Artikel 20 Algemene gebruiksregels
20.1 Verbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).
20.2 Strijdig gebruik
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:
-
a. de opslag van oude metalen, schroot, lompen, papier, puin of vuilnis;
-
b. de opslag van rij- of voertuigen, die voor de sloop bestemd zijn, of reeds gedeeltelijk gesloopt zijn, of daaruit reeds gesloopte materialen;
-
c. het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
-
d. standplaats voor onderkomens, uitgezonderd kampeerwagens en tenten indien gelijktijdig niet meer dan één kampeerwagen en/of tent per bouwperceel wordt/worden geplaatst en deze niet voor bewoning wordt/worden gebruikt;
-
e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting is verboden.
20.3 Niet naleving
Bij niet naleving van de aan een ontheffing verbonden voorwaarden, wordt het betrokken strijdige gebruik geacht plaats te vinden zonder ontheffing.