direct naar inhoud van Hoofdstuk 7 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00005-4001

Hoofdstuk 7 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg op basis van art 3.1.1. van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan bij emailbericht van 4 november 2010 toegezonden aan de daarvoor in aanmerking komende instanties. De instanties werden verzocht vóór 9 december 2010 een advies uit te brengen. De volgende reacties zijn ontvangen.

Waterschap Hollandse Delta

Bij brief van 25 november 2010 (ontvangen op 30 november) heeft het waterschap een reactie ingestuurd op het voorontwerp. Ten aanzien van de toename van het verhard oppervlak als gevolg van bouwontwikkelingen komt het waterschap tot de conclusie dat de toename van het verhard oppervlak in voldoende mate wordt gecompenseerd zodat het plan daarmee voldoet aan de uitgangspunten voor waterkwantiteit en waterkwaliteit.

Verder wordt opgemerkt dat de Noordhoekweg en de Molendijk regionale waterkeringen zijn, maar dat dat niet op de verbeeldingen is aangegeven. Verzocht wordt om de waterkeringen d.m.v. een arcering op de verbeeldingen aan te geven en de maatvoering van de legger in de waterparagraaf te vermelden. Aanvullend wordt verzocht om in de regels een artikel 'Waterstaat-Waterkering' op te nemen en daaraan de dubbelbestemming 'primair waterstaat' toe te kennen.

Reactie: Conform het verzoek van het Waterschap is langs de Noordhoekweg en de Molendijk op de verbeelding de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering opgenomen en zijn in de regels extra regels opgenomen ter bescherming van de waterkering.

Kamer van Koophandel Rotterdam

Bij brief van 8 december 2010 heeft de Kamer van Koophandel op het voorontwerp gereageerd. De Kamer vraagt aandacht voor twee onderwerpen.

  • 1. Het eerste onderwerp betreft de geluidscontour van de bedrijventerreinen Pernis, Vondelingenplaat en Botlekgebied. Teneinde de geluidscontour vanwege de in het bestemmingsplan voorgestane plannen niet te verkleinen verzoekt de Kamer geen hogere ontheffing te verlenen dan strikt noodzakelijk en daartoe de waarde te berekenen op of vanaf de gevel.
  • 2. Als tweede onderwerp wordt aandacht gevraagd aan de sanering van winkels. De Kamer merkt op dat bij tussentijdse beëindiging van huurovereenkomsten de ondernemers een beroep kunnen doen op de wettelijke planschaderegeling. Uit de toelichting op het bestemmingsplan blijkt volgens de Kamer niet dat de gemeente daar rekening mee heeft gehouden.

Reactie:

  • 1. Er zullen geen hogere ontheffingen dan strikt noodzakelijk voor de realisatie van de voorgestane plannen worden verleend. Uitgangspunt is dat de waarde op of vanaf de gevel wordt berekend.
  • 2. In het plan bevinden zich aan de Lobeliastraat en de Korenbloemstraat twee zgn. buurtsteunpunten met detailhandel. De panden zijn eigendom van woningcorporatie Maasdelta. In goed overleg tussen de eigenaar en de huurders zijn de huurcontracten van de winkels aan de Lobeliastraat tussentijds beëindigd. Mogelijke planschade is derhalve niet aan de orde en daarom is daarover ook niets in de toelichting opgenomen. Het buurtsteunpunt aan de Korenbloemstraat blijft gehandhaafd.

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Aan de hand van een uitgebreide reactie heeft de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond bij brief van 7 december 2010 (ontvangen op 9 december) advies uitgebracht. Teneinde de risico's te beperken en de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor de hulpverlening te vergroten, heeft de Veiligheidsregio de volgende vijf adviezen gegeven:

  • 1. Voor zowel de bestaande bebouwing als vervangende nieuwbouw geldt dat bij een toxische wolk de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen verbeterd kan worden door de gebouwen geschikt te maken om enkele uren te schuilen. Hiervoor dienen deuren, ramen en ventilatieopeningen afsluitbaar te zijn en het luchtverversingssysteem uitgeschakeld te kunnen worden.
  • 2. Om de gevolgen van een eventuele plasbrand te beperken adviseert de VRR om bij herontwikkeling en/of vervangende nieuwbouw de gebouwen op een afstand van minimaal 35 meter (1% letaliteitsgrens plasbrand) vanuit de rechterrijbaan van de Groene Kruisweg te realiseren.
  • 3. Indien er op een kleinere afstand dan 35 meter vanuit de rechterrijbaan van de Groene Kruisweg gebouwd wordt dient het gebouw zodanig gerealiseerd te zijn dat deze beschermd is tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) als gevolg van een plasbrand. Hierdoor worden aanwezige personen in staat gesteld om het effectgebied sneller en veiliger te ontvluchten. Hierbij kan voor de gevels gericht naar de Groene Kruisweg gedacht worden aan blinde gevels of het beperken van het glasoppervlak. De gevels en of het glasoppervlak die gericht zijn naar de Groene Kruisweg behoren bestand te zijn tegen een warmtestralingsflux > 15 kW/m2. Bij de bouwvergunningverlening dient bij de brandpreventie toets rekening te worden gehouden met de effecten van een plasbrand op de gevel.
  • 4. Het plangebied behoort te voldoen aan de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening zoals gesteld conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). Eventuele knelpunten of wijzigingen in het plangebied dienen voorgelegd te worden aan de afdeling Brandveiligheid van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Zuid Hollandse Eilanden.
  • 5. Draag zorg voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezigen personen zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit door middel van de campagne Denk Vooruit ('Rampen vallen niet te plannen. Voorbereidingen wel').

