direct naar inhoud van 5.1 Ruimtelijke analyse
Plan: Maaswijk actualisering 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00013-4001

5.1 Ruimtelijke analyse

5.1.1 Bestaande situatie

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00013-4001_0007.jpg"

Afbeelding 6: Stadsplattegrond Spijkenisse met plangebied bestemmingsplan

5.1.2 Bebouwingsstructuur

De wijk Maaswijk aan de zuidoostzijde van Spijkenisse, is een typische Vinex-uitbreiding die dateert uit de jaren '90 van de vorige eeuw. De wijk is gerealiseerd tussen 1994 en 1999.

De bebouwingsstructuur volgt de gebogen hoofdstructuur van wegen, groen en water. De voornaamste structuurdragers zijn de Joke Smitlaan, Annie Romein-Verschoorlaan en Geertruida Bosboom-Toussaintlaan, die tevens de hoofdontsluiting van Maaswijk vormen. In de 'oksel' van de Joke Smitlaan en de Annie Romein-Verschoorlaan bevindt zich winkelcentrum Maaswijk op een centrale plaats in de wijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00013-4001_0008.png"

Afbeelding 7: De doorgaande Geertruida Bosboom-Toussaintlaan met woningen gelegen aan de parallel gelegen Bep Vuykstraat

Door de gebogen structuur is sprake van een zeer gevarieerde bebouwingsrichting, die afhankelijk is van de situering ten opzichte van de hoofdstructuur. De bebouwingsstructuur varieert van een traditionele blokverkaveling tot meer gesloten woonhoven van variërende omvang.

In het oostelijk gedeelte van Maaswijk - tussen de Annie Romein-Verschoorlaan en de Geertruida Bosboom-Toussaintlaan - is sprake van een nagenoeg symmetrische verschijningsvorm, waarbij de 'spiegellijn' loopt door het Corrie Vonkplantsoen en het terrein van Basisschool De Maasoever. De bebouwing ten oosten van de Geertruida Bosboom-Toussaintlaan is haaks op deze weg gericht, zodat doorzichten naar 'buiten' ontstaan.

In het westelijke deel van Maaswijk volgt de bebouwingsrichting de loop van de Joke Smitlaan. Het bebouwingsstructuur kenmerkt zich voornamelijk door een blokverkaveling, bestaande uit rijwoningen, tweekappers en vrijstaande woningen. Her en der verspreid komen appartementen voor. Een opvallend stedenbouwkundig element bevindt zich aan de noordzijde (Marga Klompéstraat) in de vorm van een cirkelvormig kavelpatroon aan het water.

Het zuidelijk deel van Maaswijk is opgebouwd langs de centrale as richting het winkelcentrum, de Mildenburgallee. Haaks op deze weg staan de doodlopende woonstraten, waarmee sprake is van een zogenaamde 'vorkstructuur'.

5.1.3 Voorzieningen in de wijk

Detailhandelsvoorzieningen

Het winkelcentrum Maaswijk kent, na de recente uitbreiding, een redelijk compleet aanbod op wijkniveau met twee winkeltrekkers in de vorm van supermarkten en enkele sub-trekkers (huishoudelijke artikelen en huishoudtextiel). Qua ruimtelijke ligging is het centrum ten opzichte van een groot deel van het primaire verzorgingsgebied enigszins decentraal gesitueerd. Het compacte en deels overdekte winkelcentrum kent een duidelijke binnen- en buitenkant. De binnenkant is verkeersvrij, het domein voor de voetganger. De buitenkant sluit direct aan de parkeerfaciliteiten en kent eveneens winkelvoorzieningen.

Het winkelcentrum is voor de wijkbewoners goed bereikbaar en beschikt over parkeerfaciliteiten. De toegang van het moderne winkelcentrum is royaal. De factoren ruimte en zichtbaarheid worden als positief beoordeeld. In het winkelcentrum domineert het dagelijkse aanbod (food-winkels en functies in de sfeer van hoogfrequente aankopen).

De recente uitbreiding van het winkelcentrum is blijvend gericht op het ambitieniveau van boodschappen-plus centrum. Qua volume is circa 1.600 m2 b.v.o. aan het centrum toegevoegd. Deze distributieve ruimte is met name benut voor schaalvergroting en toevoeging van branches welke nog niet in het winkelcentrum gevestigd zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00013-4001_0009.png"

Afbeelding 8: Winkelplein van winkelgebied in Maaswijk

Horecavoorzieningen

In het winkelcentrum zijn twee horecazaken (cafetaria/lunchroom en Chinees restaurant) gevestigd en zijn gemiddelde zaken die meeliften op de totale presentatie van het winkelcentrum. De totale oppervlakte van horecavestigingen is 285 m². Op grond van de voorschriften van het vigerende bestemmingsplan mag binnen de bestemming Centrumvoorzieningen ten hoogste 500 m² bedrijfsvloeroppervlakte voor horeca worden gebouwd. De aanwezige horecazaken vervullen een functie die vergelijkbaar is met de ter plaatse gevestigde detailhandel. Gesproken kan worden van winkelondersteunende horeca.

