direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Stationsgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp6Stationsgebied-3001

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Stationsgebied' van de gemeente Sliedrecht;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp6stationsgebied-3001 met de bijbehorende regels;

1.3 aanbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 achtergevelrooilijn

lijn die per bouwperceel wordt bepaald door de diepte van de hoofdmassa van het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevelrooilijn;

1.7 achtergevel

gevel van de hoofdmassa van een hoofdgebouw, welke zich bevindt op de achtergevelrooilijn;

1.8 achtererf

gedeelte van een bouwperceel dat is gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw;

1.9 ambachtelijk bedrijf

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als onderge-schikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde

1.11 bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met éénzelfde bestemming;

1.14 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlak (bvo)

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenende) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimte en dergelijke;

1.15 bijgebouw

een op zichzelf staand, vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, niet direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw;

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.18 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.19 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;

1.20 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel;

1.21 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.23 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.24 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord word gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen;

1.25 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct gelegen is bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

1.26 escortbedrijf

een natuurlijke persoon, groep van personen en/of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

1.27 evenement

een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak die op initiatief van burgers, maatschappelijke organisaties en/of bedrijven wordt georganiseerd, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden:

kleinschalig   evenementen waarbij een beperkte impact is op de omgeving waaronder buurt-, school-, of verenigingsfeesten  
middelgroot   evenementen met een middelgroot karakter en waarbij de impact op de omgeving groot is, waaronder wielerrondes, braderieën, tuinfeesten, Elektra en Baggerpop  
grootschalig   grootschalige evenementen met een meerdaags karakter, waarbij bezoekers van buiten de gemeente worden verwacht en de impact op de omgeving groot is  
1.28 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.29 geluidsbelasting vanwege een industrieterrein

de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder

1.30 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn functie, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.31 hoofdmassa van een gebouw
  • in geval een hoofdgebouw bestaat uit meerdere bouwlagen: het gebouw(deel) van een hoofdgebouw dat zich kenmerkt door een grotere goothoogte dan 3 m;
  • in geval het hoofdgebouw bestaat uit één bouwlaag: het hoofdgebouw, met uitzondering van de aangebouwde berging(en);
1.32 horeca

een bedrijf of instelling dat is gericht op het verstrekken van logies, het verstrekken van ter plaatse of elders, te nuttigen dranken en/of etenswaren, en/of het exploiteren van zaalaccom-modatie, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden:

  • hotel: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is;
  • restaurant: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van dranken daaraan ondergeschikt is;
  • dagzaak: een horecabedrijf, dat voor wat betreft openingstijden vergelijkbaar is met detailhandelsbedrijven, zoals een dagcafé, lunchroom, koffiehuis, koffieshop en ijssalon;
  • cafetaria: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kleine eetwaren, niet zijnde maaltijden;
  • cafés, bars, avond- en nachtgelegenheid: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en/of het gelegenheid bieden voor dansen;
1.33 kantoor

een bedrijf waarvan de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak van administratieve of wetenschappelijke aard zijn;

1.34 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het al dan niet openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;

1.35 omgevingsvergunning

Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.36 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.37 Opslag van motorvoertuigen

het stallen van motorvoertuigen ten behoeve van verkoop, zonder dat deze ter plaatse gerepareerd worden;

1.38 Opslag van caravans

opslag en/of stalling van caravans zonder dat deze ter plaatse gerepareerd of verhandeld worden;

1.39 parkeernorm

het minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen;

1.40 peil
  • voor gebouwen die onmiddellijk aan de as van de weg grenzen of waarvan de hoofdtoegang minder dan 1 m van de weg ligt: de hoogte van de as van die weg;
  • in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
1.41 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.42 risicovolle inrichting

een inrichting waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.43 seksautomatenhal

een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin, door middel van automaten, filmvoorstellingen en/of liveshow van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;

1.44 seksbioscoop/-theater

een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven;

1.45 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;

Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:

  • een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch massagesalon;
  • een seksbioscoop of sekstheater;
  • een seksautomatenhal;
  • een seksclub of parenclub;

al dan niet in combinatie met elkaar.

Onder een seksinrichting wordt niet verstaan:

  • een escortbedrijf;
  • een sekswinkel;
1.46 sekswinkel

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard worden verkocht of verhuurd;

1.47 stationsvoorzieningen

Dienstgebouwen, stations, rails, portalen, geluidsschermen, viaducten en onderdoorgangen, perrons, overkappingen, abri's, fietsenstallingen en -rekken, transformatorgebouwen en- huisjes, schakel- en kabelkasten, lichtmasten, verkeerstekens en -regelinstallaties, straatmeubilair en vergelijkbare gebouwen en bouwwerken ten behoeve van het railvervoer;

1.48 terras

een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;

1.49 verbeelding
  • analoog: bestaat uit de als zodanig gewaarmerkte analoge tekening (verbeelding) van het bestemmingsplan, bestaande uit één blad; tekening nummer: 2102-340;
  • digitaal: het weergeven van alle relevante bestemmingsplaninformatie voor de raadpleger van het bestemmingsplan;
1.50 voorgevelrooilijn

lijn die per bouwperceel wordt bepaald door de, ten opzichte van de ontsluitende weg of langzaam verkeersroute, dichtstbij gesitueerde gevel van de hoofdmassa van het hoofdgebouw;

1.51 voortuin

gedeelte van een bouwperceel dat is gelegen vóór de voorgevelrooilijn;

1.52 woning

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.53 zijerf

gedeelte van een bouwperceel dat is gelegen tussen (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van het hoofdgebouw en de dichtst bij gelegen zijdelingse perceelsgrens.