direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Numansgors
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.BPNDNumansgors-VG01

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw moet ter plaatse van de aanduiding 'voorgevellijn' worden gebouwd;
  • c. het aantal woningen mag per bouwvlak niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • d. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
9.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor de bouw van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bouwregels:

  • a. de maximale oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw bedraagt 30 m2;
  • b. de maximale breedte van een bijbehorend bouwwerk op het zijerf binnen de bestemming 'Wonen' bedraagt 2,5 m gemeten vanaf de zijgevel van het hoofdgebouw;
  • c. de diepte van een bijbehorend bouwwerk op het zijerf bedraagt niet meer dan 7 m;
  • d. de maximale inhoud van een bijbehorend bouwwerk op het zijerf bedraagt 70 m3;
  • e. maximaal 50% van de gronden buiten het bouwvlak van het hoofdgebouw mag worden bebouwd;
  • f. bijbehorende bouwwerken dienen voorzien te zijn van een hellend dak waarbij de dakhelling en richting overeen moet komen met die van het hoofdgebouw;
  • g. bij vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt de goothoogte maximaal 2,5 m en de bouwhoogte maximaal 3,0 m;
  • h. bij aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt de maximale bouwhoogte de maximale goothoogte van het hoofdgebouw;
  • i. bij aangebouwde bijbehorende bouwwerken op het zijerf bedraagt de goothoogte maximaal 3,5 en de bouwhoogte maximaal 5,5 meter.
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken na:

  • a. woningsplitsing waarvoor door het bevoegd gezag géén toestemming is verleend;
  • b. woningsamenvoeging waarvoor door het bevoegd gezag géén toestemming is verleend.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
9.4.1 Woningsplitsing

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 9.3.1 onder a, ten behoeve van splitsing van bestaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot;
  • b. de verschijningsvorm van de woningen gehandhaafd blijft;
  • c. de wijze waarop de woningen aaneen zijn gebouwd niet wordt gewijzigd;
  • d. het aantal woningen nooit meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • e. het uitsluitend een splitsing betreft van twee in het verleden samengevoegde woningen.
9.4.2 Woningsamenvoeging

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 9.3.1 onder b, ten behoeve van samenvoeging van bestaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot;
  • b. de verschijningsvorm van de woningen gehandhaafd blijft;
  • c. de wijze waarop de woningen aaneen zijn gebouwd niet wordt gewijzigd;
  • d. de samenvoeging weer ongedaan gemaakt kan worden;
  • e. de samengevoegde woningen, na samenvoeging, als twee woningen worden meegerekend bij het maximum aantal wooneenheden.