Jeugd- en jongerenvoorzieningen

In Maaswijk is een specifieke jeugd- c.q. jongerenvoorziening aanwezig. Deze is gerealiseerd tezamen met de uitbreiding van het winkelcentrum Maaswijk. De locatie van het jongerencentrum bij het winkelcentrum Maaswijk is ingegeven door de volgende overwegingen:

  • de locatie sluit aan bij de 'natuurlijke' ontmoetingsplaats van jongeren: een winkelcentrum; de beheersbaarheid wordt hierdoor vergroot;
  • de locatie betreft een centrale plek in de wijk die voor alle jongeren gemakkelijk te bereiken en te vinden is;
  • de locatie is gelegen nabij het bestaande sportplein.

Gezondheidszorgvoorzieningen

De wijk Maaswijk is dichtbevolkt en wat excentrisch gelegen ten opzichte van de geplande wijkservicecentra. De huisartsen geven de voorkeur aan werken in een samenwerkingsverband. Dit kan in de vorm van Huisartsen Onder Eén Dak (HOED) of in de vorm van een Gezondheidsvoorziening Onder Eén Dak (GOED), waar huisartsen en andere eerstelijnszorgaanbieders samenwerken. Het samenwerkingsverband biedt de mogelijkheid van een parttime dienstverband.

In Maaswijk is een basisvoorziening eerstelijnszorg gerealiseerd in de vorm van een wijksteunpunt van waaruit de wijk kan worden bediend. Dit in ieder geval voor de huisartsen- en tandartsenzorg.

5.1.4 Ontsluitingsstructuur

De hoofdstructuur van wegen wordt gevormd door de Joke Smitlaan, Annie Romein-Verschoorlaan en Geertruida Bosboom-Toussaintlaan. In de 'oksel' van de Joke Smitlaan en de Annie Romein-Verschoorlaan bevindt zich winkelcentrum Maaswijk.

Het overige gebied is geclassificeerd als verblijfsgebied (30 km/uur zone). Over de gebiedsontsluitingswegen rijden bussen met een frequentie van maximaal drie keer per uur, die Maaswijk met het centrum verbinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00013-4001_0010.jpg"

Afbeelding 9: Ontsluitingsstructuur plangebied

5.1.5 Groen- en waterstructuur

De huidige groenstructuur is gebaseerd op de stedenbouwkundige opzet van de wijk. Het hart van de wijk, de belangrijke wegen en de randen van de wijk zijn bepalend voor het groenbeeld. Bij de wegen zijn het voornamelijk de bomen die het beeld bepalen. In het centrumgebied en aan de randen wordt het beeld tevens door heesters en grasvlakten ingevuld. De wijkontsluitingswegen worden begeleid met (forse) laanbeplanting. De aanleg daarvan heeft recent plaatsgevonden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00013-4001_0011.png"Afbeelding 10: De Drogendijk (richting noord) met aan weerszijden groen en water (bron: Bing Maps (Microsoft)

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00013-4001_0012.jpg"

Afbeelding 11: Groen en waterstructuur plangebied

Oppervlaktewatersysteem

De ruggengraat van het oppervlaktewatersysteem in Maaswijk en het aangrenzend landelijk gebied ten oosten en zuiden van de wijk wordt gevormd door een oude hoofdwatergang van het oorspronkelijke poldergebied De Nieuwe Uitslag van Putten. Deze hoofdwatergang loopt vanaf de inlaat aan het Spui, welke zich ter hoogte van de kruising Zanddijk – Aaldijk bevindt, via de Zandweg, de wijk Landgoed en de Drogendijk richting het uitslaggemaal De Vooruitgang van het waterschap Hollandse Delta aan de Korte Schenkeldijk alwaar overtollig water wordt geloosd op de Oude Maas.

De hoofdwatergang maakt onderdeel uit van peilgebied 7.02 en kent evenals dit in vroeger tijden het geval was in het landelijk gebied , ook nu in de nieuwe (bebouwde) situatie een streefpeil van –1,90 m NAP.

De aan de hoofdwatergang grenzende woonwijken van Maaswijk kennen een afwijkend streefpeil en liggen om die reden ook in andere peilgebieden. Maaswijk Oost, de Waayer én het oostelijk deel van Landgoed vallen in peilgebied 7.01 met een streefpeil van –1,35 m NAP. Het westelijk deel van Landgoed ligt in peilgebied 7.04 met eveneens een streefpeil van –1,35 m NAP en Maaswijk West tenslotte valt in peilgebied 6.24 waar een streefpeil van –2,35 m NAP wordt nagestreefd.