Reactie:

  • 1. Bij de nieuw geplande ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt in onderhavig bestemmingsplan, namelijk de herontwikkeling 'Complex 16' aan de Gerard Doustraat/Johannes Vermeerstraat, de herontwikkeling 'Hoogwerf fase II' aan de Lisstraat en de Lobeliastraat/Korenbloemstraat alsmede de bouw van één woning aan het Papaverpad zal aandacht worden besteed aan de afsluitbaarheid van de te openen delen in de woningen en de uitschakelbaarheid van eventuele luchtverversingsinstallaties.
    Bij bestaande woningbouw is het direct uitvoeren van dergelijke maatregelen gezien de omvang van het aantal woningen niet mogelijk. In de integrale externe veiligheidsvisie van de gemeente Spijkenisse zal aangegeven worden hoe er omgegaan wordt met de beschreven risico's in relatie tot bestaande woningbouw. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan het vergroten van de zelfredzaamheid in de verschillende gebieden in Spijkenisse. Gezien de grote diversiteit aan risicobronnen in en in de omgeving van Spijkenisse met haar grote mate van verstedelijking is het vereist om het thema van vergroting van zelfredzaamheid integraal te benaderen. De verwachting is dat de externe veiligheidsvisie in 2011 bestuurlijk zal kunnen worden vastgesteld. De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is reeds nauw betrokken bij het opstellen van die visie.
  • 2. De geplande herstructureringsplannen van Hoogwerf fase II en Complex 16 zijn respectievelijk minimaal 600 en 425 meter van de rechterrijbaan van de Groene Kruisweg gelegen. Voor een reactie inzake eventuele vervangende nieuwbouw binnen een strook van 35 meter vanuit de Groene Kruisweg wordt verwezen naar het gestelde onder 1.
  • 3. Zie onder 1 en 2.
  • 4. Het plangebied voldoet aan de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening zoals gesteld in de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). Er zijn geen knelpunten.
  • 5. De gemeente Spijkenisse zal bewoners van de wijken Schiekamp en Hoogwerf goede voorlichting en instructie blijven geven bij eventuele calamiteiten. De campagne Denk Vooruit ('Rampen vallen niet te plannen. Voorbereidingen wel') is daarbij een goede leidraad.

Provincie Zuid-Holland

  • 1. Na het verstrijken van de gestelde termijn werd op 16 december 2010 een reactie van de provincie Zuid-Holland ontvangen. De provincie verwijst naar het uitgebrachte advies van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Met name wordt gevraagd bijzondere en aanvullende aandacht te geven om de effecten van een eventuele plasbrand vanuit de rechterrijbaan van de Groene Kruisweg te beperken en in dat kader niet alleen uit te gaan van herontwikkelingslocaties maar ook aandacht te geven aan eventuele vervangende nieuwbouw binnen een strook van 35 meter. In een nagekomen emailbericht heeft de provincie nog gevraagd om een drietal aanpassingen van de begripsbepaling 'detailhandel in volumineuze goederen'.
  • 2. Tot slot heeft de provincie in een nagekomen mail op 6 januari 2011 gevraagd om de molenbiotoop van de molen 'Nooitgedacht' op te nemen in het bestemmingsplan. Deze molen ligt buiten het plangebied, maar de biotoop reikt wel tot het zuiden van het plangebied.

Reactie:

  • 1. Het onderhavige bestemmingsplan heeft grotendeels een conserverend karakter. Behoudens de herontwikkeling 'Complex 16' aan de Gerard Doustraat/Johannes Vermeerstraat, de herontwikkeling 'Hoogwerf fase II' aan de Lisstraat en de Lobeliastraat/Korenbloemstraat alsmede de bouw van één woning aan het Papaverpad worden er geen nieuwe planologisch ontwikkelingen in onderhavig bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Binnen een straal van 35 meter vanaf de rechterrijbaan van de Groene Kruisweg is derhalve alleen vervangende nieuwbouw mogelijk binnen de bestaande planologische contouren. De praktijk leert dat eventuele herbouw binnen dezelfde planologische contouren zich zelden voordoet. Indien deze situatie zich toch voor zal doen dan is het afdwingen van aanvullende maatregelen op het gebied van brandwerendheid niet mogelijk. De mogelijkheden tot het verbeteren van de zelfredzaamheid bij bestaande woningbouw en vervangende nieuwbouw is bij uitstek een onderwerp dat binnen een integrale externe veiligheidsvisie meegenomen kan worden. In de externe veiligheidsvisie die momenteel voor de gemeente Spijkenisse wordt opgesteld zal dan ook aandacht aan dit onderwerp worden gegeven. De verwachting is dat de visie in 2011 zal worden vastgesteld.
    Tot slot wordt opgemerkt dat de voorlopige reactie op het advies van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is aangepast. Naast de herontwikkelingslocaties is ook aandacht gegeven aan eventuele vervangende nieuwbouw binnen een strook van 35 meter vanuit de rechterrijbaan van de Groene Kruisweg. De gevraagde aanpassingen van de begripsbepaling 'detailhandel in volumineuze goederen' zijn doorgevoerd.
  • 2. De molenbiotoop zal worden opgenomen in het bestemmingsplan. Hiervoor wordt op de verbeelding de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' opgenomen en worden in de regels hieraan beperkende regels gesteld ten aanzien van bouwwerken.

Van de Stadsregio Rotterdam, de Stedin en het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is geen reactie ontvangen.