direct naar inhoud van 5.2 Industrielawaai
Plan: Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00005-4001

5.2 Industrielawaai

Normstelling en beleid
Volgens de Wet geluidhinder dienen alle industrie- en bedrijventerreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, gezoneerd te zijn. Bedoelde inrichtingen - vroeger ook wel 'A-inrichtingen' genoemd - worden nader genoemd in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Rondom deze industrieterreinen dient een geluidszone te worden vastgesteld en vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.

Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidsgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidsgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidsgevoelige functies (bijvoorbeeld woningen) mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht. Wanneer er voor een locatie binnen zone industrielawaai wordt aangetoond dat de geluidsbelasting onder de 50 dB(A) is gelegen, is de bouw van geluidsgevoelige functies op die locatie toegestaan. Bij een geluidsbelasting van meer dan 50 dB(A) kan door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Het maximum van deze hogere grenswaarde is in principe 55 dB(A). Wanneer woningen in het kader van vervangende nieuwbouw mogelijk worden gemaakt is het mogelijk een hogere grenswaarde van 65 dB(A) vast te stellen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de vervangende nieuwbouw niet zal leiden tot:

  • een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functies of structuur;
  • een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden bij toetsing op bouwplanniveau voor ten hoogste 100 woningen.

Onderzoek
Het plangebied ligt binnen de geluidszones van de industrieterreinen Botlek-Pernis en Halfweg. De geluidszones worden opgenomen op de bestemmingsplankaart. Aangezien binnen het plangebied nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt, is een onderzoek naar de effecten van het industrielawaai op de realisatie van het plan noodzakelijk. De nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen liggen buiten de zone van het industrieterrein Halfweg, maar binnen de zone van Botlek-Pernis.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00005-4001_0010.jpg"

Geluidscontouren Botlekgebied (bron: Saneringsprogramma Botlek/Pernis, februari 1998, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland)

Zowel bij de woningen aan de Johannes Vermeerstraat en de Gerard Doustraat als bij de woningen aan de Leliestraat, de Lobelialaan en de Korenbloemstraat is sprake van vervangende nieuwbouw. In de huidige situatie zijn hier ook al woningen aanwezig. De nieuwe woningen worden op bijna dezelfde locatie gebouwd als de bestaande. Er is dan ook geen sprake van een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur. Ook zal er, vanwege de omvang van de ontwikkelingen, geen sprake zijn van een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden. Ter plaatse van de Johannes Vermeerstraat en de Gerard Doustraat worden ten opzichte van de huidige situatie slechts zes woningen extra mogelijk gemaakt. Ter plaatse van de Leliestraat, de Lobelialaan en de Korenbloemstraat neemt het aantal woningen ten opzichte van de huidige situatie af. Ook in het totaal (beide ontwikkelingen tezamen) neemt het aantal woningen af. Het maximum van de vast te stellen hogere grenswaarde bedraagt daarom 65 dB(A).

In 2010 is door Cauberg-Huygen onderzoek2 gedaan naar de geluidbelasting als gevolg van Botlek-Pernis op de nieuwe woningen aan de Johannes Vermeerstraat en de Gerard Doustraat. Hieruit blijkt dat ter plaatse van drie woningen aan de Johannes Vermeerstraat de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden, de geluidsbelasting ligt hier onder de 55 dB(A). Ter plaatse van de woningen aan de Gerard Doustraat wordt bij drie woningen de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) overschreden. Bij de noordgevel van één woning ligt de geluidbelasting boven de 55 dB(A). De geluidbelasting bedraagt hier namelijk 56 dB(A).

Ook naar de geluidbelasting ter plaatse van de woningen aan de Leliestraat, de Lobelialaan en de Korenbloemstraat is in 2010 onderzoek3 gedaan. Uit dit onderzoek blijkt dat ook hier de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt namelijk ten hoogste 58 dB(A). De hoogst toelaatbare grenswaarde van 65 dB(A) voor vervangende nieuwbouw wordt echter niet overschreden.

Op beide locaties wordt de hoogst toelaatbare grenswaarde voor vervangende nieuwbouw niet overschreden. Het vaststellen van een hogere grenswaarde is daarom in principe mogelijk. In het kader van dit hogerewaardebesluit moet nog wel aandacht worden besteed aan maatregelen ter reductie van de geluidbelasting, cumulatie van de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein en andere bronnen en aan geluidbelasting in de woningen (het binnenniveau). Het ontwerphogerewaardebesluit dient tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage te worden gelegd.

Conclusie
Omdat de ontwikkelingen onder het begrip vervangende nieuwbouw vallen, dient voor de herstructurering van fase II, de herstructurering van Complex 16 en de bouw van de woning aan het Papaverpad een hogere grenswaarde te worden vastgesteld. De ontwerpbesluiten zullen tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd. Omdat de geluidsbelasting ter plaatse van de ontwikkelingen onder de 65 dB (A) ligt, wordt geconcludeerd dat het aspect industrielawaai de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat.