direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Centrum Uitplein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00011-4001

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijf ten hoogste tot en met categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. detailhandel tot een maximum van 24.000 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • c. dienstverlening ten hoogste tot en met categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • d. horeca 1 tot een maximum van 750 m² bedrijfsvloeroppervlak en ter plaatse van de aanduiding "horeca ten hoogste tot en met horecacategorie 2" ook horeca 2 tot een maximum van 250 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • e. kantoor tot een maximum van 1.400 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • f. laad- en losplaats inpandig;
  • g. parkeervoorzieningen in de vorm van een parkeergarage of van een parkeerterrein op dak;
  • h. wellness;
  • i. wonen vanaf de eerste bouwlaag;
  • j. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals paden, verblijfsgebieden, terrassen, nutsvoorzieningen, bruggetjes, trappen en liften.

3.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
    • 1. goothoogte: zoals aangegeven op de verbeelding;
    • 2. bouwhoogte: zoals aangegeven op de verbeelding;
  • d. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten: 9 m;
    • 2. bouwhoogte van schotelantennes, ongeacht of zij op bouwwerken worden gebouwd: 3 m;
    • 3. bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 4 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. Het gebruik van gronden en bouwwerken als verkooppunt van motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
  • c. het gebruik van de bestaande inpandige laad- en losruimtes anders dan voor het laden en lossen van voertuigen;
  • d. het gebruik van een woning voor beroepen en bedrijfsmatige activiteiten, tenzij:
    • 1. het beroep een aan-huis-gebonden beroep en de bedrijfsmatige activiteit een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit betreft;
    • 2. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 25 m²;
    • 3. de woning hierdoor niet, c.q. niet in betekende mate het karakter van een woning verliest;
    • 4. degene, die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
    • 5. de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop, die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; mitsdien zijn alleen de bedrijfsmatige activiteiten toegestaan, die genoemd zijn onder categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

3.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van :

  • a. het gebruik overeenkomstig het bepaalde in lid 3.1 sub a en c en toestaan dat er een bedrijf of dienstverlening wordt toegestaan, welke genoemd is in categorie B van de Staat van bedrijfsactiviteiten of welke niet genoemd is in deze Staat, voorzover deze bedrijfsactiviteiten naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten, die genoemd zijn in categorie A, mits vooraf een milieudeskundige is gehoord;
  • b. het bepaalde in lid 3.3 sub c en toestaan dat genoemde ruimtes anders worden gebruikt dan als laad- en losruimtes, mits:
    • 1. dat gebruik niet in strijd is met de in lid 3.1 genoemde doeleinden;
    • 2. het hierdoor verloren gegane aantal vierkante meters aan laad- en losruimtes elders binnen het gebouw wordt gecompenseerd of het verlies aan ruimte niet leidt tot een onevenredige belasting van de in de onmiddellijke nabijheid gelegen openbare ruimte door ladende en lossende voertuigen;
  • c. het bepaalde in lid 3.3 sub d en toestaan dat er in een woning kleinschalige bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend, die genoemd zijn in milieucategorie B van de Staat van bedrijfsactiviteiten of die niet genoemd zijn in deze Staat, voorzover deze bedrijfsactiviteiten naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten, die genoemd zijn in milieucategorie A, mits vooraf een milieudeskundige is gehoord.