarden in de terreinen zijn aangetroffen. Gezien dit feit luidt de conclusie dat er vanuit de Flora- en Faunawet geen bezwaren zijn tegen deze ontwikkeling.

6.1.7 Archeologie

De terreinen waarop de zes kavels zijn gesitueerd, valt op grond van de "Archeologische Waardenkaart van Spijkenisse" onder het gebied aangemerkt als 'terreinen met lage waarde'.

Terreinen met een lage waarde

Het plangebied van de zes kavels is op de AWK aangeduid als “terreinen met een lage waarde”. Voor terreinen met een lage waarde geldt dat de kans op het aantreffen van archeologische relicten in ongestoorde context gering is.

Desalniettemin kunnen ook in deze gebieden archeologische vondsten worden gedaan. Op grond van de Monumentenwet 1988 moeten deze vondsten worden gemeld, waarna eventueel een nader archeologisch onderzoek kan volgen. In principe hoeft er voorafgaande aan kleinschalige grondwerkzaamheden bij de terreinen met een lage waarden geen archeologisch vooronderzoek plaats te vinden.

6.1.8 Kabels en leidingen

De kabels en leidingen in de omgeving staan de voorgestane ontwikkeling niet in de weg.

6.1.9 Waterhuishouding en riolering

Huidige situatie water

In paragraaf 5.1.5. is de bestaande situatie beschreven ten aanzien van het water in de wijk Maaswijk. Het onderhavige bestemmingsplan is hoofdzakelijk een conserverend plan. Het biedt echter de mogelijkheid om aan of in de nabijheid van de Drogendijk zes vrijstaande woningen te realiseren. Zoals uit hierna afgebeelde situaties blijkt kan op basis van de regels van het bestemmingsplan ca 1.830 m² extra-verharding worden aangelegd. In verband met het vaste beleid van het waterschap moet ca 183 m² in extra water gecompenseerd worden. De waterhuishouding van Maaswijk kent echter geen knelpunten. Zo is in het peilgebied 7.02 waarin twee kavels aan de Drogendijk zijn gesitueerd voldoende waterberging aanwezig. In peilgebied 7.04 geldt dit weliswaar in mindere mate maar de geringe extra verharding noopt ook hier niet om extra water aan te leggen.

Afbeelding 13: overzicht waterbalans 2 woonlocaties Drogendijk

Afbeelding 14: overzicht waterbalans 4 woonlocaties Drogendijk

Riolering

De twee nieuwbouwwoningen aan de westkant van de Drogendijk worden met een gescheiden riolering uitgerust. Het vuilwater (DWA) op het gemengd stelsel van Maaswijk West en het hemelwater (HWA) op de sloten langs de Drogendijk.

De twee meest oostelijk gelegen percelen aan de oostkant van de Drogendijk zullen op het bestaande gescheiden stelsel van de wijk Landgoed worden aangesloten.

De twee percelen direct oostelijk van de Drogendijk zullen ook gescheiden worden afgevoerd, maar hier zal de DWA op de drukriolering van de Drogendijk worden aangesloten, terwijl de HWA naar de dichtstbijzijnde sloot zal worden afgevoerd.

Conclusie

Gezien de geringe toename van het verhard oppervlak, en mede gelet op de in het Waterstructuurplan getrokken conclusies ten aanzien van de wateropgave in de peilgebieden, worden als gevolg van de uitbreiding op deze locaties geen aanvullende waterhuishoudkundige maatregelen voorgesteld.