De drooglegging van de wijken varieert tussen 1,50 m voor de wijk Maaswijk Oost en 1,85 m voor de wijk Maaswijk West. De hoofdwatergangen in het gebied vallen onder het beheer en onderhoud van het waterschap Hollandse Delta en voor de overige watergangen is de gemeente verantwoordelijk.

Om de watergangen in Maaswijk op peil te houden en te kunnen doorspoelen wordt vers water van goede kwaliteit ingelaten vanuit het Spui en via de bovenbeschreven hoofdwatergang (-1,90 m NAP) naar het stedelijk gebied gebracht. Dit ingelaten water wordt vervolgens door een tweetal waterverversingsgemaaltjes opgepompt naar de peilgebieden met een streefpeil van –1,35 m NAP. Het lager gelegen peilgebied van Maaswijk West (-2,35 m NAP) wordt via een drietal overstortpunten vanuit de hoofdwatergang van vers water voorzien. Overtollig water in het –1,90 m NAP gebied wordt zoals eerder aangegeven door het uitslaggemaal van het waterschap op de Oude Maas geloosd. Overtollig water vanuit Maaswijk West wordt via een overstort-constructie in de Gaddijk afgevoerd richting de wijk Waterland en achterliggend stedelijk gebied. Tevens wordt deze constructie in droge perioden gebruikt om andere gebiedsdelen van het stedelijk gebied van vers water te voorzien en ze te kunnen doorspoelen.

In het Waterstructuurplan dat in 2005 in samenwerking met de waterbeheerders voor het stedelijk gebied van Spijkenisse is opgesteld, worden voor Maaswijk in de toekomst geen aanvullende waterhuishoudkundige maatregelen voorgesteld om mogelijk optredende wateroverlast te verminderen. Het gebied komt (zeer) sterk uit de berekeningen. De kans dat hier wateroverlastproblemen zullen optreden wordt ingeschat op minder dan eens in de 1000 jaar.

Mede door het uitvoeren van maatregelen in het kader van het emissiespoor en het waterkwaliteitsspoor volgend vanuit het Gemeentelijk Rioleringsplan, is de kwaliteit van het oppervlaktewater in het stedelijk gebied door de tijd heen al aanzienlijk verbeterd. In het kader van het Stedelijk Waterplan is in 2007 de waterkwaliteit aan een uitgebreide eindmonitoringsronde onderworpen. Hieruit bleek dat de waterkwaliteit van de watergangen in de wijk Maaswijk West tot 2 klassen was verbeterd ten opzichte van de nulmeting in 1996. Voor de wijk Maaswijk Oost betrof het zelfs verbeteringen tot 3 klassen hoger.

Naast het uitvoeren van het bovenbeschreven maatregelenpakket draagt ook het Structureel Baggerplan voor een belangrijk deel bij aan een verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Door alle watergangen 1 x per 7 jaar te baggeren wordt bereikt dat er voldoende waterdiepte wordt gerealiseerd om de verdere ontwikkeling van “biologisch gezond” water in het stedelijk gebied een kans te geven te doen slagen.

Riolering

Maaswijk West dateert uit eind jaren '80 / begin jaren '90 en is de oudste wijk in het gebied. Deze wijk is evenals Maaswijk Oost, welke in de periode hierna tot eind jaren '90 is gerealiseerd, bij aanleg voorzien van een gemengd rioolstelsel. Kenmerk van dit type riolering is dat zowel het afvalwater als het afstromend regenwater door één buis wordt afgevoerd naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI). Bij extreme regenval raakt de riolering vol en stort er met regenwater vermengd afvalwater via de overstorten over op het oppervlaktewater.

De wijken De Waayer en Landgoed welke in de periode hierna zijn aangelegd, zijn als gevolg van destijds aangescherpte wet- en regelgeving (Wet milieubeheer) voorzien van een verbeterd gescheiden rioolstelsel. Het kenmerk hiervan is dat het afvalwater (DWA-stroom) en het regenwater (HWA-stroom) in twee aparte leidingen wordt afgevoerd. Van de HWA-stroom wordt alleen de eerste vuilgolf (first-flush) naar de AWZI afgevoerd en stort het relatief schone restant aan regenwater over op het oppervlaktewater. De DWA-stroom stort bij dit type riolering tijdens hevige regenval niet meer over op oppervlaktewater hetgeen uiteraard een positieve invloed heeft op de kwaliteit van het stedelijk water.

