direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen
Plan: Dorp Klaaswaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.dorpklaaswaal-VA01

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-verbonden beroep;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens voor een bedrijf uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast': tevens een bed & breakfast;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw': uitsluitend een bijgebouw;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens voor detailhandel;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend garages;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': uitsluitend gestapelde woningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens een horecabedrijf uit ten hoogste categorie 1a en 2 voor zover het een bar of café betreft ;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens voor maatschappelijke voorzieningen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': uitsluitend twee-aaneen gebouwde woningen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': uitsluitend vrijstaande woningen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1': tevens een watertoren en expositieruimte;
  • m. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

15.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

15.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het aantal woningen, aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, mag niet worden vergroot;
  • c. de afstand van hoofdgebouwen tot de voorste perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m en maximaal 5 m, waarbij geldt dat het bouwen op een grotere afstand is toegestaan als de voorste bestemminggrens Wonen op een grotere afstand van de voorste perceelsgrens is gelegen, het hoofdgebouw dient dan wel in de voorste bestemminggrens gebouwd te worden;
  • d. de afstand van hoofdgebouwen tot de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 8 m;
  • e. de diepte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 15 m;
  • f. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt:
    • 1. voor aaneen gebouwde woningen: 1 m;
    • 2. voor vrijstaande woningen: 3 m;
  • g. van aaneengebouwde hoofdgebouwen mag de voorgevel niet naar voren liggen ten opzichte van de voorgevel van het aangrenzende hoofdgebouw;
  • h. van aaneengebouwde hoofdgebouwen mag de achtergevel niet meer dan 2,5 m naar achteren liggen ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende hoofdgebouwen;
  • i. indien geen goothoogte is aangegeven dan bedraagt de goothoogte ten hoogste 6 m;
  • j. indien wel een goothoogte is aangeduid dan bedraagt de goothoogte ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • k. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' is één woning toegestaan in de eerste drie bouwlagen;
  • m. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak.

15.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen alleen aan achterzijde of zijkant van het hoofdgebouw gebouwd worden;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden ten minste 2,5 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd;
  • c. het gezamenlijk oppervlak aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m²;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en andere overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde in 15.2.2 onder d bedraagt de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en andere overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' ten hoogste 4 m;
  • f. indien aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet in de zijdelingse perceelsgrens en/of op twee aangrenzende percelen niet aaneen gebouwd worden, bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 1 m;
  • g. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 4 m;

15.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

15.3 Specifieke gebruiksregel
15.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • c. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • d. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

15.3.2 Aan-huis-verbonden beroep

Het gebruik van de woning voor aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, onder de voorwaarde dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • e. de beroepsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • f. er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de beroepsmatige activiteiten, geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
  • g. het gebruik geen bedrijvigheid is die op grond van de Wet milieubeheer vergunning- of meldingsplichtig is, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot de omgeving niet aantast.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.2.1 onder c om een kleinere afstand dan 3 m toe te staan;
  • b. lid 15.2.1 onder c indien het gewenst is om de ligging van de voorgevel af te stemmen op de ligging van voorgevels op aangrenzende percelen, waarbij de afstand van de voorgevel tot de voorste bestemmingsgrens ten hoogste 10 m bedraagt;
  • c. in lid 15.2.1 onder g en h om de realisering van een bouwplan voor aaneengebouwde woningen, die als één blok met verspringende voor- en/of achtergevels gerealiseerd worden, mogelijk te maken;
  • d. in lid 15.2.2 onder a en b om aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports aan de voorzijde van woningen mogelijk te maken, waarbij geldt dat:
    • 1. de gezamenlijk breedte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bedraagt ten hoogste 60% van de voorgevelbreedte van de woning;
    • 2. er dient op eigen erf voldoende opstelruimte te zijn voor ten minste één auto voor de ingang van garages;
  • e. lid 15.2.2 onder b om een aan- of uitbouw of bijgebouw op een kortere afstand dan 2,5 m dan wel op één lijn ten opzichte van de voorgevel van het hoofdgebouw mogelijk te maken;
  • f. lid 15.2.2 d en e voor een hogere bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot 6 m, mits wordt aangetoond dat er geen onevenredige hinder wordt veroorzaakt voor omwonenden (schaduwwerking en/of privacyaantasting);
  • g. lid 15.2.2 onder f om aan- en uitbouwen en bijgebouwen op te richten op een afstand van minder dan 1 m uit de zijdelingse perceelsgrens;

15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.5.1 Kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 voor het toestaan van kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten, onder de voorwaarde dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • e. de bedrijfsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • f. er geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.

15.5.2 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 voor het toestaan van mantelzorg in bestaande aan- / uitbouwen of bijgebouwen bij een woning dan wel het toestaan van extra aan- of uitbouwen of vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met in achtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de noodzaak van mantelzorg dient te worden aangetoond;
  • b. de oppervlakte aan extra gebouwen bedraagt ten hoogste 75 m², mits het perceel dat tot de woning behoort voor 40% onbebouwd blijft en met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van aanwezige functies en waarden in de omgeving, alsmede van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende erven.

15.5.3 Bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 ten behoeve van bed & breakfast in bestaande bebouwing, onder de voorwaarde dat:

  • a. de hoofdfunctie wonen gehandhaafd blijft;
  • b. ten hoogste 4 kamers zijn toegestaan met een maximum totaaloppervlak van 100 m², waar maximaal 10 gasten mogen verblijven;
  • c. de voorzieningen ten behoeve van de bed & breakfast binnen de bestaande bebouwing wordt gerealiseerd;
  • d. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
  • e. geen sprake is van permanente bewoning.