Tenslotte kent de wijk Maaswijk ook gebiedsdelen waar drukriolering is aangelegd. Als gevolg van de zogenaamde Verfijningsregeling Riolering heeft Spijkenisse in 1985 een groot deel van de ongerioleerde panden in het buitengebied op riolering aangesloten. Ook de lintbebouwing in het toen landelijke gebied (Drogendijk, Gaddijk en Schenkeldijk) waar later de woonwijk Maaswijk is ontstaan, maakte hier destijds onderdeel van uit.

De afvoer van het ingezamelde afvalwater van zowel de wijken De Waayer en Landgoed als van de drukriolering van de lintbebouwing wordt via gemaaltjes en pers- dan wel drukleidingen geloosd in het gemengde rioolstelsel van Maaswijk Oost. De beide wijken Maaswijk Oost en West hebben ieder hun eigen rioolgemaal waarvandaan het afvalwater via een persleidingenstelsel naar de AWZI wordt verpompt.

In het kader van het emissiespoor zijn de wijken van Spijkenisse met een gemengd rioolstelsel inmiddels voorzien van bergbezinkvoorzieningen (BBV's), zijn bestaande overstorten aangepast of gesloten en is op diverse locaties de hoofdstructuur van de rioolstelsels aangepast en vergroot. Voor de wijken Maaswijk Oost en Maaswijk West heeft dit maatregelenpakket geresulteerd in de aanleg van in totaal 4 BBV's. Hiermee voldoet het gebied aan de eisen van vuilemissiereductie zoals gesteld in de Wet milieubeheer.

In het GRP 2009 – 2013 wordt invulling gegeven aan het nog verder terugdringen van de vuilemissie op het oppervlaktewater. Eén van de in het GRP met dit doel opgenomen Kader Richtlijn Water (KRW)maatregelen behelst het opzetten van een pilot meetproject aan de riolering van Maaswijk. Doelstelling van dit project is om door metingen meer inzicht te verkrijgen in de dagelijkse werking van het stelsel zodat op termijn door een optimale benutting van de aanwezige berging én een betere sturing van de gemalen, het aantal overstorten op oppervlaktewater nog verder kan worden teruggebracht.

Bij nieuwe ontwikkelingen in de wijken met een gemengd rioolstelsel (Maaswijk West en Oost) zal gestreefd worden naar het zoveel mogelijk afkoppelen van bestaand afvoerend verhard oppervlak van de riolering. Door het toepassen van een gescheiden rioolstelsel wordt een verdere emissiereductie op het oppervlaktewater bereikt en neemt het rendement van de AWZI toe.

Tenslotte dient vermeld te worden dat om diffuse verontreiniging van water en bodem tegen te gaan, het van belang is duurzame, niet–uitloogbare bouwmaterialen en straatmeubilair toe te passen.

Grondwater

Omdat de wijk Maaswijk een relatief ruime drooglegging kent én tevens de afvoercapaciteit van het op zich al robuust opgezette oppervlaktewatersysteem ruim is gedimensioneerd, bestaat er slechts een zeer geringe kans dat tijdens hevige neerslagperioden een serieus probleem met wateroverlast en/of te hoge grondwaterstanden zal optreden. Naast de uitslag van de in het Waterstructuurplan uitgevoerde waterbalansberekeningen wordt dit bovendien bevestigd door het geringe aantal binnenkomende klachten via het klachtenregistratiesysteem van de gemeente.

Lange tijd is onduidelijk gebleven welke instantie voor welk onderdeel verantwoordelijk zou zijn voor de grondwaterproblematiek, maar met de invoering van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken én de nieuwe Waterwet, is dit inzichtelijk gemaakt.

Sinds januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken van kracht. Met deze wet krijgen de gemeenten een extra taak, een zogenaamde zorgplicht toebedeeld met betrekking tot het grondwater in het stedelijke gebied. Deze grondwaterzorgplicht houdt voor de gemeenten in dat ze verplicht zijn om in het openbaar gebied zodanige maatregelen te treffen dat structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk wordt voorkomen of wordt beperkt voor zover dit doelmatig is en voor zover dit niet tot de zorg van het waterschap of provincie behoort. Ook krijgen de gemeenten de taak een loketfunctie te vervullen voor vragen over het grondwater in de stad.

Eind 2009 zal deze wet worden opgenomen in de nieuwe Waterwet waarin naast de zorgplicht voor de gemeenten, het grondwaterbeheer aan de waterschappen wordt toebedeeld. Dit houdt in dat de waterschappen als beheerder van de regionale watersystemen bevoegd gezag zijn voor de vergunningverlening en handhaving van alle onttrekkingen en bijbehorende infiltraties die niet onder provinciaal gezag vallen (< 150.000 m³).